Zuriël bewijst dat ook de geest pijn kent.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 73 / 366 »»
[1] Nauwelijks had de Heer dat uitgesproken of Zuriël stond reeds stralend in de tempel voor het kleine zittende gezelschap, boog tot op de grond voor de Heer en zei toen tegen Hem:
[2] 'O Heer, grote God, meest liefdevolle, heilige Vader en almachtige Schepper van alle geesten en mensen uit de oude geesten van Uw oerhemelen die eeuwig waren, evenals U eeuwig was boven alle hemelen der hemelen in het eeuwig ontoegankelijke heiligdom van Uw licht!
[3] U hebt mij allergenadigst geroepen door Uw eindeloze vaderlijke mildheid; zo moge dan ook Uw heilige liefde mij te kennen geven welk zoet werk der liefde mij te wachten staat!'
[4] En de Heer zei: 'Zuriël, ik ken je oude trouw! En zie, hier aan Mijn zijde zit Lamech, die je kent; opdat hij echter een werkelijke broeder zal worden, moet je voor hem het geestelijk gedeelte van zijn vraag beantwoorden, namelijk of het volmaakte leven ook in de zuiverste geest al of niet gevoelig is voor pijn! Zie, dat is de reden dat Ik je heb geroepen; laatje broeder daarom zien hoe dat bij de geesten is! Amen.'
[5] Nauwelijks had de Heer dat gesproken of Zuriël strekte zijn hand uit, legde die op Lamechs borst en zei tegen hem:
[6] 'Broeder, treed volgens de heilige wil van de Heer voor een korte tijd uit je broze woonhuis en ervaar werkelijk hoe datgene is, waarover je zo'n stellige mening hebt!'
[7] Amper had Lamech deze woorden gehoord, of zijn lichaam zakte ineen alsof hij stierf, - maar zijn geest stond wit glanzend voor Zuriël.
[8] En Zuriël nam zijn hand en drukte die flink stevig.
[9] Lamech slaakte in zijn geest een kreet en riep luid: 'Maar om 's Heren wil, - wat doe je met me?! Je knijpt mijn hand fijn en bezorgt me ontzettende pijn!'
[10] Zuriël liet nu Lamechs hand los en zei tegen hem: 'Broeder, je bent nu in de geest, want zie, je woning rust daar onmachtig tegen de treden van het altaar! Hoe heb je het echter van pijn uit kunnen schreeuwen, terwijl je toch voordien wilde beweren dat men in de zuivere geest niet in staat was pijn te lijden?'
[11] En daarop antwoordde Lamech Zuriël: 'O broeder, je bent een harde leermeester! Hoewel ervaring de beste leermeester is, zou ik werkelijk ook op een wat minder pijnlijke manier hebben begrepen dat men in de geest nog onbeschrijflijk veel gevoeliger is dan in het lichaam!
[12] Neen, voor zo'n les bedank ik graag voor de hele verdere toekomst, want mijn hand brandt nog alsof ik hem in gloeiende ijzer houdt! O Heer, neem toch mijn pijn weg, anders word ik wanhopig!'
[13] Maar Zuriël ademde over de hand van Lamech en zijn pijn was weg, en hij bevond zich weer met zijn volle bewustzijn in zijn lichaam.
[14] Daarop vroeg de Heer aan Lamech wat hij nu vond van de gevoeligheid van de geest.
[15] En Lamech antwoordde: 'O Heer, precies het tegenovergestelde van wat ik vroeger dacht!'
[16] En de Heer antwoordde: 'Dat is meer dan genoeg! Als gewaarwording alleen bij het leven wordt aangetroffen, dan moet zij immers ook het hevigst zijn waar het leven in zijn oorspronkelijke volheid is verenigd! Overigens zou al in de uitdrukking `een gevoelloze geest' de grootste tegenspraak schuilen!
[17] Maar laten wij het aan Zuriël overlaten om daar iets naders over bekend te maken, want daarom is hij hier! Spreek daarom, Zuriël! Amen.'
«« 73 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.