De tocht naar de hut van Purista. Purista ontvangt de gasten. Lamech bewondert de schoonheid van Purista.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 96 / 366 »»
[1] Toen het gezelschap onder veel blijken van verwondering door de grot heen had gelopen en zo de uitgang aan de kant van de morgen had bereikt, zei Henoch:
[2] 'Laat ons nu in de richting van de morgen gaan opdat Lamech en zijn metgezellen daar de heerlijkheid van onze heilige Vader kunnen aanschouwen! In de hut van Purista zullen wij het maal van de Heer houden, dat Hijzelf ons allen heeft voorgeschreven op de juiste tijden, ter versterking van onze liefde en daardoor van onze geest!'
[3] En Adam antwoordde: 'Ja, mijn zoon Henoch, je hebt goed gesproken; dat zullen we doen en wij zullen bij deze gelegenheid ook zien wat we het beste met de trouwlustige Muthaël kunnen doen!'
[4] En Henoch zei daarop: 'Ja, ja, vader Adam, dat zal bij deze gelegenheid bijzonder goed duidelijk worden! Maar laten wij hier niets beslissen; ter plaatse zal duidelijk worden wat er dient te gebeuren! - En zo gaan wij dan in de naam van de Heer!'
[5] Hierop verliet het gezelschap de grot en begaf zich direct in de richting van de morgen.
[6] Daar aangekomen, snelden hele scharen de hoge gasten tegemoet en groetten hen met de groet van de liefde.
[7] Maar Purista was de eerste die haar groet bracht aan de hoge gasten en daarop zei:
[8] 'Verheven vaderen, grote vrienden van de almachtige God, jullie komen nu zoals altijd met grote, heilige bedoelingen hierheen; daarom zij nu zoals in eeuwigheid mijn diepste lof de heilige, eeuwig liefdevolste Vader, die in Zijn eeuwig heilige licht woont en, door onze liefde tot Hem ons leven gevend, onze hart!
[9] “Wees, o lieve verheven vaderen, mij, arme dienares van de Heer, onuitsprekelijk welkom! Wat verlangt mijn ziel naar woorden van de Vader uit de mond van degene die Hij, als de Heer Zelf, tot een waarachtige hogepriester heeft aangesteld!
[10] O kom met mij in de hut van de Heer, die Hij Zelf heeft gebouwd door Zijn almachtige wil en die hij heeft bestemd tot een keuken waar spijzen bereid worden voor al Zijn kinderen ter versterking tot het eeuwige leven.'
[11] En toen Henoch Lamech aankeek, die helemaal wegsmolt, zei hij tegen hem: 'Nu broeder, hoe bevalt je deze spreekster? Wat zegt je van haar woorden?'
[12] En Lamech, die nauwelijks wist hoe hij het had vanwege de onbeschrijflijke lieftalligheid en schoonheid van Purista zei: 'O broeder, de aanblik van de aartsvijand bij de vlammende en verwoeste kloof heeft mijn tong op het ogenblik van zijn verschijning stevig aan banden gelegd; maar deze dochter van de hemel lijkt als een nog grotere rem op mijn spraakvermogen te werken! O God, o God, wat mijn ogen toch allemaal moet tegenkomen!
[13] O, broeder, de aanblik van deze hemel zou voorwaar een arme zondaar het leven kunnen kosten. Zo'n schoonheid verbonden met zo'n liefde en wijsheid! Dat is meer dan wat een arme zondaar in alle eeuwigheid zal kunnen vatten!
[14] Broeder, ontsla mij voor nu van verdere opgaven en beoordelingen, want ik moet eerst aan deze aanblik wennen! Is dat met de genade van de Heer gebeurd, dan zal ik pas in staat zijn te spreken; onthef mij nu dus van verder spreken!'
[15] En Henoch antwoordde hem: 'Goed dan, in de hut van de heerlijkheid van de Heer zal jouw tong wel worden losgemaakt; daarom zullen wij nu ook meteen de grote hut betreden!'
[16] Hierop bracht de heerlijke Purista allen de hut binnen en legde vers hout op de haard van de liefde.
«« 96 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.