De genezing van de Romeinse soldaten.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 105 / 244 »»
[1] Met dit antwoord waren de beiden tevreden en Ebahl kwam Mij en Mijn leerlingen vervolgens uitnodigen voor het middagmaal, dat hij rijkelijk voor ons had klaar laten maken; behalve zijn familie mochten geen vreemde gasten daaraan deelnemen. Dat ergerde ettelijke Farizeeën bijzonder, want zij wilden altijd de eersten zijn en zich door iedereen laten groeten en eren. Zij werden wel in een andere eetzaal zeer goed verzorgd, maar waren daarmee toch niet tevreden, omdat ze zagen dat Ebahl veel meer aandacht schonk aan Mij dan aan hen. Na de maaltijd vroegen ze dan ook aan een dienaar of de huisheer hun gezelschap soms te min had gevonden, omdat hij hen niet aan zijn tafel had laten eten.
[2] Maar de DIENAAR was slim en zei: "De heer heeft vanwege de vele zieken veel te bespreken met de wonderdokter en wilde daarom met hem alleen zijn!"
[3] De FARIZEEËN en schriftgeleerden zeggen: "Weten jij en je heer dan niet dat in een huis waar wij ons vertonen alle geheimen met óns gedeeld moeten worden? Want wij zijn het die jullie reinigen als je je verontreinigd hebt, en die jullie ook genezen als je door kwade ziektes geplaagd wordt!"
[4] De DIENAAR zegt: "Maar als u zulke heilbrengers bent, waarom kon u uzelf dan niet helpen? Als deze wonderheiland uit Nazareth niet door de wind toevalligerwijs hierheen gevoerd was, zou u uw hevige reumatiek beslist niet kwijtgeraakt zijn. Slechts aan zijn wonderkracht heeft u het te danken dat u hier nu helemaal genezen in deze eetzaal zit! Wie echter zóiets kan, heeft toch meer recht op alle mogelijke eer dan u!"
[5] Na dit afdoende antwoord van de dienaar zeggen de Farizeeën en schriftgeleerden geen woord meer en berusten, niet van harte, maar uit een soort gedwongen noodzaak.
[6] Tegen de avond komen uit de huizen van de stad en uit haar naaste omgeving al meer dan honderd mensen, behept met allerlei ziektes, en vragen Mij of Ik hen gezond wil maken. En Ik ga naar buiten in hun midden en maak ze allen door het woord gezond.
[7] De genezen mensen loven en prijzen allen God, die de mens zo'n macht heeft gegeven, en gaan blij en gezond naar huis.
[8] 's Avonds komt er ook een hoofdman, die in deze plaats het bevel heeft over de soldaten, en vraagt Mij of Ik ook niet de vele zieke soldaten zou willen helpen.
[9] En IK zei tegen hem: "Ga heen, het geschiede naar uw geloof!"
[10] En de bovengenoemde hoofdman ging naar de legerplaats en merkte dat geen der soldaten nog maar iets mankeerde. Toen kwam hij blij weer bij Mij terug en wilde Mij met goud en zilver belonen.
[11] Maar IK wees dat af en zei tegen de hoofdman: "Vriend, Ik genees niemand voor schatten van deze wereld, maar alleen voor de schatten uit de hemelen, en die bestaan ten eerste uit een levend geloof en ten tweede uit een echte onbaatzuchtige liefde tot God en de naaste, van welke stand hij ook moge zijn!
[12] Heb uw ondergeschikten lief alsof het uw eigen lijfelijke broeders zouden zijn, en behandel ze niet te hard, dan zult u Mij daarmee het meest belonen! Maar geef het goud en het zilver dat u aan Mij wilde geven aan Ebahl, want zijn herberg kost hem veel, en het is goed dat ze in stand wordt gehouden.
[13] Het zou echter over 't algemeen goed zijn als Romeinen zoals u, in plaats van de vele afgodentempels, herbergen voor armen zouden stichten, want uw goden uit hout, metaal en steen zijn dode beelden, door mensenhanden gemaakt. Ook al lag u er jarenlang voor op uw knieën, dan zullen ze u toch niet kunnen helpen, omdat ze dood zijn. Maar als u de vele armen, zieken, gebrekkigen, kreupelen, lammen, blinden en doven in goed ingerichte herbergen verzorgt, en tracht de zieken genezing te brengen, dan zal de ene, ware, levende God uw goede werken aanzien en u daarvoor veelvoudig zegenen. Maar uw dode goden zullen u voor het goede wat u doet niet zegenen en voor het kwade niet straffen.
[14] En als u in uw rijk, recht en orde tracht te handhaven, moet u naar zwaard en lans grijpen! En dan doet u met wapens wat God voor u zou doen als u Hem zou erkennen en Zijn geboden zou houden!"
«« 105 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.