De karavaan van Agla ontmoet de herders van Mahal, de vader van Agla.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 272 / 366 »»
[1] Er werd een grote karavaan van duizend man gestuurd om de beide zusters, Pim en Gella geheten, te halen.
[2] En toen de karavaan de halve weg had afgelegd kwamen zij bij een zeer mooie bergweide waar verschillende herders een grote kudde schapen en geiten lieten weiden en deze kudde goed beschermden tegen verscheurende dieren. Deze herders hadden hutten en waren bewapend met zwaarden, slingers en spiesen.
[3] De leider van de karavaan vroeg aan een van deze herders of hij niet de beide dochters van een zekere Mahal, Pim en Gella, kende.
[4] En de herder zei: 'Waar komen jullie vandaan dat je naar de mooie dochters van mijn heer vraagt? Mijn heer had drie dochters en twee zonen; maar één zoon moest hij naar de laagte sturen om boete te prediken ter vergeving van de zonden voor God en over het naderende gericht, als de laagte zich niet zou bekeren. En zo ging deze zoon en hij is tot nu toe niet meer teruggekomen.
[5] Ook ging een mooie dochter die Agla heette verloren; tot op dit uur weten wij nog niet waar zij heen is gegaan. Wie weet is zij in de handen gevallen van eenzelfde karavaan en daardoor een prooi van de laagte geworden! Zeg ons daarom eerst wie jullie zijn en wie jullie hierheen heeft gezonden, - dan zul je inlichtingen over Pira en Gella krijgen!'
[6] En de leider van de karavaan zei: 'Luister naar mij, eerlijke herders van jullie heer! Agla zelf heeft ons hierheen gezonden om haar beide zusters naar haar toe te brengen! Agla is nu een grote koningin in de laagte en heerst met onbeperkte macht over de halve aardbol, en wijzelf zijn haar dienaren. Waltar, haar broer, is echter gestorven. Hoe, - dat weten wij niet; maar wij hebben zijn hoofd gezien, gebalsemd in een kristallen urn die opgesteld staat in de tempel van de grote godin Naëhme!'
[7] Toen de herders dat hadden gehoord zei de eerste van hen: 'Ik heb aan je spreken gehoord dat je de waarheid hebt gesproken! Daarom mogen jullie hier tot morgen blijven; dan zal Mahal met zijn beide dochters komen, en dan kun je met hemzelf over zijn beide dochters onderhandelen.
[8] Wanneer hij naar waarheid van je verneemt dat zijn Agla koningin in de laagte is, waar een grote stad moet zijn waar wij weliswaar geen voorstelling van hebben, dan zal hij waarschijnlijk zelf met jullie meegaan en zijn dochter bezoeken, om wie hij zoveel geweend heeft toen zij verloren ging!'
[9] Toen de karavaan dat hoorde bleef zij bij deze herders en verwachtte de volgende morgen Mahal met zijn beide dochters.
«« 272 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.