Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 156 / 244 »»
[1] Na deze woorden gaat de hoofdman naar huis, maar Ebahl vraagt hem niet zo lang weg te blijven, omdat het middagmaal al gauw klaar zal zijn. En de HOOFDMAN zegt onder het weggaan: " Als er niets belangrijks is voorgevallen, ben ik meteen weer terug, en is er iets belangrijks voorgevallen dan zal ik een bode hierheen sturen."
[2] Dan gaat de hoofdman snel weg, en verwondert zich hogelijk wanneer hij thuis komt en zich door zijn onderaanvoerders alles laat meedelen wat er inmiddels gebeurd is, en dan zijn opdracht voor de bovengenoemde gemeenten op perkament en in zijn handschrift geschreven op zijn werktafel vindt liggen. Hij leest hem snel door en ziet dat alles er staat zoals hij het zich gedacht had. Meteen laat hij een snelvoetige bode halen, en kijk, daar komt zowaar engel Raphaël in Romeinse soldatenkleding en biedt de hoofdman zijn diensten aan.
[3] De hoofdman herkent de engel eerst niet en denkt dat hij een jong soldaat is, die misschien door Cornelius uit Kapérnaum bij hem is ingedeeld. Daarom vraagt hij hem of hij het wel aandurft deze verre opdracht aan de ondercommandant van Gadarenum op zich te nemen.
[4] De ENGEL zegt: "Machtige heer, geef hem maar en ik zal hem met de snelheid van een afgeschoten pijl ter plaatse brengen, en binnen enkele ogenblikken zult u het antwoord in uw handen hebben!"
[5] Toen pas keek de HOOFDMAN zijn man goed aan, zag dat het de engel Raphaël was en zei daarop: " Ja, ja, voor jou is dat mogelijk, nu zie ik pas wie je bent!"
[6] De hoofdman gaf de opdracht aan Raphaël en deze was binnen een kwartier al met het antwoord terug, waarin de kommandant van Gadarenum bevestigde dat hij de opdracht in goede orde van een aardige jonge soldaat had ontvangen en dat hij alles ook meteen in de geest van de opdracht uit zou laten voeren.
[7] De hoofdman verbaasde zich nu niet meer over de snelheid van Raphaël, maar alleen daarover dat Raphaël nu toch een kwartier voor deze boodschap had nodig gehad.
[8] RAPHAËL zegt: "Die tijd had de ondercommandant in Gadarenum nodig om te schrijven. Verbaas je dus maar niet, want mij kostte het geen tijd. -Maar laten we nu samen naar Ebahl gaan, want het middagmaal is klaar en de gasten hebben honger van de flinke tocht van de berg naar beneden."
[9] De hoofdman gaat meteen met de engel mee, die echter voor het huis van Ebahl weer zijn oorspronkelijke Genezarese kleding aan heeft, en de hoofdman vraagt hem, waar hij nu zo snel die soldatenkleding heeft gelaten.
[10] De ENGEL glimlachte en zei: "Kijk, wij hebben het makkelijker dan jullie, want wij dragen onze rijk voorziene kledingkast in onze wil. Wat wij aan willen doen, hebben wij tot in de puntjes aan. Als je mij echter in mijn lichtende kleed zou willen zien, dan zou je verblind worden en je vlees zou oplossen, want vergeleken met het licht van mijn kleed is het licht van de zon zo donker als de nacht. "
[11] De HOOFDMAN zegt: "Vriend der mensen van deze aarde! Die eerste eigenschap, om je zonder materiaal, slechts door te willen naar believen te kunnen kleden, staat mij erg aan, en de arme mensen zouden dat speciaal in de winter heel goed kunnen gebruiken. Maar dat andere, eveneens mogelijke, te sterke stralen van jouw lichtgewaad bevalt mij niet, in ieder geval nu op deze wereld niet. Daarom zullen wij daarover ook geen verdere vragen stellen. Maar één ding zou ik nog graag van je willen weten; omdat we nu toch met z'n tweeën zijn en ons voor niemand behoeven te generen, zou je me dat wel kunnen vertellen, en dat ene is: Zijn er bij jullie ook geslachtelijke verschillen?"
[12] De ENGEL zegt: "Hoewel het een wat ontactische vraag is, wil ik, omdat je het alleen maar uit weetgierigheid vraagt, antwoorden met nee! In onze staat van oergeschapen geesten vind je bij ons, die ontelbaar zijn, zonder uitzondering alleen maar het manlijk-positieve wezen, maar toch is ook het vrouwelijk negatieve principe in ieder van ons geheel aanwezig, en daarom vind je in iedere engel het volmaakte huwelijk van de hemelen van God. Het is helemaal van onszelf afhankelijk of wij ons in één en hetzelfde geestelijke omhulsel in de mannelijke of in de vrouwelijk vorm willen laten zien.
[13] In het feit dat wij in ons zelf een dubbel wezen zijn, ligt ook de reden waarom wij niet ouder kunnen worden, omdat de twee polen in ons elkaar eeuwig blijven ondersteunen. Bij jullie mensen zijn de polen gescheiden door een geslachtelijk gescheiden persoonlijkheid en hebben daarom, omdat ieder apart is, geen steun aan elkaar .
[14] Als de gescheiden persoonlijke polen zich echter uiterlijk raken, neemt hun kracht af en lijken ze op een wijnzak die steeds rimpeliger wordt naarmate men hem meer van zijn geestrijke inhoud heeft beroofd. Als je je echter een wijnzak voor zou kunnen stellen, die zelf steeds dat zou kunnen. produceren wat men eruit haalt, dan zou je op zijn oppervlak nooit die vouwen en rimpels ontdekken die zijn uiterlijk er zo oud doen uitzien. - Begrijp je dat goed?"
[15] De HOOFDMAN zegt: "Het is me nog niet helemaal duidelijk, maar het daagt me nu toch wel een beetje. Bij een gunstige gelegenheid zullen we er nog wel verder over praten. Maar nu gaan we naar binnen, want men zal ons wel verwachten!"
[16] De ENGEL zegt: " Ja, ja, dat wel, en ik heb ook al dat gevoel in mij dat jullie honger noemen."
[17] De HOOFDMAN zegt: "Oho, je bent toch een zuivere geest!? Hoe kun je dan stoffelijke kost eten?"
[18] RAPHAËL zegt glimlachend: "Beter dan jij! Bij mij wordt alles wat ik in.mij opneem volledig verteerd en in zichtbaar leven omgevormd, - bij jou alleen maar dat wat past bij jouw geïsoleerde levenspolariteit. Wat daar niet bij past wordt vervolgens op de natuurlijke weg uit je verwijderd. Ik sta er dus met eten en drinken veel beter voor dan jij!"
[19] De HOOFDMAN zegt: "Wordt er dan in de hemel ook gegeten en gedronken?"
[20] De ENGEL zegt: "O ja, maar niet zoals op de aarde, maar geestelijk! Wij hebben de eeuwen door het woord van God ook in ons zoals hemel en schepping door dat woord bestaan en er geheel mee vervuld zijn. Dat woord is voorlopig ons wezenlijke bestaan en voor dit bestaan is het ook het enige werkelijke levensbrood en de echte levenswijn. In onze aderen stroomt het net als het bloed bij dat bij jullie stroomt, en onze ingewanden zijn gevuld met het brood van God."
[21] De HOOFDMAN zegt: "Oh, dat is ontzettend wijs gesproken, dat begrijp ik gewoonweg niet, dat moet de Heer mij Zelf uitleggen! -Maar nu is het echt wel de hoogste tijd om in huis te gaan en daarom zullen we er niet verder op ingaan."
«« 156 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.