De leermethode van de engel.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 185 / 244 »»
[1] Nu komt Josoë naar mij toe. Hij ziet er al veel forser uit en zegt: "Heer, en leven van al het leven, ik ben helemaal gezond, en het eten en drinken smaakt mij nog steeds heel goed. Maar met de engel, die mij vanuit Sichar iedere drie dagen enige ogenblikken bezoekt, ben ik niet zo gelukkig, omdat hij bij alles wat ik tegen hem zeg, steeds tegenwerpingen maakt! Ik laat me graag onderwijzen over alles wat maar goed, waar en nuttig is, maar als iemand mij vandaag zegt: 'Eén peer plus één peer zijn samen twee peren!' en het dan bij de volgende gelegenheid niet van mij accepteert dat ik hem aan zijn eigen uitspraak herinner , dan erger ik me steeds zo en maak bijna altijd ruzie met mijn geestelijk leraar en opvoeder! Want bij een volgende keer wil hij mij wijs maken dat één peer en één peer ook wel drie, vier, vijf ja zelfs uiteindelijk een oneindig aantal peren zouden zijn, en dat op de keper beschouwd één en één niet alleen geen twee, maar, geestelijk gezien, ieder denkbaar getal zou kunnen voorstellen! Want bij hem is dat, wat hij mij bij een voorgaand bezoek als een vaste waarheid heeft verteld, bij het volgende bezoek nooit meer een op zichzelf staande vaste waarheid. Kortom, hij komt vaak met zaken waarbij meteen al mijn haren overeind gaan staan van ongeloof! Daarom wilde ik U, o Heer over alle hemelen en werelden, graag vragen om de geestelijke leraar te zeggen, dat hij verstandiger met mij om moet gaan - of mij in de toekomst zijn bezoeken maar moet besparen!"
[2] IK zeg: "Ah, beste Josoë, verdraag hem toch maar! Hij leidt je tot de ware wijsheid van de hemelen, want de geestelijke berekeningen zien er heel anders uit dan die van deze wereld! Als Ik op hemelse manier met je zou praten, dan zou je echt niets begrijpen. Ik spreek echter, omdat Ik nu Zelf een mens van vlees en bloed ben, alleen maar menselijk, op aardse wijze met de mensen over de zaken van de geest. En zie, de mensen ergeren zich omdat ze Mij niet begrijpen -en velen ook omdat ze Mij niet willen begrijpen! Jouw geestelijke, bij tussenpozen optredende, leraar geeft je wel goed les, maar jij zult zijn lessen op deze aarde pas beginnen te begrijpen als je oud bent. Maar helemaal begrijpen zul je dat pas eenmaal aan de andere kant, waar geen troebeling van het vlees en bloed zich in je zuivere ziel voor zullen doen: - Begrijp je Mij?"
[3] JOSOË zegt: "O ja, Heer der oneindigheid, U begrijp ik gemakkelijker dan mijn geestelijke leraar! Maar als hij mij zegt dat toorn en liefde eigenlijk een zijn, dan komt bij mij het bovenste onder en het onderste boven, en ook als hij zegt dat ook hemel en hel eigenlijk een zijn! Laat dat maar begrijpen, wie dat wil, maar voor mijn verstand is dat een heel grote tegenstrijdigheid!"
[4] IK zeg: "ook daarmee heeft de engel het bij het rechte eind; het is zo! Daarvan zal Ik je een klein voorbeeld geven, dan zul je het probleem beslist wat duidelijker zien. Luister dus naar Mij!
[5] Let eens op de zon! Hoezeer verkwikken haar lichtstralen jou als zij 's winters op sommige dagen zo lekker aangenaam en met milde warmte schijnt. Maar als in de zandwoestijnen van Afrika haar gloeiend hete stralen zelfs het witte zand beginnen te smelten en jij zou in die lichtstralen van de zon moeten lopen, dan zou zo'n straal een hel voor je worden! -Begrijp je dat?"
[6] JOSOË zegt: "O ja!"
[7] IK vervolg: "Goed, luister dan verder! De nacht is na een hete dag beslist een goede vriendin en weldoenster van de vermoeide mensheid. Maar laten we deze weldoenster bijvoorbeeld dertig dagen lang voortduren, dan zullen alle mensen beginnen met haar te verwensen en te vervloeken! Want zo'n aanhoudende lange nacht zou op de aarde zo'n alles verstarrende koude teweegbrengen, dat er uiteindelijk geen organisch leven meer op haar zou kunnen bestaan! Kijk, zo zou de grote weldoenster der mensen al weer in de ergste hel veranderen!
[8] Als je op een hete dag een wandeling maakt en de dorst je begint te kwellen en je komt aan een zuivere en rijke waterbron, wat geeft een slok uit de zuivere bron dan een hemelse verkwikking! Maar diep beneden in het dal verzamelt datzelfde water zich in een groot en diep bekken tot een meer. Als je daar in valt, vind je daarin de onafwendbare dood! Kijk alweer: hetzelfde water dat je op de hoogliggende bergweg zo hemels had verkwikt, zal je beneden in het diepe meer doden en zodoende een tijdelijke hel voor je worden!
[9] Zo drink je ook graag een kleine beker goede wijn; drink je echter in één keer een hele volle zak leeg, dan zal de wijn je doden en zo ook weer een hel voor je worden!
[10] Je beklimt graag een hoge berg, en het uitzicht in de verre verten verkwikt je hart. Maar stel dat er een berg op je valt, dan zal hij je doden en je zo ook weer tot hel worden!
[11] Wat verkwikt de wind je hele hart, als hij op een hete dag zachtjes verkoelend langs je voorhoofd strijkt! Als hij echter een storm wordt, die bomen begint te ontwortelen, zal hij je dan nog verkwikken? Beslist niet! Want dan zul je op de vlucht slaan en een plaats zoeken waar de storm niet kan komen. En zo wordt dezelfde wind, die je voorheen verkwikte, als hij al zijn kracht gebruikt een hel voor jou!
[12] Daarom is aan ieder mens voor alle zaken een bepaalde maat gegeven, afhankelijk van zijn kracht, natuur en geaardheid. Als hij zich aan die maat houdt, bevindt hij zich in de juiste orde waarin God hem heeft gesteld, en alles wat hem omgeeft is voor hem 'hemel'. Maar wanneer hij, in wat dan ook, deze orde overschrijdt en een wereld op zijn zwakke schouders legt, dan zal deze hem vermorzelen en tot 'hel' worden!
[13] En zo is de juiste maat in alle dingen, zowel voor de mens als voor de geesten een 'hemel'; een overmaat van dezelfde dingen is echter daarom voor mensen en geesten een pure 'hel'! - Begrijp je het nu?"
[14] JOSOË zegt: "Ja nu begrijp ik het natuurlijk wel en daar ben ik erg blij om! -Maar waarom legt de geestelijk leraar mij zijn lessen niet zo uit, dat ik ze net als nu kan begrijpen?!"
[15] IK zeg: "Ook dat heeft weer een wijze reden! Als je geestelijk leraar je alles zonneklaar uit zou leggen, dan zou je nooit zelf beginnen te denken en te beslissen. Maar zo dwingt hij je tot nadenken en zelf te beslissen en kijk, dat is dan al de juiste hemelse manier van lesgeven! Als het nodig zal zijn en jij de juiste rijpheid bereikt zult hebben, zal de geestelijk leraar je ook bij iedere les duidelijke voorbeelden meegeven. Maar voorlopig moet je zelf eerst geestelijk actief worden, want anders zou je onmogelijk diepere waarheden van de hemelse wijsheid kunnen begrijpen! - Besef je dat nu helemaal goed?"
[16] JOSOË zegt: "Ja, Heer, nu begrijp ik helemaal wat ik aan mijn geestelijk leraar uit Sichar heb, en ik begin nu ook een grote liefde voor hem te voelen!"
[17] IK zeg: "En die liefde zal je de voorbeelden verschaffen! - Maar nu komt er iets voor het lichaam. De vrouw, de zonen en de dochters van Marcus komen er al aan met een hele lading spijzen en dranken! Eet naar behoefte en wordt sterk opdat je geen honger of dorst zult hebben, want in Mijn nabijheid moet nooit iemand hongeren of dorsten, maar ieder moet geheel verzadigd worden, lichamelijk en geestelijk!"
[18] Cyrenius en Josoë hebben beiden een flinke honger en dorst en tasten daarom goed toe. Ook de mensen uit het gevolg laten zich niet smeken, maar volgen geducht het voorbeeld van Cyrenius.
«« 185 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.