Wederzijdse beïnvloeding van echtgenoten in het hiernamaals

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 34 / 101 »»
[1] Jullie zeggen: dat is volkomen juist en we begrijpen het. Maar omdat we in het gezelschap ook vrouwen hebben gezien, die toch geen openbare functie te vervullen hadden, is het de vraag wat zij hier doen en waarom ze in zekere zin met dit gezelschap tot een eenheid versmolten zijn.
[2] Mijn beste vrienden, jullie zouden je over jezelf moeten verbazen dat jullie dit niet ogenblikkelijk begrijpen.
[3] Is het dan niet van oudsher zo dat de in ieder opzicht veel zwakkere vrouw niets hartstochtelijker wil en begeert dan juist datgene waartegen ze het minst is opgewassen, namelijk heersen en regeren. Wanneer mannen een of andere functie bekleden en trouwen of reeds getrouwd zijn, dan is het vast en zeker altijd het geval dat de vrouw tenslotte meer regeert dan de eigenlijk tot regeren bevoegde man.
[4] Om hun plannen te kunnen doorvoeren gebruiken ze al hun vrouwelijke listen en de man moet wel heel standvastig zijn, wil hij niet door zijn `Eva beetgenomen worden.
[5] Jullie vragen weer: ja, maar wat is dan de reden dat de vrouw met haar listen gewoonlijk de overwinning behaalt? Ik zeg jullie: de reden is heel natuurlijk en daarom ook heel begrijpelijk. Als jullie bedenken dat de vrouw eigenlijk de wortel is van de man, dan zal jullie daardoor al het andere gemakkelijk te verklaren zijn.
[6] De stam van een boom staat weliswaar met zijn takken in het licht van de hemel, zuigt etherische kost uit de stralen van de zon op en niemand merkt dat hij desondanks zijn hoofdvoedsel voornamelijk van zijn wortels krijgt. Als nu de wortels tegen de boom zouden samenzweren en zich tengevolge daarvan van hem zouden losmaken, wat zou er dan heel spoedig met de boom gebeuren? Hij zou verdorren en tenslotte geen vruchten meer dragen.
[7] Kijk, dat weet de vrouw in haar hart en ze voelt heel goed aan hoezeer de man haar nodig heeft. Als ze echter slecht is opgevoed en daardoor een verdorven gemoed heeft, doet ze hetzelfde wat niet zelden de wortels van een boom doen; ze laten namelijk uit de aarde nieuwe loten opschieten, voeden deze, en daardoor wordt aan de boom de hem toekomende voeding onttrokken. Uit zulke wortelscheuten zal zeker nooit een krachtige en vruchtdragende boom groeien, maar in plaats daarvan een op de boom gelijkend struikgewas. Als de boon niet de hogere kost uit de hemel een dergelijk misbruik van de wortels niet krachtig tegengaat door zijn takken en twijgen flink uit te breiden en de kwalijke wortelscheuten met zijn sterke schaduw laat verwelken om ze tenslotte tijdens een gunstig jaargetijde of met behulp van de winter te verstikken, dan is dat duidelijk zeer nadelig voor zijn eigen bestaan en werkterrein.
[8] Zo gaat het ook met een man die een heerszuchtige vrouw heeft die in alles wil imponeren. Als hij niet in staat is haar met zijn mannelijkheid krachtig tegen te werken, zal de vrouw hem spoedig helemaal hebben omsingeld met haar wilde scheuten en zal hij steeds zwakker worden, tenslotte wegkwijnen en al zijn kracht zien opgaan in de onoverwinnelijke zich mannelijk gedragende worteluitwassen van zijn vrouw. Dat is dan de vrouwelijke heers- en regelzucht!
[9] Een ander voorbeeld zien jullie bij je kinderen, die in hun zwakheid vaak sterker zijn dan de allergrootste held, voor wie duizenden en nog eens duizenden sidderen. Laten we aannemen dat de held een vader is die een klein kind heeft dat nog nauwelijks in staat is iets verstaanbaars te brabbelen. Er mogen duizenden naar deze held toekomen om hem van een idee af te houden, toch zullen ze zeker niets bereiken. Maar dit kind hoeft hem maar aan te kijken, hem toe te lachen en dan tegen hem te zeggen: papa, blijf bij me, ga ditmaal niet weg, want ik ben zo bang dat je ongelukkig wordt; en de held wordt teergevoelig en luistert naar zijn kind.
[10] Na dit voorbeeld keren we weer terug naar de vrouwen. Zoals jullie weten krijgt de stem van de man in zijn jongelingsjaren reeds een krachtige mannelijke klank; die van de vrouw behoudt de klank van het kind. Kijk, zoals de vrouw deze klank behoudt, zo behoudt zij ook voortdurend in zekere zin min of meer het hele kinderlijke wezen in zich. Tengevolge van dit vermogen bezit ze dan ook de kinderlijke macht die, zoals gezegd, niet zelden groter is dan de wilskracht van een nog zo groot wereldbeheersende veldheer.
[11] Tengevolge van dit vermogen kan de vrouw dan ook vanuit de wortel op de man inwerken. Ziet zij dat er langs de weg van gewone `vrouwelijke politiek' bij de man niets te bereiken valt, dan grijpt de vrouw al gauw naar de voor haar kenmerkende zwak lijkende kinderlijkheid, waarmee ze dan ook meestal de krachtige man overwint.
[12] Ik denk dat door dit voorbeeld alles nog duidelijker voor jullie wordt, zodat jullie daaruit zonder veel moeite kunnen opmaken waarom er in dit gezelschap ook vrouwelijke wezens zijn opgenomen. Jullie moeten echter nog weten dat de vrouw in de geestelijke wereld bij de man blijft zolang deze zich niet volkomen van alle ballast van de wereld heeft gezuiverd.
[13] Menige man zou eerder, ja zelfs veel eerder tot geestelijke zuiverheid geraken, als hem zijn altijd in dezelfde omstandigheden meer zinnelijke vrouw daarin niet zou hinderen. Daarom zou ons gezelschap voor wat de mannen betreft, er reeds lang veel beter aan toe zijn als zich daarin geen vrouwen zouden bevinden.
[14] Zo vaak een of andere man een goed voornemen heeft en in zijn hart een betere weg wil inslaan, weet zijn vrouw hem door haar heerszucht daar altijd vanaf te houden en hem een andere weg te wijzen. Met andere woorden: een man die een dergelijke vrouw heeft, komt in de geestelijke wereld nog veel moeilijker van haar af dan op aarde. Ook al wil hij zich van haar losmaken, toch weet zij hem door haar smeekbeden en allerlei kinderlijke aanstellerij weer te bewegen om bij haar te blijven en laat hem op alle mogelijke manieren beloven haar nooit te zullen verlaten.
[15] Ja, het is zelfs vaak het geval dat mannen met een goed hart in dit oord aankomen met vrouwen die zichzelf eigenlijk helemaal rijp hebben gemaakt voor de hel. Zulke vrouwen zijn de gevaarlijkste en tevens ook de hardnekkigste, want hun hart hangt aan datgene wat de hel toebehoort, maar ook om verschillende baatzuchtige en heerszuchtige overwegingen aan hun man.
[16] Daar echter haar gezindheid kennelijk naar de hel trekt en de betere man niet voldoende kracht bezit om zich van haar los te maken en zich bijgevolg overgeeft aan de ogenschijnlijke zwakheid van zijn vrouw, trekt zij hem geleidelijk aan over de grenzen van dit gebied en over de al aan jullie bekende stroom met zich mee op de, zoals jullie plegen te zeggen, meest onschuldige manier de hel in. Het kost dan zelfs de krachtigste engel het allergrootste geduld en de grootste moeite om zo'n man uit handen van zijn helse vrouw te bevrijden. Volgens jullie tijdrekening kan zo'n karwei vaak honderden jaren duren. En kijk, ook in dit gezelschap bevinden zich enkele van zulke vrouwen.
[17] Jullie zeggen nu wel: maar hier zou de Heer toch kunnen ingrijpen en een geweldige streep door de rekening van zulke vrouwen halen. - Voor een dergelijke interventie is wel iets te zeggen zolang iemand niet bekend is met de hogere wegen van de goddelijke ordening. Maar wie deze kent weet maar al te goed dat zoiets met het oog op het behoud van het leven van de geest zo goed als onmogelijk is.
[18] Jullie moeten weten dat de liefde van een mens zijn leven is en dit leven draagt hij in zich. Maar hoe komt het dat een man zich door een vrouw heeft laten overwinnen? Doordat hij haar te zeer in zijn liefde heeft opgenomen. De man moet hij zichzelf te rade gaan en de liefde voor zijn vrouw en die voor de Heer op een uiterst gevoelige weegschaal leggen; deze beide soorten liefde dan met angstvallige zorgvuldigheid afwegen en er goed op letten, waar het overgewicht aan het licht komt. Hij moet daarbij heel goed bij zichzelf nagaan welk verlies voor hem dragelijker zou zijn: het verlies van zijn geliefde vrouw waarbij ook alle voordelen van deze verbintenis voor hem wegvallen, of de liefde van de Heer.
[19] Maar zoiets moet, zoals gezegd, niet bij een oppervlakkige opmerking blijven, waarbij iemand bijvoorbeeld zou zeggen: ik offer voor de liefde van de Heer niet een, maar wel tien vrouwen op. Nee, deze levensvraag moet altijd met volle overtuiging beantwoord worden.
[20] Nemen wij het geval waarbij de Heer zo'n man, die met woorden beweert dat hij de Heer tienmaal meer liefheeft dan zijn vrouw, zijn vrouw zou wegnemen, namelijk door de dood van het lichaam.
[21] Wanneer de man dan in zichzelf in alle ernst en met volle overtuiging kan zeggen: Heer, ik dank U dat U mij dit hebt aangedaan, want ik weet immers dankzij mijn liefde voor U, dat alles wat U doet het allerbeste is. Wanneer voor zo'n man bovendien de liefde tot de Heer echt een meer dan voldoende vergoeding zou zijn voor het verlies van zijn vrouw, dan is de liefde tot de Heer in hem werkelijk groter dan die voor zijn vrouw.
[22] Wordt hij echter treurig over die handelwijze van de Heer en zegt hij: Heer, kijk, ik heb U zo lief; waarom hebt U mij zo'n verdriet en zo'n leed aangedaan? Waarlijk, jullie kunnen het geloven, zo'n man houdt meer van zijn vrouw dan van de Heer!
[23] Wanneer zo'n man zijn vrouw ook nog verscheidene jaren overleeft, haar mettertijd vergeet en zich helemaal naar de Heer heeft toegewend, dan heeft hij desondanks zo'n liefde toch niet volkomen uit zijn hart verbannen. Want mocht zijn vrouw dan na tien jaar weer terugkomen dan zou hij als betoverd zijn en zijn vrouw weer met de grootste liefde opnemen, zeker wanneer ze hem bovendien als het ware geestelijk verjongd tegemoet zou treden.
[24] Jullie vragen nu weliswaar weer: hoe is dat dan mogelijk als toch in zo'n geval een weduwnaar zich zo geheel aan de Heer heeft overgegeven? Maar ik vraag jullie: was deze overgave vrijwillig of veeleer slechts noodgedwongen? Zou hij dit gedaan hebben wanneer de Heer hem zijn vrouw niet had afgenomen? Bij de Heer echter telt alleen de vrije wil en dientengevolge de volledige zelfverloochening in alles.
[25] Deze man treurde over het verlies van zijn vrouw. Daarom wendde hij zich tot dc Heer om hij Hem de nodige troost, geruststelling en volledige genezing van rijn gebroken hart te vinden.
[26] Wat betekende in dit opzicht dan de Heer voor hem? Was Hij wel de centrale liefde in het hart van zo'n man of was Hij niet veeleer slechts een kalmeringsmiddel, een dekmantel voor de geleden pijn en dus ook een genezende pleister daarvoor? Nu kunnen jullie zeker niets anders zeggen dan dat de Heer hier slechts het tweede was, namelijk middel, dekmantel en pleister. Maar wie kan zeggen dat een liefde uit dankbaarheid gelijkwaardig is aan de fundamentele liefde van het hart?
[27] Is dit onderscheid niet ook te maken tussen de liefde die een gelukkig gemaakt mens voor zijn weldoener voelt, en de liefde voor het geluk zelf dat hem ten deel gevallen is? Ik denk dat er tussen deze twee soorten liefde een heel groot verschil bestaat, want de liefde voor de weldoener is slechts een gevolg van de fundamentele liefde die in de ontvangen gelukzaligheid woont en is zodoende geen fundamentele, maar een ondergeschikte liefde.
[28] Wat stelt zij echter voor met betrekking tot de Heer, aangezien de mens zijn allergrootste geluk toch alleen van de Heer mag verwachten? Zo bezien moet al het andere voor Hem van nul en gener waarde, en dus voor eeuwig overbodig zijn. Hij zou toch in zichzelf oprecht moeten kunnen zeggen: als ik de Heer maar heb vraag ik noch naar een hemel noch naar een aarde en dus nog veel minder naar een vrouw.
[29] Hieruit kunnen jullie heel goed begrijpen waarom ik jullie er zeer indringend opmerkzaam op heb gemaakt, hoe buitengewoon grondig een man zijn liefde voor de Heer en die voor zijn vrouw moet onderzoeken, want de Heer zegt immers Zelf: wie zijn vader, zijn moeder, zijn vrouw, zijn broeder en zijn kinderen meer liefheeft dan Mij, is Mij niet waardig!
[30] Nu vragen jullie weer: is zo'n man dan tengevolge van zijn ondergeschikte liefde voor de Heer verloren? Dat zeker niet, maar hij kan niet tot de Heer komen voordat hij de eigenlijke grond van zijn liefde voorgoed vaarwel heeft gezegd en zijn ondergeschikte liefde tot hoofdliefde heeft gemaakt.
[31] Wat voor moeilijkheden dat in dit geestelijke rijk vaak met zich meebrengt, hebben we ten dele bij dit gezelschap kunnen zien. We zullen dit uiterst belangrijke punt bij een volgende scène echter nog veel duidelijker en grondiger in de praktijk aanschouwen. Dan zullen jullie zien hoe vaak zo'n ogenschijnlijk helemaal uitgedoofde, verkeerde echtelijke liefde weer opnieuw oplaait wanneer zulke echtgenoten in de geestenwereld weer bij elkaar komen. Daarom laten we dit gezelschap ongestoord zijn weg vervolgen en begeven we ons weer wat verder.
«« 34 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.