De levensbeschouwing van de Essenen.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 99 / 244 »»
[1] BARTHOLOMÉUS gaat verder: "Het mooiste is echter, dat zo nu en dan ook echt gestorven kinderen van rijke ouders worden opgenomen om weer opgewekt te worden, waarbij echter de opgewekte zoon of de opgewekte dochter pas na een jaar of vaak ook twee jaar teruggegeven wordt. Als na veel smeken en voor veel goud en zilver een gestorven dochter of een gestorven zoon in de opwekkingsinrichting van de Essenen wordt opgenomen, gaat er een soort genezer van de Essenen naar de treurende ouders en vraagt heel precies naar alles wat ooit met het gestorven kind te maken heeft gehad. De juiste leeftijd, alles wat het gestorven kind ooit gehoord, gezien en geleerd heeft, wat het graag gegeten en gedronken heeft, hoe zijn of haar slaap en woonkamer er uitzag, wie en hoe de speelgenootjes en vriendjes van het kind waren, wat zij allemaal beleefden en bij welke gelegenheden en op welke plaatsen, kortom, niet de kleinste kleinigheid mag verzwegen worden, - want anders, zegt de Esseen, kan er geen opwekking plaats vinden!
[2] De brave ouders vertellen alles dan ook graag tot in de finesses en denken ongetwijfeld dat de vragende Essenen heiland dat echt nodig heeft voor de opwekking van hun gestorven en teerbeminde kind. -Maar de Esseen heeft dat voor iets geheel anders nodig!
[3] Aan de grens van Egypte hebben de Essenen een grote opvoedingsinrichting voor mensen van alle mogelijke soorten en vormen. Zij maken heel bekwaam een afgietsel van de gestorvene, die zij daarna, snel en goed diep, in de aarde begraven. Met dit afgietsel gaan zij dan naar hun opvoedinrichting en kiezen uit de verscheidene duizenden kinderen van elke leeftijd het kind dat het meest op het afgietsel lijkt, nemen het mee en onderwijzen het dan zeer zorgvuldig in alles wat zij over de gestorvene weten, en brengen het vaak heimelijk naar de plaatsen waar de gestorvene vaak was. Zij nodigen beetje bij beetje ook diens vrienden in het klooster en laten de opnieuw gewekte voor weinig kosten met hen kennis maken. Zij leggen hem zo precies mogelijk de inrichting van het toekomstige ouderhuis uit, beschrijven alle kamers, zodat hij in staat is om zijn ouders overal naar te vragen, opdat de ouders echt plezier beleven aan hun zoon of dochter. Kortom, alles wordt zo goed uitgedokterd dat de ouders er niet de geringste twijfel over hebben dat de door de opwekkingsinrichting aan hen weer levend teruggegeven zoon of dochter echt is. Natuurlijk wordt er dan bij de teruggave met genoegen verschrikkelijk veel betaald.
[4] Arme mensen komen natuurlijk bijna nooit in aanmerking voor zo'n wonder, maar zij worden daarentegen heel hartelijk getroost en door kleine goedkope wonderen in het geloof versterkt dat hun gestorven kind rechttoe rechtaan naar het paradijs opgevaren is, en dat maakt de arme ouders ook weer blij gezind.
[5] Toch hebben deze Essenen in de aard der zaak helemaal geen slechte principes, want zij zeggen: 'Er moet een groep geestelijk ontwikkelde mensen zijn, die voor het gelukkig maken van hun medemensen alle middelen kan aanwenden, die zij maar voor dat doel als deugdelijk ziet. Zo'n ontwikkelde groep heeft door haar jarenlange leren, denken en onderzoeken gevonden, dat de dood de laatste fase van alle dingen is, en dat er na de dood geen bewustzijn en geen leven in wat voor vorm dan ook is. De leden van deze groep hebben echter levenswijsheid genoeg om het leven te verachten en in de verste verte niet als het hoogste goed te beschouwen; maar om de andere mensen gelukkig te maken moet hen gepredikt worden dat er een nog volkomener leven van de ziel na de dood is. Om de buitenstaanders zoiets echter vast te laten geloven moet men schijnwonderen te hulp roepen. Hoe buitengewoner die tot stand gebracht kunnen worden, des te meer uitwerking hebben ze!
[6] Daar hoort echter bij dat de ingewijden steeds het diepste stilzwijgen in acht nemen, en ieder heeft de strengste opdracht om tegenover de buitenstaanders de waarheid meer te mijden dan de pest, want iedere waarheid maakt de mensen tot slaven van de dood. Volgens hen duidde Mozes hier ook al op in zijn Genesis in een enkel kort vers, waarin hij met de zuivere waarheid kwam toen hij zei: ' Als je zult eten van de boom der kennis -wat zoveel wil zeggen als: de boom der waarheid -dan zul je sterven!' En zo gaat het met die mens, die overal de waarheid wil kennen en zich haar, en dus de dood, in de armen werpt. Daarom heeft ook Mozes, als ingewijde in alle wijsheid en waarheid van de Egyptische priesterkaste, bij de Joden meteen een priesterstand gevormd, die zich -weliswaar helemaal gedegenereerd -tot op deze tijd heeft staande gehouden.
[7] Het hoofdprincipe moet echter liefde zijn. De buitenstaanders moeten deze liefde, als door God verplicht, tot basis van hun bestaan maken. Daarom moeten de mensen door wetten, die God zou hebben geopenbaard, streng aan het uitoefenen van deze deugd gehouden worden. Opdat zij zich steeds meer beijveren in deze deugd en zij zich de gepredikte godheid als werkelijkheid meer verzinnebeelden, moet hen vooral de liefde tot God zo vast mogelijk op het hart gebonden worden. God Zelf moet hen enerzijds als een goede vader vol van de grootste liefde, en anderzijds, aan de weerspannigen, als de rechtvaardige rechter worden voorgesteld, die al het goede volgens de gepredikte liefde eeuwig beloont, maar ook al het kwade, dat in strijd is met de gepredikte liefde, in tijd en eeuwigheid bestraft. Daardoor zal de mensheid het gemakkelijkst in toom gehouden worden en bruikbaar zijn voor allerlei goede en nuttige zaken.
[8] Mocht er toch een mens zijn, die zou beginnen met zijn naasten de waarheid te prediken en de Esseense instellingen verdacht te maken, dan moest de instelling alles er aan doen om zo'n monster, dat met zijn leer der waarheid aan millioenen de dood brengt, zo vlug mogelijk uit de weg te ruimen, of nog beter, eventueel voor de instelling te winnen! Want er is voor de buitenstaanders niets zo gevaarlijk als een uitleg op het gebied van geloof aan een god en een eeuwig leven.'
[9] Kijk, broeder Judas, dat zijn de levensprincipes van die beroemde Essenen, waar jij ons over vertelde! Werelds gezien kan men ze niet te veel afkeuren, maar geestelijk zijn ze uitermate te verwerpen nu wij een geheel ander licht hebben! Want uit hun mond hoort een buitenstaander nooit een enkel waar woord, en als hij in hun bijzijn de waarheid wil spreken, dan is zijn doodvonnis al getekend!"
[10] JUDAS zegt met een kwaad gezicht: "Oh, dat zijn me een beesten! Nee, dat deze kerels met zulk sop overgoten zijn, daar zou ik zonder jou geen woord van geloofd hebben, maar omdat jij als voormalig Esseen ons dat nu vertelt, geloof ik het! -Maar hoe kwam je dan heelhuids uit het klooster?"
[11] BARTHOLOMÉUS zegt: "Ik liet mij helemaal inwijden, legde mijn proeven af en kwam toen voor de verzorging van de buitendienst hierheen. En omdat ik volledig het vertrouwen genoot, liet men mij ook buiten, want het klooster verleent dit voorrecht graag, omdat het daar slechts voordeel van kan hebben en nooit nadeel.
[12] Maar nu, nu ik in plaats van de leugen de gehele waarheid heb Ieren kennen, blijf ik des te zekerder altijd buiten! Wat mij betreft zullen zij in het klooster nooit horen wat ik weet, maar in de loop van de tijd zullen zij die buiten zijn horen wat de Essenen in het klooster doen!"
«« 99 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.