De engelen trekken met de verzamelde dieren door Hanoch. De vruchteloze laatste waarschuwing aan de Hanochieten en hun koning. De terugkeer van de hemelboden op de hoogte.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 346 / 366 »»
[1] Toen de buitengewone boden na verloop van vier jaar met de bijeengebrachte dieren in Hanoch aankwamen, baarde dat een groot opzien omdat deze boden de dieren vrij en niet in kooien vervoerden zoals het anders ook reeds in die tijd gebruikelijk was; en in het bijzonder werd de belangstelling en bewondering van de Hanochieten opgewekt door het feit dat een bijna ontelbaar aantal dieren van allerlei soort, vorm, grootte en hoedanigheid als lammeren met elkaar in de meest vredige orde liepen.
[2] De boden trokken door alle stegen en straten en riepen tegen alle mensen: 'Jullie is nog een korte tijd gegund; bekeer je tot God de Heer, en trek vol vertrouwen met ons op naar de hoogte van Noach, en jullie zullen allemaal gered worden, met hoevelen jullie ook zijn!
[3] Want zie, wij zijn geen mensen zoals jullie, hetgeen blijkt uit de gehoorzaamheid van deze dieren, die toch geheel verschillend van aard zijn, maar ons allemaal gehoorzamen alsof zij louter lammeren zijn, terwijl je onder hen toch beslist van olifant tot hazelmuis de grimmigste en meest verscheurende dieren ziet!
[4] Ons is dus een grote macht gegeven! En hoewel nu door Noach slechts een grote reddingsark op natuurlijke wijze voor de redding van duizenden is voorbereid, en je daarin geen onderkomen zou vinden omdat jullie met miljoenen zijn, doet dat toch niet ter zake voor je redding; want in geval van jullie ware bekering tot God zijn wij in staat in een ogenblik honderdduizend van dezelfde reddingsarken te bouwen waarin jullie allen heelhuids en welbehouden op een vernieuwde aarde zult kunnen komen!
[5] Luister! Dit is Gods laatste roep die tot jullie oren doordringt! Verlaat alles en volg hem; want in een jaar van nu af aan zullen al jullie woonplaatsen en landerijen drieduizend vadem diep onder water en modder staan!'
[6] Deze roep had evenwel geen resultaat; men lachte slechts over de vermeende tovenaars en dierentemmers, en liet hen overigens geheel ongemoeid verder trekken en roepen.
[7] Zo kwamen zij ook weer bij de koning en nodigden hem uit hen te volgen.
[8] Hij gaf hun echter helemaal geen antwoord, maar liet hen geheel onverrichter zake weer weggaan zoals zij waren gekomen.
[9] En heel bedroefd verlieten de boden de stad en begaven zich met de verzamelde dieren naar de hoogte.
[10] Wat verder, - in het vervolg!
«« 346 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.