Over het volgen van Jezus.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 164 / 244 »»
[1] IK zeg: "Wat Mij betreft ben je zonder schuld; let er echter wel steeds op, bij je bestuurshandelingen die op mensen betrekking hebben, dat je daarbij nooit vergeet dat ook de zondaar jouw broeder is!
[2] Als je in je hart toorn voelt over de zondaar die de gerechte straf verdiend heeft, leg de tuchtroede dan uit je hand. In toorn is zij nooit een heilzame wegwijzer, maar een slang, die in de wond die zij de wandelaar door haar beet toebrengt, geen heilzame balsem, maar een dodelijk vergif spuit, dat de gewonde de dood brengt.
[3] Geloof ook niet, dat je een vijand kwijt raakt door hem de doodstraf te geven! Want als hij in dit aardse leven slechts een enkele vijand van je was, dan zal hij na zijn lichamelijke dood als vrije geest een honderdvoudige vijand van je worden en je je leven lang met honderderlei kwade zaken kwellen, en je zult geen middel kunnen vinden om je te bevrijden van je onzichtbare vijand.
[4] Dus, als je iemand straft, straf hem dan in liefde en niet in toorn! Maak het daarom in het vervolg met de Farizeeën niet te bont! Bedenk dat het blinde leiders van blinden zijn!' Maar het is de wereld die hen blind maakt, en die is van de satan, die je hebt leren kennen.
[5] Kijk, in Mij is alle macht en gezag over hemel en aarde. Ik zou ze allen met één gedachte kunnen vernietigen, en toch verdraag ik hen met groot geduld tot het juiste moment, wanneer hun maat vol is.
[6] Ook Mij maken de mensen toornig en Mijn hart maken ze door hun onverbeterlijkheid treurig; maar toch verdraag Ik hen en kastijd hen steeds in liefde, opdat ze zich zullen verbeteren en in zouden mogen gaan in het rijk van het eeuwige leven, waarvoor zij geschapen zijn. Als je dus een goed rechter wilt zijn, dan moet je Mij in alles navolgen!
[7] Het is natuurlijk wel makkelijker een oordeel over iemand uit te spreken, dan een oordeel te verdragen. Maar wie het oordeel van een veroordeeld mens op zich neemt en dan zorgt dat de veroordeelde weer op het goede pad komt, die zal eens in Gods rijk een grote naam hebben. -Denk allen goed aan wat Ik nu heb gezegd! Want als Ik het zó bepaal en wil hebben, dan kunnen jullie het toch niet anders willen hebben en doen!? Ik ben de Heer over leven en dood! Alleen Ik weet wat het leven is, en wat ervoor nodig is om het voor eeuwig te behouden en het in alle gelukzaligheid te genieten!
[8] Als jullie Mijn leer zullen navolgen, dan zullen jullie het leven in alle gelukzaligheid behouden. Maar als jullie tegen Mijn leer in handelen, dan zullen jullie het leven verliezen en de dood ingaan, die de ongelukkigste toestand van al het leven is, een vuur dat nooit dooft en een worm die nooit sterft!"
[9] De HOOFDMAN zegt: "Heer, ik zie de noodzaak van dit alles maar al te goed in, maar ook de verschrikkelijke moeilijkheid om streng daarnaar te leven. Kleine heuveltjes effenen is niet zo'n grote kunst, maar als we tegenover hele bergen moeilijkheden en hindernissen komen te staan, dan is het ook al helemaal onmogelijk om een rechte weg verder door te trekken. Dan, Heer, moet U ons helpen!"
[10] IK zeg: " Juist daarom ben Ik dan ook op deze wereld gekomen om jullie allen dáár hulp te bieden waar jullie uit jezelf geen uitweg meer gevonden zouden hebben! Vertrouwen bouw daarom altijd op Mijn naam en daardoor zal jullie het onmogelijk lijkende, mogelijk worden! -Maar nu gaan we weer naar huis, want de zon gaat bijna onder."
[11] De baas van de schippersknechten vraagt dan, tot wanneer zij het schip voor een mogelijke afvaart gereed moeten houden.
[12] IK zeg: " Jullie moeten ieder uur klaar staan om weg te kunnen varen, zodat de heer van het schip als hij voortijdig zou komen, jullie niet lui en werkeloos zal vinden en jullie dan je loon ontneemt en ontslaat! Ja God dienen is licht, maar de mensen dienen is zwaar!"
[13] De BAAS van de schippersknechten vraagt verder: "Heer, stel dat morgen de Farizeeën, die gisteren vermoedelijk als missionarissen en bekeerders naar Jesaïra zijn getrokken, om de daar merendeels naar het hellenisme overgegane Joden weer voor de tempel te winnen, hier weer terug zouden komen. En stel dat ze dan met ons een twistgesprek willen beginnen over de 47e psalm, zoals ze ons beloofd hebben, wat moeten we dan tegen hen zeggen?"
[14] IK zeg: "Beloof hen dan zeven groschen als zij de psalm goed kunnen uitleggen; leggen zij hem slecht uit, dan krijgen zij niets. Kunnen zij hem echter helemaal niet aan jullie uitleggen, dan moeten jullie het recht hebben van hen zeven goede groschen te eisen en ze, als zij de betaling weigeren zouden, onder bedreiging van militaire hulp, te nemen!"
[15] De HOOFDMAN zegt: "Kom dan maar naar mij toe, dan moeten ze zonder pardon zeven maal zeven groschen betalen!"
[16] De schippersknechten zijn het hier helemaal mee eens en wij gaan naar de stad en daar naar het huis van Ebahl waar de bedienden druk bezig zijn om een goed avondmaal voor ons klaar te maken, want de zon is al ondergegaan. De HOOFDMAN neemt de tweehonderd ponden zilver in ontvangst en geeft ze aan Ebahl met de woorden: "Neem dit aan als een kleine schadeloosstelling voor de vele honderden en nogmaals honderden armen en zieken die je verpleegd hebt en van wie je nooit ook maar een stater verlangd hebt! Jij bent echt de enige mens in de stad die de naam van mens verdient! Al het andere volk van deze stad verdient die erenaam niet; want het is morsdood, bekommert zich nergens om en voert ook niets uit! Denken jullie dat al de wonderen die hier in deze paar dagen gebeurd zijn, ook maar enige indruk op dit volk gemaakt hebben? Zeker niet! Deze bangeriken lopen rond alsof er niets aan de hand is! Ja, de zieken hebben zich wel laten genezen, maar hebben daar nauwelijks voor bedankt en denken er nu ook nauwelijks meer aan, dat ze ziek waren en dat zij van hun ziekte bijzonder wonderbaarlijk zijn genezen! Daarom is Ebahl ook de enige mens in deze stad; al het andere is echt meer dier dan mens!"
[17] Ebahl neemt het geld aan met de opmerking, dat hij het alleen voor de beste en voor de mensen het meest dienende doeleinden zal gebruiken.
«« 164 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.