De engel Mahal als beschermgeest van de ark. Het stijgen van de vloed. Midden-Azië als het sterkst getroffen door de vloed. Het Aralmeer en de Kaspische Zee als overblijfselen van de zondvloed en als graf van de megastad Hanoch.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 357 / 366 »»
[1] Toen de Heer Mahal van zijn lichaam had verlost, had de zondvloed al zeven dagen geduurd, en het water steeg met zo'n snelheid dat het reeds in zeven dagen de plek had bereikt waar Mahal met de Heer bij de ark stond; en zo was de voorspelling van de Heer aan Mahal in vervulling gegaan dat hij niet eerder van zijn lichaam bevrijd zou worden dan wanneer het water zijn voeten had bereikt.
[2] En nadat de verloste Mahal de Heer zijn eer had betuigd, zei de Heer tegen hem: 'Nu je verlost bent, is je eerste dienst als engel dat je deze kleine wereld over de wateren leidt en haar pas verlaat wanneer al het water weer gezakt is en Ik kom om een boog van vrede over de nieuwe aarde te spannen! - Pas daarna zul je een andere dienst krijgen! Laat Mijn wil eeuwig jouw kracht zijn!'
[3] Daarop verdween de Heer in Zijn buitengewone persoonlijkheid, en Mahal zag toen evenals de andere engelengeesten alleen de hemelse zon waarin de Heer in het ontoegankelijke licht woont van eeuwigheid tot eeuwigheid.
[4] En zo leidde Mahal getrouw de ark volgens de wil van de Heer.
[5] Het water op aarde steeg echter zo snel dat het op de zevende dag na Mahals verlossing de ark al ophief en hem begon te dragen. Toen leidde Mahal de ark zodat deze niet wankelde door de beweging van de golven, maar zo rustig voortdreef als een zwaan op de kalme spiegel van een meer zonder golven.
[6] En zo'n zeven dagen later overspoelde het water al de hoogste bergen van deze streken tot aan het allerhoogste gebergte van de Himalaya dat het land van de Sihinieten van heel het andere Azië scheidde.
[7] En alleen dit gebergte rees vijftien el boven de hoogste waterstand uit; en alle andere hoge bergen stonden minstens zo diep onder water. Natuurlijk bevonden zich door het hoogteverschil sommige lagere bergen ook wel een paar honderd vadems onder water.
[8] Hoe en waarheen vloeiden de wateren van de zondvloed? - Hoofdzakelijk naar Midden-Azië waar nog heden het Aralmeer en de Kaspische Zee de meest gedenkwaardige overblijfselen zijn; want waar nu de Kaspische Zee is, daar stond eens het enorm grote en trotse Hanoch, en het zou vandaag de dag nog mogelijk zijn resten van deze stad te vinden, maar wel meer dan duizend vadem diep.
[9] En op de plaats van het Aralmeer was eens dat meer met zijn omgeving en zijn eiland van de watergoden dat wij ook zeer goed kennen; ook zijn het Baikal- of nu Balchasjmeer en het Tsanymeer (of Canymeer) soortgelijke zondige resten van vóór de zondvloed die gedenktekens van toen herbergen.
[10] Vanaf deze belangrijkste plaatsen vloeide het water rijkelijk naar Siberië alsook naar Europa, dat in die tijd nog niet bewoond was. Een deel brak door naar het zuiden naar het huidige Oost-Indië en het meeste naar Arabië; ook het noordelijke deel van Afrika tot aan de hooglanden werd ernstig geteisterd van waaraf dit land slechts onder kleine overstromingen te lijden had. Amerika werd slechts in het noorden vanuit Siberië enigszins getroffen; het zuiden bleef geheel vrij evenals de meeste eilanden van de grote zeeën.
[11] In het volgende meer hierover.
«« 357 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.