Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 64 / 101 »»
[1] Omdat de priores dat ziet gebeuren, maakt ze onmiddellijk het ene kruisteken na het andere, neemt haar toevlucht tot een wijwaterbak en sprenkelt ijverig wijwater naar onze biechtvader en onze non. Ook roept ze uit alle macht de zusters om te komen helpen. Die komen ook dadelijk, staren de biechtvader aan, maar kunnen helemaal niets duivels aan hem ontdekken. Nu maakt de overste een groot kruisteken voor zich uit, gaat naar de biechtvader en de non toe, wil zich met geweld van hen meester maken en zegt met een schelle luide stem: jij afschuwelijke helse duivel, jij, die de vervloekte brutaliteit had door leugen en bedrog in de gedaante van een lichtengel in ons heiligdom binnen te sluipen, ik beveel jou in naam van de heilige drieeenheid, de allerzaligste maagd Maria, de heilige Jozef en de heilige Theresia, dat je onmiddellijk van deze heilige plaats verdwijnt en terugkeert naar jouw eeuwige verdoemenis en naar je helse vuur om daar voor eeuwig te branden.
[2] Kijk nu, onze biechtvader laat zich door deze verschrikkelijke, exorcistische banvloek niet in het minst van de wijs brengen en zegt: luister, blinde leidster van deze arme kudde, je noemt mij een duivel en hebt mij bovendien ook nog danig verdoemd; zeg eens of ik, als jouw vermeende duivel, met jou en met deze zuster hier iets dergelijks heb gedaan?
[3] Ik heb deze zuster slechts gezegd wat hier in het rijk der geesten de volle waarheid is, en jou door haar laten roepen om ook jou, als leidinggevende verder in de goddelijke waarheid te onderrichten. In plaats van naar mij te willen luisteren, heb je meteen het gloeiende zwaard van het oordeel gegrepen om deze arme zuster ofwel, als het mogelijk zou zijn, met één slag dood te slaan of haar zelfs dadelijk aan de hel uit te leveren.
[4] Ik, als jouw duivel, ontfermde me over deze arme zuster en redde haar met mijn kracht van jouw woede; maar daarvoor heb jij mij exorcistisch in de helse banvloek gedaan.
[5] Als we onze harten eens met elkaar vergelijken, dan valt er een grote en gewichtige vraag te beantwoorden: in welk hart zou zich meer waarachtige naastenliefde bevinden, in het jouwe, dat hemels wil zijn, of in het mijne, dat duivels zou zijn?
[6] Ik zeg je: nu is het gedaan met jouw heerschappij over deze arme blinde kudde! Theresia heeft op aarde deze orde weliswaar gesticht, maar in haar tijd was waarachtige naastenliefde het fundament, en de belangrijkste kloosterregels die Theresia in de gestichte orde invoerde waren de werken der liefde en de noodzakelijke zuiverheid van het hart. Onder zulke omstandigheden was deze orde de Heer dan ook welgevallig, maar jouw regels, in combinatie met de allerstrengste clausuur en de vele, voor jullie meestal onbegrijpelijke, lippengebeden zijn voor de Heer een gruwel en Hem op geen enkele manier welgevallig, en al helemaal niet wanneer, zoals in jouw geval ware tirannieke, despotische heerszucht, gepaard gaande met blinde waanideeën de orde is binnengeslopen!
[7] Hebben jullie op aarde ooit gehoord dat er na de dood van het lichaam in de geestelijke wereld nog kloosters en clausuren bestaan? Voor zover ik weet hebben jullie alleen geloofd dat jullie na de lichamelijke dood ofwel tot aan het laatste oordeel in een zoete zielenslaap zouden overgaan of in het paradijs of misschien rechtstreeks in de hemel zouden komen. Maar als jullie dit ontegenzeggelijk geloofd hebben, hoe heeft dit klooster dan kunnen ontstaan?
[8] Kijk, nu zijn jullie met stomheid geslagen, en weten mij op mijn vraag geen antwoord te geven. Dezelfde vraag heeft deze arme zuster eerder ook aan jou, overste, gesteld. Omdat je haar evenmin als mij een antwoord wist te geven, ontstak je in hevige woede en gaf je de vragenstelster een klinkende oorvijg.
[9] Nu zal ik jou eens zeggen waar dit klooster vandaan komt. Het is ontstaan uit jouw heerszuchtige karakter, waardoor jij tengevolge van je blinde waanideeën, door leugen en bedrog geheel alleen voor jou en deze arme zusters ook hier in de geestenwereld zo'n clausuur hebt gesticht. Daarom is deze clausuur ook slechts een waanclausuur, die God de Heer zeker in geen enkel opzicht aangenaam is. Ik heb de macht, alhoewel ik voor jou een ware Beëlzebub moet lijken, deze clausuur voor al deze arme zusters op te heffen en hen allemaal vrij naar buiten te brengen. Jou echter moet ik in deze clausuur achterlaten totdat je je innerlijk berouwvol bewust wordt van je geestelijke dwaling en inziet dat zo'n clausuur een dwaling is van de menselijke geest en niets waars of goeds bevat.
[10] Opdat jij en al deze arme zusters mogen inzien dat ik de volle macht heb om zo te handelen, en die macht heb ik niet van Beëlzebub, die jij, overste, met wijwater heb besprenkeld, maar rechtstreeks van God, kondig ik om te beginnen aan, dat deze door mij geredde zuster, Theresia zelf is, die door mij naar jullie werd toegestuurd om jullie van je waanideeën te bevrijden. Vervolgens kondig Ik jullie aan, dat Ikzelf degene ben die door Theresia zo innig werd bemind! Willen jullie dit niet geloven, leg dan net als Thomas jullie handen op Mijn wondtekenen!
[11] En let nu op, jij overste van dit klooster, jij hebt Mij in jouw grote blindheid verdoemd. Kijk, ook Ik heb de macht om jou te verdoemen, maar opdat je mag zien dat Ik beter ben dan jouw orde, verdoem Ik je niet; in plaats daarvan onderricht Ik je en toon je de weg naar Mij. Nu kun je Mij nog niet volgen, maar pas dan, wanneer je jouw schijnklooster tot aan de grond zult hebben afgebroken.
[12] Kijk nu, alle zusters vallen voor de Heer op hun knieën, loven en prijzen Hem om Zijn grote liefde en erbarming en smeken Hem om genade voor hun overste. En de Heer zegt: het zij zo, maar de overste heeft nog haar vrije wil en zal die eeuwig behouden. Wil ze het klooster afbreken, dan mag ze met jullie meegaan; wil ze het behouden, dan zal Ik het haar ook geen seconde eerder afnemen dan het moment dat zij het vrijwillig aan Mij zal afstaan.
[13] Kijk, de overste staat als versteend voor de groep zusters en weet niet wat ze nu moet doen, want voor zichzelf houdt ze deze scène nog steeds voor een uitzonderlijk werk van de duivel. De Heer zegt tegen haar: wat denk je nu bij jezelf? Was het bij jullie dan niet een geloofspunt dat de satan voor de naam van Jezus Christus op de vlucht moest slaan en dat voor deze naam iedere knie moet buigen, zowel in de hemel, als op aarde en onder de aarde? Wanneer de satan echter zo'n geweldige vrees koestert voor de naam van Jezus, zal hij hem dan zelf uitspreken of zich zelfs in Zijn gedaante veranderen? Zie, hoe groot jouw dwaasheid is! Jij bent voor een zuiver licht nog niet rijp en je zult ook nog niet rijp zijn, zolang je nog niet de laatste steen van dit klooster in jezelf vernietigd zult hebben.
[14] Bovendien zeg Ik je nog, dat je je alleen maar tot Mij hoeft te wenden als je ooit uit jouw clausuur bevrijd zou willen worden.
[15] Op jouw jongste dag' zul je tevergeefs wachten, want die is er voortdurend voor alle mensen. Het is voor de liefdevolle rechtvaardigen een dag van opstanding ten eeuwigen leven, hetgeen de volkomen wedergeboorte van de geest is. Maar voor al diegenen die Mij niet in de geest en niet in de waarheid en dus niet met alle liefde in zich op willen nemen, is het ook een dag des oordeels.
[16] Nu weet je waar je aan toe bent; richt je ernaar, dan zul je jouw jongste dag voor het eeuwige leven hebben bereikt, maar anders zal de zon, die deze dag verlicht, zeker eeuwigheden lang voor jou niet meer opgaan!
[17] Nu wendt de Heer zich tot de zusters en zegt hun, Hem te volgen. Zoals jullie in de geest kunnen zien, werpt nu eindelijk ook de overste zich vertwijfeld voor Hem neer en smeekt Hem, nu ze Hem herkend heeft, haar niet zo alleen achter te laten. En de Heer zegt tegen haar: kijk, hier is Mijn lieve zuster Theresia; Ik wil dat zij bij jou blijft en je helpt bij het afbreken van jouw klooster. En zie, Theresia helpt dadelijk met alle liefde de overste overeind, brengt haar terug en toont haar de ware wegen van de Heer.
[18] De Heer trekt met Zijn onschuldige lammeren naar de eeuwige morgen! Het zal niet lang duren voordat onze lieve leerlinge van de Heer haar nog blinde zuster van haar clausuur bevrijd zal hebben. Toch zal deze niet zo snel naar de morgen, maar naar de middag of naar de tweede hemel worden gebracht.
[19] Zo hebben jullie weer een andere manier van bevrijden uit een verkeerd geestelijk zaligheidsoord gezien, dat trouwens een van de betere was. Er zijn er echter nog heel veel, waarbij het veel moeilijker gaat. De volgende keer zullen we een soortgelijk mannenklooster onder de loep nemen. Het zal eveneens een van de strengste zijn en jullie zullen zien met welke moeilijkheden het leven daar, waar een vloed van valse beginselen het levenszaad totaal verstikt heeft, te kampen heeft.
[20] Daarom moet niemand zich ook ergens in vastbijten, maar de liefde voor de Heer en zijn naaste als enig richtsnoer voor zijn leven aanhouden. Want de liefde is een goede aarde waarin het zaad des levens uitstekend gedijt; maar wordt er in deze aarde eerst onkruid gezaaid, dan zal het goede zaad slechts moeizaam gedijen. Dat zullen we bij het volgende voorbeeld duidelijk zien. En zo is het genoeg voor vandaag!
«« 64 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.