De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'.

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 16 / 101 »»
[1] Onze gastvrije vriend is reeds hier; treed dus maar binnen in zijn sfeer. Ook deze geest zullen jullie weer zien in zijn sfeer, waarin jullie door hem wat worden rondgeleid. Let weer goed op hetgeen hij jullie zal laten zien en wat hij jullie zal zeggen, want daaruit zal jullie veel van wat jullie tot nu toe nog niet goed hebben begrepen, duidelijk worden. Jullie bevinden je al in zijn sfeer; vertrouw dus maar op hem want hij is een bekwame gids en in hem is veel wijsheid uit Mij. Onderweg zullen jullie nog wel te weten komen wie deze geest eigenlijk is. Luister dus nu naar hem en volg hem maar!
[2] De geest zegt zojuist tegen jullie: kom, kom geliefde broeders, zoals de Heer het wil; ik zal jullie rondleiden in het rijk van waarheid en liefde!
[3] Zie daar naar de morgen toe dat buitengewoon majestueuze, mooie gebergte. Kijk hoe de goddelijke zon, waarin de Heer is, al hoog boven het gebergte staat en zie hoe prachtig haar stralen als die van een liefelijk morgenrood in de dalen en andere diepten van de wereld vallen!
[4] Kijk bij deze gelegenheid ook eens achterom, dan zien jullie een grote zee, waarop zich vele grote golven bewegen. Op de golven zien jullie veel schepen; sommige zijn groot en andere klein. Jullie zien hoe de golven naar de oever toe dringen om deze heerlijke zonnestralen in zich op te zuigen. De schepen op de grote zee hebben ook hun zeilen zo gericht dat ze evenals de golven op de verlichte oever afstevenen. Daaraan kunnen jullie de verborgen kracht van de stralen van die goddelijke zon, waarin de Heer woont, herkennen.
[5] Maar nu begeven we ons naar dat gebergte. Daar zullen we dingen van een heel andere aard aanschouwen en zien, hoe de goddelijke waarheid zich daar openbaart. Jullie vragen en zeggen: maar lieve geestelijke vriend en broeder, dat stralende gebergte lijkt nog heel ver weg te liggen, hoe kunnen we het zo vlug bereiken? 0 lieve vrienden en broeders, maken jullie je daarover geen zorgen, want onze eigen wil zal ons terstond daarheen brengen. Jullie willen het evenals ik, en kijk, we zijn al ter plaatse!
[6] Jullie zeggen: o lieve geestelijke vriend en broeder, hier is het verrukkelijk; hier zouden we wel willen blijven, want zoiets prachtigs als het uitzicht vanaf dit hoge gebergte is nog nooit, zelfs niet bij benadering voor ons geestesoog verschenen.
[7] Jullie zien daar naar de middag toe iets eigenaardigs en jullie weten niet wat je ervan moet denken. Jullie zien aan een vanaf het hoge firmament hangende gouden staaf een zon hangen die zich statig en langzaam heen en weer beweegt als de slinger van een klok. Jullie zouden wel willen weten wat dat is. Ik zeg jullie: laten we er maar naartoe gaan, dan zullen jullie er weldra achter komen.
[8] Zien jullie daar achter deze indrukwekkende zonneslinger het buitengewoon grote vierkante gebouw, dat zich trapsgewijs en piramidevormig met zijn punt ook tot onder het hoge schijnbare hemelfirmament verheft? We zullen er naartoe gaan en het gebouw wat nader bekijken. Het opschrift aan de ene kant zal ons vooreerst de betekenis ervan duidelijk maken. Jullie willen het, en kijk, we zijn ook al ter plaatse!
[9] Kijk daar eens naar boven. Op de tiende trede zien jullie twee grote lichtgevende piramiden staan; lees maar wat er op elk van de twee geschreven staat. Jullie zeggen: het schrift is ons onbekend. Wel, dan zal ik het jullie voorlezen. Op de ene piramide aan de linkerzijde staat geschreven: `Dit is de grote tijdmeter voor de geschapen dingen'. En op de andere piramide staat: `Enig juiste beweging van alle dingen en gebeurtenissen volgens de goddelijke ordening'. Uit deze twee opschriften kunnen jullie reeds gemakkelijk opmaken wat deze verschijning wil zeggen.
[10] Maar gaan jullie nu met mij omhoog, minstens tot op de halve hoogte van dit gebouw. Daar zullen we de wijzerplaat van deze grote wereldklok aanschouwen, waarop jullie heel gemakkelijk kunnen zien hoe laat het nu is.
[11] Kijk, we zijn alweer op de plaats van bestemming. Jullie zijn verbaasd dat deze wijzerplaat maar aan één kant, namelijk de linker, van cijfers is voorzien, en wel evenals bij jullie klokken van een tot twaalf. De rechterkant, die naar de morgen is gekeerd, is helemaal zonder cijfers. Dit komt, omdat hier de avondzijde alleen het tijdelijke aangeeft, en de morgenzijde het eeuwige en dus geestelijke.
[12] Toen de gehele materiële schepping werd gerealiseerd, stond deze grote, lichtgevende wijzer naar beneden op het cijfer één, dat jullie nog sterk zien lichten.
[13] Maar waar staat deze wijzer nu? Jullie zeggen: hij wijst al recht omhoog en zelfs al bijna naar het einde van het laatste getal. Twee kleine puntjes moet hij nog passeren en dan is zijn punt het cijferloze lichtveld binnengegaan. Weten jullie wel wat dat betekent? Kijk, dat betekent de laatste tijd!
[14] Maar jullie vragen: zullen dan alle dingen ophouden te bestaan, wanneer de wijzer op het vrije witte vlak zal uitkomen? Dat zal een volgende hogergeplaatste wijzerplaat aangeven. Ga daarom met mij een paar treden hoger.
[15] Kijk, daar is al een andere wijzerplaat. Wat zien jullie daarop? Jullie zeggen: daar zien we juist het tegenovergestelde; de naar de avond toegekeerde zijde is donker en zonder cijfers; de zijde naar de morgen toe is hier echter met nieuwe, helder lichtende cijfers beschreven. Daar staat echter de één bovenaan en het getal twaalf beneden. De grote wijzer raakt reeds de eerste punt van de één, die straalt als een heldere morgenster. Elk cijfer dat vanaf de één de grote kring naar beneden vormt, straalt steeds sterker en de glans van het laatste getal is als die van de zon, die daar in de morgen zo buitengewoon heerlijk straalt. Jullie hebben alles goed opgemerkt; maar wat wil het zeggen?
[16] Dat zullen jullie dadelijk vernemen. Kijk, zo gaat een oude, duistere tijd in een nieuwe, verlichte over. Daarom zullen de dingen ook niet vergaan, maar er wordt hun 'een nieuwe tijd' gegeven. Zoals de eerste tijd een tijd was van de ondergang, een tijd van de nacht, zo zal deze komende tijd een tijd zijn van de opkomst en een tijd van de dag! Nu begrijpen jullie wat dit grote uurwerk betekent. Laten we onze blikken er dus weer van afwenden en de dingen die nog in eindeloze, wonderbaarlijke overvloed om ons heen zijn, nader beschouwen.
[17] Jullie zien daar naar de middag toe een buitengewoon groot vierkant gebouw dat op een bijzonder grote kubus lijkt en bijna twaalfduizend klafter lang is; breedte en hoogte zijn dus gelijk aan de lengte. Boven op de vier hoeken zien jullie vier reusachtige mensengestalten met aan hun voeten vier verschillende dieren. We zullen er meteen naartoe gaan en zien wat dit allemaal betekent. Jullie willen het, en daarom zijn we ook al, zoals jullie zien, op het glanzende oppervlak van deze grote kubus. Kijk eens, daar in het midden van dit glanzende vlak staat nog een kleinere, heel sterk stralende kubus, waarop een geheel ontzegeld boek ligt.
[18] Het zevende zegel zien jullie eveneens al ontzegeld en vanuit dit zegel zien jullie allerlei reusachtige vormen opstijgen. Veel geesten in witte kleren en met grote bazuinen in hun hand vluchten naar alle kanten. Kijk, daar blaast er een op de bazuin en uit de bazuin komt van alles tevoorschijn zoals: oorlog, duurte, hongersnood en pest. - Kijk, daar blaast een ander op zijn bazuin en daaruit komt een verterend vuur. Waar het neerkomt verteert het alles en de hardste stenen laat het wegsmelten als waterdruppels op een gloeiende plaat. Kijk nu daar weer, een ander blaast op zijn bazuin en een grote watervloed vol met allerhande ongedierte stroomt eruit; en kijk, daar beneden in de diepte de oude aarde, hoe ze verdrinkt in deze vloed. En kijk daar, een vierde blaast op zijn bazuin en een grote, vurige draak stort gebonden en gekneveld naar beneden daar waar jullie in een eindeloze diepte een onmetelijke, kokende vuurzee zien.
[19] Maar kijk nu naar de vier grote reusachtige gestalten op de hoeken; ook zij zijn voorzien van grote bazuinen. Zie, die in de richting van de middernacht blaast krachtig op zijn bazuin, waaruit een geest tevoorschijn komt om met een grote gesel de aarde te tuchtigen. En zie, die in de richting van de avond blaast eveneens op zijn bazuin en daaruit komt een andere geest met een gloeiende en vurige bezem in zijn hand om het vuil van het aardrijk te vegen. En zie, daar in de richting van de middag blaast de grote geest eveneens op zijn bazuin waaruit een heleboel geesten komen die voorzien zijn van allerlei korven met zaden om een nieuwe vrucht in het schoongeveegde aardrijk te leggen. Maar kijk nu, de geest in de richting van de morgen blaast eveneens op zijn bazuin en daaruit komt een lichtende wolk. Daarop zien jullie talloze scharen. Boven deze wolk zien jullie een stralend kruis en op het kruis staat een mens, zo zachtmoedig, zo mild als een lam!
[20] Zie, dit is het teken van de Mensenzoon. Hiermee hebben we op deze plek ook alles gezien, wat jullie hier te zien en te aanschouwen kan worden gegeven; en dit alles is het licht van de waarheid, van waaruit jullie deze dingen aanschouwen. -
[21] Jullie richten je blik zojuist naar de morgen en zien tot je grote verbazing een buitengewoon prachtige, grote stad, die straalt als de heerlijke zon boven haar. Jullie zouden graag willen weten wat dit voor een stad is en zouden haar ook nader willen bekijken. Jullie willen het! - en kijk, de stad ligt ;ti voor ons.
[22] Hoe bevalt het jullie hier? Jullie zeggen: onuitsprekelijk fijn en goed, want hier ademen we toch louter liefde en alles wat we zien, heeft een buitengewoon zacht, mild en liefde ademend karakter. Verder zeggen jullie: hoc prachtig glanzen de muren van deze stad; hoe buitengewoon verheven en prachtig zijn haar poorten en wat een onbeschrijfelijk heerlijk licht straalt ons vanuit iedere poort tegemoet! Talloze overgelukkige scharen engelgeesten wandelen daar in en uit! O, daar moet het wel goed wonen zijn!
[23] Jullie zeggen dat je ook graag binnen in de stad zou willen rondkijken. Ook dat kunnen jullie nu doen. Maar ik zeg jullie van tevoren: deze stad is zo oneindig groot dat we haar zelfs met de grootst mogelijke gedachtesnelheid in geen eeuwigheden volledig zouden kunnen doorkruisen; want deze stad wordt pas groot, ja steeds eindeloos groter en groter naarmate iemand dieper in haar innerlijk doordringt. Daarom zullen we ook slechts naar één poort toegaan en door die poort een blik in de stad werpen.
[24] Jullie zeggen nu: in de naam van de almachtige Heer! Wat een eindeloze pracht en wat een onafzienbare rij huizen! Aan deze straat die we hier zien, lijkt wel nooit een eind te komen. Ja, ik zeg jullie ook: jullie zouden eeuwig door deze straat kunnen wandelen, maar nooit zouden jullie bij een tegenovergesteld einde aankomen; en zulke straten en pleinen zijn er zijn ontelbaar veel in deze stad. Willen jullie echter weten hoe deze stad heet, lees dan maar het opschrift boven deze poort. Er staat: de heilige stad Gods ofwel het nieuwe Jeruzalem.
[25] Maar ik, die jullie hier nu heeft rondgeleid, ben de geest van Swedenborg; en hiermee hebben jullie dan ook alles gezien wat jullie door de Heer vergund was om in mijn sfeer te zien. Daarom keren we dan ook weer terug. Kijk, we zijn al op de plek vanwaar we zijn vertrokken. Treed nu uit mijn sfeer en ga naar Hem, die op jullie wacht en wiens naam is: Heilig, heilig, heilig!!! - Wel, jullie zijn weer hier; hebben jullie alles goed in je opgenomen?
[26] Jullie antwoorden bevestigend, maar Ik zeg jullie: wat jullie daarvan nog niet begrijpen zal jullie te zijner tijd en wel in de sfeer van de volgende geest duidelijker worden. En dus genoeg voor vandaag.
«« 16 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.