Zieleheil gaat boven lichamelijk geluk.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 104 / 244 »»
[1] Daarop zegende Ik de kinderen en de beide vrouwen, die Ik als één vrouw zegende, omdat beiden één van zin en één van hart waren en nooit ruzie of onmin hadden. Na de zegening liet Ik de twee vrouwen en de zestien kinderen weer gaan en zei tegen Ebahl: " Je kunt echt blij zijn met je kinderen, want er is er niet één bij die geestelijk of lichamelijk bedorven is. Ze zijn allemaal kerngezond en hebben nog kristalzuivere harten, vol vroomheid en gehoorzaamheid, en je beide vrouwen zien er nog heel jeugdig uit! De ziekteverwekkende lucht schijnt op jouw huis geen invloed te hebben!"
[2] EBAHL zegt: "Ja, voor degenen, die hier geboren zijn, zijn de lucht en het water geheel onschadelijk, - maar niet voor de vreemden, want vaak wordt iemand hier na een paar dagen al zo erg ziek, dat hij soms een heel jaar niet van het ziekbed af kan komen! Als hij de ziekte eenmaal doorstaan heeft, kan hij blijven zolang hij maar wil, - en dan blijft hij gezond.
[3] Maar het is toch nadelig voor dit land! Want wij krijgen slechts heel moeilijk arbeiders, en als de vreemdelingen geen uitzonderlijke zaken hebben, mijden ze deze omgeving als de pest, en degenen die voor dringende zaken komen, blijven zeker voor meer dan de helft ziek hier. Zo ligt ook twee derde van de Romeinse soldaten ziek, en geen dokter kan hun ziekte genezen! Na een, vaak ook na twee jaar worden ze vanzelf weer gezond en blijven dan gezond.
[4] Het merkwaardigste is echter dat er nooit twee zijn die dezelfde ziekte krijgen! De eerste krijgt koorts, de tweede uitslag, de derde buikloop, de vierde een blaffende hoest, en zo iedereen wat anders, en geen dokter weet dan wat hij met de zieke moet aanvangen. En daardoor zijn er in ons kleine landje een groot aantal aan allerlei ziekten lijdende mensen, en niemand van hen is te helpen. Het aantal sterfgevallen bij dit alles is weliswaar gering, maar het aantal voortdurend lijdende mensen is des te groter.
[5] Misschien zou het u ook mogelijk zijn om alle zieken te genezen en mij dan voor het gehele land een geneesmiddel te geven waarmee de mensen, door het tijdig te gebruiken, zich zouden kunnen beschermen tegen de aanvallen van deze kwalen?"
[6] IK zeg: "Omdat Ik toch een paar dagen hier zal blijven, zullen de zieken in het land van de genezen mensen wel horen dat Ik hier ben. Degenen die komen, zullen ook geholpen worden, -maar die niet zullen komen, zullen ook niet worden genezen, want in het hele land is er niet één zo ziek, dat hij niet hierheen zou kunnen komen!"
[7] EBAHL zegt: " Als u, goddelijke meester, dat goed zou vinden, dan zou ik tevens boden door het gehele land willen sturen!"
[8] IK zeg: "Dat hoeft niet, men zal het overal tijdig genoeg horen!"
[9] Spoedig daarop komen meerdere genezen mensen, waaronder Farizeeën en schriftgeleerden uit Jeruzalem en twee broeders van de Essenen, om Mij te danken voor de genezing en om eventueel van Mij te weten te komen hoe Ik in staat ben om zieken alleen maar door het woord ogenblikkelijk te genezen.
[10] IK maakte Mij echter niet druk over hen, maar zei slechts: "Wat zoekt u? Uw gedachten gaan alleen maar uit naar deze wereld en haar kostbare materie. Hier gaat het echter om zuiver geestelijke zaken! U heeft echter zelfs nog nooit begrepen wat materie is, hoe denkt u dan te kunnen begrijpen wat puur geestelijk is? En u, Essenen al heel speciaal! U predikt aan uw volgelingen een God en een opstanding, en u maakt veel kosten om wonderen te doen om daarmee aanhangers te winnen voor uw blinde leer! Uw principe is: 'Men moet goedwillend de mensen bedriegen en beliegen als men ze gelukkig wil maken, want de waarheid doodt de welvaart van de mensen van deze aarde!'
[11] Maar als uw basis om de mensen gelukkig te maken de leugen is, waarom wilt u van Mij dan nu de waarheid horen? Voor de kennis van het rijk Gods op aarde mist u alles, en u bent de allerlaatsten, hoewel u de eersten wilt zijn! Waarlijk, als u blijft zoals u bent, zult u eeuwig geen deel aan het rijk van God hebben!
[12] Wat heeft u aan uw goede wil om de mensen door bedrog en leugen aards gelukkig te maken, als u daardoor de zielen der blinden doodt?
[13] Mijn principe is echter: ten koste van al het lichamelijke en het geluk daarvan, de ziel te redden en haar een waar eeuwig leven te bereiden!
[14] Hoe zal en moet het u in het hiernamaals echter te moede zijn, als daar de door u bedrogenen uw rechters worden!? Weliswaar gelooft u niet dat dat zal gebeuren, maar toch zal het zijn zoals Ik het u nu hebgezegd.
[15] Maar als u Mijn woorden niet geloven, geloof dan de werken die Ik doe, en die vóór Mij nooit een mens heeft verricht!
[16] Als Mijn werken echter echt en waar zijn en getuigen van Mijn woorden, dan zullen Mijn woorden toch ook waar zijn!?
[17] Niemand kan u vertellen hoe het er in Indië uitziet, dan degene die daar was en van daar naar u is toegekomen. Zo ook kan niemand u iets over het hiernamaals vertellen dan degene, die van daar naar u is toegekomen, - en dat ben Ik!
[18] Wie Mijn woorden gelooft, zal het eeuwige leven hebben, wie echter niet gelooft, zal overgaan in de eeuwige dood! Want Mijn woorden zijn niet die van een mens van deze wereld, zij zijn leven en geven leven aan hem, die ze in zijn hart opneemt en vervolgens handelt volgens de betekenis van de woorden en volgens hun alles leven gevende geest!
[19] Maar de woorden, die u, Essenen, aan het volk predikt, zijn puur leugen en bedrog, omdat u zelf niet gelooft wat u leert! U heeft namelijk een dubbele leer: één voor het volk en een heel andere voor uzelf. Van deze laatste beweert u onder elkaar dat die echt is, het volk mag daar echter niets van weten, omdat het in de veronderstelde leugen gelukkig en rustig moet blijven.
[20] Maar Ik zeg u, dat u in uw veronderstelde leugen toch meer waarheid aan het volk heeft gegeven dan aan uzelf! Want wat u als waarheid ziet is totale leugen, maar wat u aan het volk leert is maar voor de helft leugen, en daarom heeft God u ook geduld.
[21] Verkondig echter in de toekomst de leer van de waarheid en geloof er zelf ook in, dan zult u werkers in Gods wijngaard zijn, die een beloning waard zijn; maar met de leugens en het bedrog moet u voor altijd ophouden en ze nooit meer gebruiken, anders zal binnenkort een kwaad oordeel over u geveld worden!"
[22] De beide ESSENEN zeggen: "Meester, wij erkennen dat U juist heeft gesproken, - en wat ons beiden betreft, wij zullen er alles aan doen om uw woorden in onze grote gemeenschap ingang te doen vinden, maar wij kunnen niets garanderen! Onze broeders zijn zeker niet onmenselijk, achter gesloten deuren kan men ook helemaal vrijuit spreken en men luistert graag, - maar of het besprokene enige uitwerking heeft, dat is een andere vraag! Maar spreken zullen wij beiden en wij weten nu al dat wij zonder meer heel aandachtig aangehoord zullen worden!"
[23] IK zeg: "Doe wat u moet doen, dan zal God niet nalaten om het Zijne te doen! Aanvaard de volle waarheid, en deze zal u voor eeuwig vrij maken!"
[24] De beide ESSENEN zeggen: "Heer en meester, sta ons toe om hier nog zo lang te blijven als u zich hier zult ophouden!"
[25] IK zeg: "U bent vrij en kunt hier blijven zolang u maar wilt!"
«« 104 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.