De afdaling van de berg. In Genezareth

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 153 / 244 »»
[1] JARAH, die haar gezicht tijdens de zichtbare aanwezigheid van de satan met een doek bedekte, zegt: "Heer, ik ga nu graag terug naar de stad, want de aanwezigheid van die ene heeft deze berg, hoewel hij toch onbeschrijflijk gedenkwaardig zal blijven, voor mij voor altijd bedorven. Mijn voeten zullen hem nooit meer betreden!"
[2] IK zeg: "Nou, nou, satan is nu weggejaagd en Raphaël heeft de plaats meteen weer gezuiverd; overigens zal het je niet schaden en ook zul je er geen enkel speciaal voordeel van hebben als je deze berg wel of niet beklimt. De beste berg om te beklimmen is je eigen hart; wie dáár tot in het binnenste reikt, heeft van het levensvergezicht de hoogste top bereikt! -Maar nu gaan wij, want het derde uur van deze sabbatdag is bijna voorbij. Volgen jullie mij nu maar allemaal, dan zullen we over het kortste en beste pad naar Genezareth gaan!"
[3] De HOOFDMAN zei: "Heer, als ik mij niet vergis, was er voorheen toch sprake van dat wij vandaag nog de gehele dag hier zouden blijven!?"
[4] IK zeg: "Dan heb je mij dit keer niet helemaal goed begrepen, daarmee werd de berg van de sabbatviering in het hart bedoeld! Maar dat doet er verder niet toe, laten we maar gaan, want beneden wachten verscheidene zieke mensen op ons! Die moeten geholpen worden opdat er na Mijn vertrek in deze hele omgeving geen zieke meer te vinden zal zijn. "
[5] Nadat Ik dat gezegd had ging alles op weg, en Ik, de kleine Jarah en Raphaël gingen vooruit en gaven zo de weg aan, en het ging snel en gemakkelijk bergaf het dal in naar Genezareth. Na ongeveer twee en een half uur waren wij al weer vlak bij het stadje Genezareth.
[6] Hier riep Ik alle berggasten bij elkaar en zei: "Luister allen nu naar Mij! Wat Ik jullie al op de berg heb gezegd, zeg Ik jullie nu allemaal nog een keer: Houd al het op de berg beleefde en geziene voorlopig voor je! Als jullie echter door een duidelijk teken uit de hemelen daartoe opgewekt worden, predik het dan van de daken aan de mensen, die van goede wille zijn. Maar voor de slechte wereld moet het voortdurend zo verborgen blijven, zoals het centrum van de aarde verborgen is! Want een uiterlijk wereldse mentaliteit zal dat nooit begrijpen en zou jullie als krankzinnigen verdoemen! Maar dat zou dan ook de eeuwige dood betekenen van die zielen.
[7] Bedenk vooral het volgende: Mijn woorden en lessen en daden zijn kostbaarder dan de weergaloos grote parels van Jarah, en zulke parels zijn er niet om voor de zwijnen te werpen! Wees daarom altijd op je hoede, want alles wat van boven komt is ook alleen maar voor diegenen, die ook van boven zijn gekomen! Voor honden en varkens is alleen het afval van de wereld goed, want een hond keert terug naar wat hij uitgebraakt heeft en het varken gaat weer in dezelfde poel liggen rollen waarin hij zich daarvoor al heeft gerold, besmeurd en helemaal vies gemaakt. Neem Mijn raad daarom van harte aan!"
[8] De HOOFDMAN zegt: "Heer, als we echter door nieuwsgierigen gevraagd worden naar wat er allemaal op de berg gebeurd is, wat moeten we dan voor antwoord aan zulke vragers geven?"
[9] IK zeg: "Zeg de waarheid, en zeg dat Ik jullie allen verboden heb om dit te vertellen, en de vragers zullen dan niet verder aandringen, maar daarmee genoegen nemen."
[10] Met deze raad was de hoofdman ook volkomen tevreden en wij gingen nu de stad in, naar het huis van Ebahl.
«« 153 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.