De sfeer van de negende geest (ev. Marcus). Rondleiding in de eigenlijke geestenwereld. Hoe het kwaad van de vleselijke liefde zichtbaar wordt in het hiernamaals

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 17 / 101 »»
[1] Ook deze negende geest zullen jullie zien en spreken in zijn sfeer. Hij zal jullie naar verschillende plaatsen leiden, waar jullie van alles wat je tot nu toe nog vreemd was, zullen zien en begrijpen. Daaruit zullen jullie ook veel van hetgeen tot nu toe werd gezien, in een helderder licht aanschouwen.
[2] Kijk, onze nieuwe gastvrije vriend staat er al; begeef je daarom terstond in zijn sfeer en volg zijn instructies maar op.
[3] Jullie bevinden je al in zijn sfeer. Let dus op, wat deze nieuwe gids jullie gaat vertellen. Hij zegt: beste vrienden en broeders, kom, kom met mij mee om te zien wat de oneindig grote Vaderliefde allemaal bewerkstelligt en hoe mild zij overal is. Verheug je bovenmate dat de Heer er behagen in schiep dergelijke dingen aan jullie geest te tonen; want jullie zullen met eigen ogen aanschouwen, hoe ondoorgrondelijk de wegen van de Heer zijn en hoe onnaspeurlijk de raadsbesluiten van Zijn oneindige eeuwige wijsheid!
[4] Kijk om je heen zo ver jullie geestelijke ogen maar reiken en zeg me dan wat er allemaal voor jullie ogen verschijnt. Ik zie wel dat jullie door de grootheid van het schouwspel in verlegenheid gebracht worden, er geen raad mee weten en niet weten waar te beginnen! Daarom zal ik alles wat jullie zien, duidelijk in woorden beschrijven.
[5] In de richting van de middernacht zien jullie een tamelijk kale omgeving; hoge steile bergen stapelen zich achter elkaar op en kijken als dreigende rechters neer op de prachtige vlakten. Hier en daar tussen de bergen en op de kleinere heuvels ontdekken jullie gebouwen die lijken op jullie woningen op aarde; hier en daar, meer in het laagland staat ook een klein kerkje. In de hogere sferen van deze bergen zien jullie grijze wolken voorbijtrekken en daarboven lijken de bergen uit louter sneeuw en ijs te bestaan, ongeveer zoals de hoge gletsjers bij jullie op aarde. Verder zien jullie dat deze hele noordelijke omgeving door een grote en brede rivier is afgesneden van de streek waarin wij ons nu bevinden.
[6] Wanneer jullie de loop van deze rivier volgen, ontdekken jullie dat zij uit de omgeving tussen morgen en middernacht tevoorschijn komt en bijna in de vorm van een halve cirkel tussen avond en middernacht verder stroomt. Haar water wordt tot geweldige golven opgestuwd; daarom is er slechts één enkele gierpont of liever gezegd een door de stroming aangedreven schip, dat de overtocht mogelijk maakt voor de bewoners, die aan de overkant van de rivier wonen.
[7] Jullie zouden wel willen weten wat dat voor bewoners zijn? Dat kunnen we gauw te weten komen. Kom maar met mij mee; de boot ligt juist aan deze oever en we zullen de rivier vrijwel moeiteloos kunnen oversteken. Jullie willen het en kijk, we zijn al aan de oever van de rivier. Stap maar moedig in het bootje en wees niet bang voor de schuimende golven, noch voor de donkere diepte van de rivier. We zullen de boot zo goed sturen dat ook niet één druppel erin zal komen.
[8] Welnu, jullie zitten in de boot. Zie, de tocht gaat beter dan jullie dachten, want we zitten al midden op de rivier. Schrik maar niet van de monsters die hun koppen boven de golven uitsteken en hun muilen heel ver opensperren alsof ze hele werelden zouden willen verslinden. Want kijk, we zijn er bijna en nu hebben we de overkant dan ook helemaal bereikt. Stap maar voor mij aan land dan zal ik jullie volgen en tevens de boot aan de oever vastleggen.
[9] Kijk, we zijn nu aan land. Daar tamelijk diep in een dal gelegen zien jullie een vervuild dorp. Laten we daarheen gaan en kijken wat daar allemaal te zien is. We zijn er al; hoe bevalt het jullie hier? Jullie krijgen er gewoonweg koude rillingen van. Ik zeg jullie, het ziet er daar nog goed uit, maar het zal nog fraaier worden!
[10] Jullie zeggen: beste vriend en broeder! We zijn hiermee al tevreden, want de buitengewoon vieze huizen zien er uit als die van een afgebrand dorp in een of andere duistere uithoek van de aarde. De mensen die we hier zien, zien er zo haveloos uit dat men zich op aarde moeilijk iets havelozer kan voorstellen. Daar komt zojuist een stel op ons af; de man is halfnaakt. De blote delen van zijn lichaam zijn uitgeteerd en vuil en op zijn borst lijkt hij een brandwond te hebben. Zijn haren zijn voor meer dan de helft als door vuur verschroeid, ook de helft van zijn gezicht lijkt te zijn verbrand. Zijn begeleider lijkt een vrouw te zijn. Heer, wat een beklagenswaardige vrouwelijke gestalte! Zij ziet er uit alsof ze werkelijk reeds drie jaar in de grond heeft gelegen. Alleen over haar schouders hangen nog enkele vuile lompen, die er uitzien alsof ze zojuist uit een beerput zijn gehaald. Haar blote voeten lijken op vleesloze beenderen en haar armen! De ene is een halfverbrande skeletarm en de andere zit vol etter en zweren, en haar hoofd, wat een gelaatsuitdrukking! Werkelijk, wie in staat is om daaruit een andere karaktertrek dan die van de dood te halen, die moet een hoge graad van wijsheid bezitten.
[11] Ja, mijn beste vrienden en broeders, laat je door deze aanblik niet van de wijs brengen, want zo zien de bewoners van deze streek hier er nog het voordeligst uit en dit is nog maar het eerste begin van de grote ellende die deze streek herbergt. Maar laten we ons nu naar het dorp zelf begeven waar jullie echt wonderbaarlijke dingen zullen zien.
[12] Daar staat al het eerste huis. Kijk eens door dit lage raampje naar binnen; wat zien jullie daar? O, jullie schrikken terug; wat is er dan? Ik weet het wel, er zijn hier geen parfumerieën! Op de vloer van deze kamer zien jullie half vergane menselijke wezens bij elkaar hokken en in hun stinkende, half van hun beenderen afgevallen en verrotte vlees wroeten. Dat is weliswaar geen prijzenswaardige aanblik, maar het is nu eenmaal niet anders, want zo uit zich hier de vleselijke liefde.
[13] Jullie vragen of deze wezens dan helemaal verloren zijn? Jullie weten toch hoe groot de liefde en ontferming van de Heer is. Kijk, het vlees of beter gezegd de vleselijke lust van al deze wezens moet helemaal op de meest weerzinwekkende wijze worden opgeteerd voordat zij in een toestand kunnen komen waarin hulp voor hen mogelijk wordt.
[14] Denken jullie dat deze van jullie gezichtspunt uit bekeken hoogst ellendige wezens zich ongelukkig voelen in deze toestand? 0 helemaal niet! Zouden ze zich ongelukkig voelen, dan zouden ze ook graag snel willen vluchten, want ieder heeft nog zoveel kracht dat hij kan opstaan en zich verder stroomopwaarts begeven, want het water van de rivier heeft voor hen een zuiverende en genezende kracht. Alleen het vleselijke genot is hun element en daarom knagen ze zo lang aan hun vlees, totdat het helemaal verteerd is.
[15] Jullie vragen: hebben deze mensen wel iets te eten en kunnen ze nog een of ander voedsel tot zich nemen? Kom maar mee naar het tweede huis en kijk door het raam naar binnen, dan krijgen jullie meteen een maaltijd te zien.
[16] Wel, wat zien jullie daar? Maar jullie kunnen ook niet eens blijven kijken! Waarom zijn jullie dan zo plotseling van het raam weggesprongen? Ja kijk, dat brengt de vleselijke lust ook met zich mee. Op aarde hebben jullie een gezegde dat luidt: zij zijn zo gek op elkaar dat ze elkaar wel kunnen opeten! Daarom hoeven jullie ook niet zo ontdaan te zijn, als jullie gezien hebben hoe de bewoners van dit huis elkaars weggerotte lappen vlees, die vol maden en wormen zaten, opaten. Zo moet het vlees verteren, wil het vonkje van hun betere geest ooit nog vrij komen.
[17] Nu vragen jullie weer of deze ongelukkige wezens niets te doen hebben. Ook dat zullen we zien. Daar is alweer een ander huis. Kijk maar door dit halfvergane raam naar binnen, dan zullen jullie meteen zien waarmee de bewoners van dit huis bezig zijn. Maar jullie vluchten alweer weg van het raam. Wat is het dan dat jullie zo vlug van het raam heeft verdreven? Is het dan zoiets bijzonders als men in het juiste licht ziet hoe de bewoners van dit huis uit het stinkende slijk op de grond halfvergane lappen vlees opvissen en deze om hun kale botten wikkelen, en als ze dan een of ander geraamte tiet dergelijke veretterde lappen vlees hebben omwikkeld, dadelijk weer aan de zinnelijke geslachtsgemeenschap denken en alle mogelijke moeite doen om zich nog enig wellustig vleselijk genot te verschaffen?
[18] Waarom zijn jullie dan zo verbaasd over dit schouwspel? Gaat het er op aarde dan beter toe? Jullie zouden zo menig teder vlees dat op aarde zoveel opzien baart maar eens met geestelijke ogen moeten kunnen bekijken, dan zouden jullie nog heel wat grotere wonderen aanschouwen dan hier!
[19] Jullie vragen: hebben deze arme wezens dan helemaal geen begrip van de Heer en ook helemaal geen verlangen naar Hem? Ga dan maar eens een stukje verder. Kijk, daar staat iets op een heuvel dat lijkt op de smerige ruïne van een bedehuis. We zullen erheen gaan; wie weet wat voor merkwaardigs we daarbinnen zullen ontdekken! Kijk, hier achter tegen de berg is een reeds enigszins vervallen poort. We hoeven maar naar binnen te kijken en we zullen op jullie vraag onmiddellijk het passende antwoord krijgen. Wel, jullie slaan hier bijna achterover van schrik! Wat voor wonderlijks hebben jullie dan ontdekt?
[20] Jullie kunnen nauwelijks ademen, laat staan spreken! Jullie moeten niet steeds zo reageren, anders zal deze wandeling niet zo snel ten einde zijn. Wat jullie hier namelijk hebben gezien is niet meer en niet minder dan volkomen natuurlijk. Denk maar eens na; de zinnelijke en begerige mens draagt zoiets toch overal met zich mee. Ook wanneer hij een bedehuis binnengaat, kan hij zien wat hij wil, en zijn zinnelijke liefde zal daarbij voortdurend actief zijn. Ieder voorwerp wordt door haar gekleurd volgens haar geaardheid. En zo zal ook aan ieder voorwerp, dat een op zinnelijkheid belust mens heeft bekeken, zo'n weerzinwekkende liefde geestelijk te zien zijn. Op grond hiervan hebben jullie in dit bedehuis op de plaats van het altaar ook niets anders dan louter geslachtsdelen van beiderlei kunne gezien. Ook een daar geplaatst heel pover onooglijk kruisbeeldje was aan alle kanten met zulke lustobjecten behangen en versierd. Jullie hebben binnen zelfs enkele mensen gezien die zich als in een museum in dit bedehuis voortsleepten en als het ware helemaal opgingen in de aanblik van bovengenoemde kunstvoorwerpen en zich daarin verlustigden.
[21] Vinden jullie dit soms overdreven? Ik zeg jullie: dit is niet in het minst overdreven, maar het is de zuivere, nuchtere waarheid. Want er zijn bij jullie op aarde toch heel veel mensen die zo nu en dan wel aan de Heer denken, vooral wanneer ze een uit hout gesneden beeld van Hem zien dat Hem echter slechts grof materieel voorstelt; maar hoe lang duurt zo'n herinnering? Slechts één blik op een voor hem op de een of andere manier aantrekkelijk vrouwtje, en de herinnering aan de Heer zal evenals Zijn beeld met allerlei bekoorlijke lichaamsdelen behangen en verweven zijn! Op aarde wordt zoiets door de huid verborgen, maar voor de geest is dit alles open en bloot te zien.
[22] Jullie vragen: beste vriend, daar dieper in deze smerige vallei zijn nog heel veel van dergelijke bedroevend fraaie onderkomens; is dat soms een voortzetting van deze vleselijke lofwaardigheden?
[23] Hebben jullie nog zin om het volgende huis te bekijken? Jullie schudden je hoofd en daarom zal ik jullie dan ook niet verder rondleiden, maar ik zeg jullie in het kort dat jullie geen betere maar steeds slechts ergere dingen te zien zouden krijgen. Zo zouden jullie bijvoorbeeld in het volgende huis reeds alle mogelijke manieren van knapenschenderij zien. Zouden jullie nog verder gaan, dan zouden jullie zien hoe jonge meisjes door zinnelijke mannen tot ontucht worden verleid en gedwongen. Maar omdat de aanblik van verdere vleselijke gruwelen jullie echter meer zou schaden dan baten, is het dan ook beter dat jullie zoiets niet zien!
[24] Ik moet jullie wel zeggen dat, hoe verder men daar binnendringt, men de mensen er qua uiterlijk in zekere zin steeds gevulder en vollediger gevormd ziet dan die daar verder stroomopwaarts. Dat komt omdat degenen die zich stroomopwaarts bevinden al meer ontmaskerd en van hun vlees ontdaan zijn dan degenen die daar meer landinwaarts wonen.
[25] Kijk daar eens, diep in dat vuile dal, daar zien jullie zelfs meerdere huizen in brand staan. Jullie vragen: wat betekent dat? Dat betekent dat daar deze vleselijke lust ontaardt in kwaadaardigheid die lijkt op jaloezie bij jullie op aarde. In zo'n huis mogen jullie niet naar binnen kijken, want een dergelijke aanblik zou jullie, als je er niet op bent voorbereid, het leven kosten! Zodoende hebben we in dit ravijn dan ook niets meer te zoeken en daarom zullen we de volgende keer naar een ander dorp gaan. We zullen zien hoe het daar toegaat. Ik zeg jullie: verwacht er maar niet te veel van, want daar zullen we nog heel andere dingen te zien krijgen. En dus laten we het nu hierbij!
«« 17 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.