Chiwar over de tempel.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 88 / 244 »»
[1] De OVERSTE zegt: "Als de zaken zo staan, waaraan ik direkt niet twijfel, dan moet hij zonder meer op een onbegrijpelijke wijze met de almachtige geest van Jehova in nauwe verbinding staan, zoals bijvoorbeeld Mozes of Elia, die ook vuur uit de hemel kon roepen dat hem gehoorzaamde. Misschien heeft hij ook nog veel wonderbaarlijks gedaan dat niet opgeschreven is, maar waarover nog wel volkssagen bestaan waaraan men natuurlijk maar weinig geloof kan hechten, maar waarin over het geheel genomen toch veel waarheid zou kunnen zitten!
[2] Zo moet juist Elia, als mijn geheugen mij niet bedriegt, eens bij een gelegenheid een hele hoop doodsbeenderen op een slachtveld levend gemaakt en van vlees, huid en haren voorzien hebben! Zo heeft hij ook bij een andere gelegenheid alle bronnen van de grote Eufraat voor drie jaar laten verdrogen en hij gebood daarbij ook de wolken om drie jaar lang niet aan de hemel te komen. Pas toen de mensen oprecht boete deden, opende hij weer de bronnen van de rivieren en gebood de wolken dat ze aan het firmament moesten komen en de dor geworden aardbodem water moesten geven! En zo verhaalt men nog veel over deze merkwaardigste aller profeten, dat echter in de loop van de tijd sterk misvormd kon worden, en men zegt dat deze Elia degene is die voor het einde der wereld nog eenmaal zal terugkomen om door grote tekenen de mensen tot boetedoening te bekeren, omdat zoals bekend deze raadselachtige profeet nooit is gestorven, maar in een vurige wagen ten hemel is gevaren. Het is daarom heel wel mogelijk dat deze Jezus drager is van de geest van de grote profeet en daarom, omdat hij ten nauwste in verband staat met de macht van Jehova, nu zulke daden doet, die alleen God mogelijk kunnen zijn!"
[3] CHIWAR zegt: " Jouw mening is zeker niet slecht, en ik zou je haast gelijk geven, als ik bij deze Jezus nu juist niet zo veel dingen met mijn eigen ogen gezien zou hebben, die de totale Elia een hele oneindigheid ver achter zich laten. Natuurlijk zou je hier wil vragen: 'Welke dan? Noem ze eens?' Maar ik moet je openlijk toegeven, dat mij de woorden volkomen zouden ontbreken om dat te beschrijven. Want dat moet men zelf gehoord, gezien en gevoeld hebben, anders kan men zich daar beslist geen begrip van vormen. En ik deel daarom de mening van enige duizenden, dat deze Jezus zonder meer de beloofde Messias is! Want het is voor mij zeer de vraag, of die, als hij op een andere tijd nog zou komen, grotere tekenen zal doen!? Bovendien stamt Hij volgens de kroniek, die doorloopt tot de grootvader van Jozef, in rechte lijn van David af. (Matth. 1:1-17) Achim was de vader van Eliud, Eliud de vader van Eleasar, die de vader van Matthan, die de vader van Jacob, en Jacob was de vader van Jozef, en die de vader van onze Jezus. Als je volgens deze kroniek verder teruggaat, dan kun je in rechte lijn bij David terechtkomen en er staat geschreven dat de Messias van David zal afstammen en dat iedereen Hem zal herkennen aan Zijn daden.
[4] Naar mijn mening stemt alles van deze Jezus daarmee overeen: de afstamming staat authentiek vast, en zulke daden, die de aarde op haar bodem nooit heeft meegemaakt, zijn ook overvloedig aanwezig. Daarom weet ik echt niet wat ons zou verhinderen om Hem als Diegene aan te nemen, die Hij zeer duidelijk is!?
[5] Dat de heerszuchtige tempel niet gemakkelijk daartoe zal overgaan, ligt er dik boven op, maar wij moesten ons daarbij helemaal niet meer op de tempel richten, die naar mijn mening volkomen dood is en ons verder bescherming noch wijsheid en nog minder enig blijvend levensonderhoud kan geven, -behalve wanneer wij haar voor een baan zoveel geven, dat tien mensen daarvan honderd jaar lang goed zouden kunnen leven.
[6] Becijfer jij maar eens het bedrag dat jij in de tempel voor het ambt van overste in goud en zilver hebt betaald, en dan zul je moeiteloos zien, dat je met dat geld heel gemakkelijk honderd jaar als een vorst had kunnen leven! Laat je hier echter maar eens door de Romeinen bedreigen en vraag de tempel dan om hulp, dan zal men je die niet alleen niet kunnen, maar ook niet willen geven. Hoogstens zal men je voor een paar handen vol zilverlingen met dubbelzinnige troost ongeveer net eender afschepen, als het beroemde orakel van Delphi -natuurlijk voor veel goud en zilver -een vragensteller afscheept, zodat het orakel later altijd gelijk heeft, of de vragensteller nu iets kwaads of iets goeds overkomt!
[7] Goddank ken ik alle huidige schurkenstreken van de tempel, en neem het beslist niet zo nauw om deze zo veel mogelijk om de tuin te leiden, op wat voor manier dan ook! Want, vriend, wie in deze tijd niet door de tempel zwaar misleid wil worden, die moet zo verstandig zijn om zelf de tempel zo goed mogelijk te bedriegen! Of denk je dat jij met een eerlijk en rechtvaardig gemoed en gezicht iets uit zult richten in de tempel? Oh, daar zal niemand zich op kunnen beroemen! Maar ga er met een echt geslepen gemoed en gezicht naar toe, dan sta ik er voor in dat je de tempeldienaars naar believen om je vingers kunt winden!
[8] Ik kan mij nog zeer goed en zekere Bar herinneren, die een besneden Griek was. Hij moet zeker een groot vermogen hebben bezeten, want hij hing vol parels en diamanten. Deze mens had nu zo'n sluw gezicht, sprak weinig, en wat hij zei was zo zeker een geraffineerde leugen, als dat ik Chiwar heet. Maar hij vroeg doodleuk duizend pond goud en gaf daarvoor een perkamentrol, die hoogstens een halve stater waard was. De hogepriester schokschouderde wel erg, maar Bar trok er een gezicht bij, zoals ik dat in mijn leven nauwelijks voor een tweede keer zou kunnen zien, en hij zei heel honend: 'Hm, aut Caesar -aut nihil!' ('Caesar of niets!' ofwel' Alles of niets'), waarop de hogepriester -God weet waarom -heel bleek werd en meteen aan Bar de duizend ponden goud liet geven, waarvan de tempel nooit meer een stuiver terugzag. Want na een jaar bleek pas dat deze Bar niets anders dan een heel sluwe bedrieger was, die met alle satans toverzalven gezalfd was, om ook de hogepriester duizend pond goud lichter te maken.
[9] Daarnaast kwamen er ook vaak heel eerlijke Joden, die in de tempel geld wilden borgen tegen goede onderpanden, maar zij kregen niets, want zij gedroegen zich veel te eerlijk en hadden ook veel te rechtvaardige gezichten! -En zo ben ik aan mijn principe gekomen: Men moet de tempel bedriegen, als men zelf niet door haar bedrogen wil worden! En daarom zal ik ook in der eeuwigheid niet aan de tempel vragen of Jezus de beloofde Messias is, maar Hij is het voor Mij ook zonder tempel! -Wat vind je van mijn mening?"
«« 88 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.