De zonde toont de mens dat hij mens is.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 28 / 244 »»
[1] Ik zeg: "Vriend, je wil is goed, maar het vlees is zwak! Jouw goede voornemen zal binnen een eeuw wel uitgevoerd worden, en daarvoor zul je nog veel goeds als voorbereidend werk tot stand brengen, -maar wees in de geestelijke levenszaken nergens zo voorzichtig mee als met het Romeinse 'moet'; want dat schaadt de mens altijd meer dan dat het hem kan baten! Want ieder 'moet' is een oordeel en duldt geen vrijheid, terwijl de vrijheid bij de zuiver goddelijke levenszaken toch het enige goed bemeste veld is, waarop het zaad van het leven kan kiemen, opgroeien en uiteindelijk tot een gezegende en rijpe levensvrucht uitgroeien!
[2] Als je een jonge vogel, die pas uit het ei is gekropen, voert om hem sterk te maken voor het vliegen, maar hem naast het goede voer tevens kortwiekt, zeg dan eens, zal de vogel dan zelfs aan het beste voer iets hebben? De vogel zal wel in leven blijven, maar zolang je hem kortwiekt komt er van het vrije vliegen niets terecht!
[3] Zoals de vogel niet kan vliegen zonder vleugelveren, zo kan ook de geest van de mens nooit vrij gaan handelen als zijn vleugels van de vrije kennis gekortwiekt worden door de dwang van het moeten. Een geest die niet vrij kan handelen is al dood, omdat hij datgene niet heeft wat de basis is voor zijn leven en wat zijn leven is.
[4] Je kunt de mens duizend voorschriften geven die te maken hebben met zijn aardse levenssfeer en ze dwingend voorschrijven, daar zul je de geest van de mens veel minder mee schaden, dan wanneer je hem één enkel gebod van God hier op aarde dwingend voorschrijft.
[5] Het geestelijke moet vrij blijven en moet zelf in vrijheid de strafmaatregel bepalen, evenals het daarbij behorende oordeel; en dan pas kan het in en uit zichzelf de kroon op zijn leven zetten.
[6] Het vrije inzicht in het goede en ware is het levenslicht van de geest; daarmee bepaalt hij voor zich zelf aan welke voorschriften hij wil voldoen. Dat zijn dan vrije wetten voor hem, en die alleen passen eeuwig bij de vrijheid van het leven. De geestelijke wil, die door dat inzicht ontstaat, is de vrije geestelijke wet, en de eeuwige noodzaak om volgens de vrije wil te handelen is de eeuwige strafmaatregel, die maakt dat geen geest anders kan handelen, als hij tenminste vrij wil handelen.
[7] Kijk, dat is nu de eeuwige zelf regelende orde van God, die echt geen wetgever boven Zich heeft staan.
[8] Gods vrije wil bepaalt, volgens de eeuwig volmaakte kennis en wijsheid van inzicht in Zichzelf de wet, en bekrachtigt deze door de eigen nog altijd vrije noodzaak. Dit is de grond van alle geschapen, aardse zaken en hun voortbestaan voor zover dat noodzakelijk is voor de innerlijke ontwikkeling, stabilisering en uiteindelijke zelfstandigmaking van de geest.
[9] De menselijke geest moet echter net zo door en door volmaakt worden als de Geest van God door en door volmaakt is, want anders is de geest geen geest, maar een doodsoordeel.
[10] Om dat te kunnen worden, moet hem de gelegenheid worden geboden om zich in het tijdelijke net zo te kunnen ontwikkelen, als de goddelijke Geest de eeuwen door Zich in God Zelf en door God Zelf heeft ontwikkeld!
[11] Kijk, Ik zou eeuwenlang macht genoeg gehad hebben om alle mensen met onweerstaanbaar innerlijk geweld te dwingen zo precies een bepaalde gegeven wet op te volgen, dat ze daar geen haarbreedte van af zouden kunnen wijken; maar dan zou de mens ophouden mens te zijn, en zou dan een dier zijn gelijk welk ander dier dan ook uit het grote dierenrijk. Hij zou zijn werk dan natuurlijk heel secuur uitvoeren, maar aan het werk zelf zou je net zo weinig verschil ontdekken als aan het cellenbouwende werk van de bijen en dat van talloos vele andere grote en kleine dieren.
[12] Zou je dan echter met jouw vrije kennis zulke diermensen tot iets hogers op willen leiden, dan zou je met hen net zo weinig aan kunnen vangen, als wanneer je de bijen in een school zou willen leren hoe ze nu eindelijk eens hun cellen op een betere en doelmatiger manier zouden moeten gaan bouwen.
[13] Daarom moet je de gave van de mensen om te kunnen zondigen, niet zo laag en ook niet als te misdadig aanslaan; want zonder de gave om tegen de gegeven wetten in te kunnen handelen, zou de mens een dier zijn en geen mens!
[14] En Ik zeg je: De zonde bepaalt dat de mens een mens is; zonder de zonde zou hij een dier zijn!"
«« 28 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.