De omgang van de aardse mens met de hemelse Vader.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 58 / 244 »»
[1] Als hij dit hoort wordt CYRENIUS met grote eerbied vervuld en zegt: "Vrienden en dienaren des Heren, nu weet ik pas wie de Heer is, en wie ik ben! Ik ben totaal niets en Hij is eindeloos alles! Alleen begrijp ik onze menselijke vermetelheid niet, dat wij zo onbekommerd met Hem kunnen spreken alsof Hij onze gelijke zou zijn!"
[2] De beide ENGELEN zeggen: "Zo wil Hij het Zelf, want de kinderen hebben altijd al het recht om naar hartelust met de Vader te spreken! Praat daarom niet over domme dingen en omstandigheden, want aan jou ligt het niet dat je een mens bent, maar alleen aan Hem, die jou zo, zoals je bent, uit Zich Zelf heeft geschapen en Zich daarbij door niemand heeft laten raden dan alleen door Zichzelf. Hoe zou Hij dan ook iets aan een ander dan slechts Zich Zelf hebben kunnen vragen, terwijl er buiten Hem geen enkel wezen in de gehele oneindigheid bestond?!
[3] Als je dus met Hem spreekt als met je gelijke, doe je daar heel goed aan, want God heeft niemand buiten Zichzelf waarmee Hij zou kunnen spreken. Maar Zijn schepselen, die uit Hem zijn voortgekomen, zijn zó vrij, dat ze nu met God kunnen spreken en God met hen spreekt, als de ene mens met de andere, en daarom is het volkomen juist, dat jij met Hem spreekt als met je gelijke; want het schepsel is zijn Schepper waard en de Schepper Zijn schepsel.
[4] leder schepsel is een getuigenis van de almacht, wijsheid en liefde van God. Zonder Zijn macht is ook de machtigste geest niet in staat om uit zichzelf iets te scheppen; dat kan slechts God! Maar omdat ieder schepsel een getuigenis is van de goddelijke almacht, wijsheid en liefde, waarom zou het dan niet zijn schepper waard zijn? -Begrijp je dat?"
[5] CYRENIUS zegt: "O buitengewoon wijze dienaren van de almachtige God hoe helder en bezonnen zijn jullie zeer wijze lessen! Ja, zo is het! De mens hoeft zich echt niet te schamen voor wat hij is, want hij is het waarste meesterwerk van de schepper, als hij volgens de in vrijheid aanvaarde wil van God leeft. Maar als een mens tegen de wil van God handelt, dan geloof ik dat hij zichzelf verknoeit en niet meer voldoet aan datgene wat hij in den beginne was en eeuwig zijn en blijven moet.
[6] Zo moet dan de zonde een handeling zijn tegen de oorspronkelijke orde van God, waardoor de mens zelf, als schepper van het in hem tot ontwikkeling komende deel, zijn eigen aan-God-gelijk-moeten-wordende natuur verprutst en daardoor zichzelf onwaardig maakt om een schepsel van de eeuwige almachtige Meester te zijn!"
[7] De ENGELEN zeggen: "Daar heb je helemaal gelijk in! Ieder mens blijft in zoverre wel een waardig meesterwerk van God, omdat hij door zijn vorm, deugdelijkheid, kunde en levende vrijheid In zekere zin een echte machine is, waarin de geest zich vrij en levend kan uiten.
[8] Maar voor wat betreft de noodzakelijkerwijs aan hemzelf overgelaten morele ontwikkeling van zijn hart en zijn ziel, kan hij zich zelf verlagen tot een gedrocht uit de hel en juist de grootste zonde begaan, door In zichzelf het grootste meesterwerk van God om te vormen tot een erbarmelijk God onwaardig knoeiwerk, waarop het dan God Zelf veel moeite kost en een onbegrijpelijk geduld om van het verknoeide werk weer een meesterwerk te maken.
[9] Vanwege het onnoemelijk grote aantal werken, dat zichzelf verprutst heeft, is nu juist de Meester Zelf ditmaal In deze wereld gekomen om die werken voor alle tijden der tijden in orde te maken! Maar de werken zullen zich ook in 't vervolg blijven bederven, daarom zal Hij op deze wereld een nieuw instituut vestigen, waarin alle bedorven werken zich zelf in orde kunnen maken. Maar wie uit vrije wil geen gebruik van dit instituut zal willen maken, blijft eeuwig bedorven, tenzij zijn wil zich ooit zal veranderen! Begrijp je dat?"
[10] CYRENIUS zegt: "Dat begrijp ik ook helemaal en juist daarom denk ik dat men de mensen door geselecteerde, maar strenge wetten moet aansporen om van het instituut zoveel mogelijk gebruik te maken!"
[11] De ENGELEN zeggen: "Dat zal wel gebeuren, maar.het zal de mensheid weinig baten, want alleen dat wat de mens vrij uit zichzelf doet baat de mens. Al het andere brengt hem veel schade toe.
[12] Want als de mens door de een of andere dwang van buitenaf of van binnenuit volmaakt zou kunnen worden, dan zouden wij meer dan genoeg macht hebben om alle mensen zo te binden en te dwingen, dat zij onmogelijk ooit tegen welke wet dan ook zouden kunnen Ingaan! Maar daardoor zouden wij van de in alle vrijhield volledig aan-God-gelijk-moeten-wordende mens slechts een stomme levende machine maken, die zich zelf net zo weinig ooit zou kunnen opwerken tot doelmatige vrije bezigheid -als het zo scherp mogelijke zwaard der gerechtigheid dat met door een geoefende hand wordt vastgehouden!
[13] Daaruit kun je al heel duidelijk zien, dat het met wat voor dwang dan ook niet gaat. Het gaat alleen door de ware leer en vervolgens door in vrije zelfbeschikking te handelen en te wandelen volgens de gehoorde leer, die overal aan iedereen de goed verlichte weg van de goddelijke orde openbaart. - Begrijp je dit ook?"
«« 58 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.