Een blik op de ware weg naar de eigenlijke hemel

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 79 / 101 »»
[1] Als jullie maar een beetje nadenken dan kan het jullie onmogelijk ontgaan dat het eigenlijke hemelrijk van de Heer als het fundamentele leven van de geest in zich, onmogelijk op een andere manier kan worden bereikt dan alleen doordat de mens in zichzelf, dat wil zeggen in zijn geest, de door de Heer aangegeven voorwaarden voor het verkrijgen van dit leven daadwerkelijk vervult. Dat wil zeggen, hij moet dit leven eerst in zichzelf vinden en pas als hij het gevonden heeft, kan hij het sterker en krachtiger maken volgens de voorgeschreven orde van de Heer, want Hij alleen kan weten wat nodig is voor het bereiken van het reƫle, voorbestemde geestelijke leven.
[2] Wanneer iemand door middel van dwaze, wereldse, zelfzuchtige en bovendien nog smerige en volkomen dode middelen het hemelrijk wil kopen, dat zoals reeds gezegd het eigenlijke, volledig ontwikkelde en voorbestemde leven van de geest is, dan is zo'n handelwijze nog veel dwazer en onzinniger dan wanneer men een akker die vol stenen ligt, zou inzaaien met tarwe en daarna, omdat de tarwe niet wil opkomen, nog meer stenen op de akker zou gooien om zo de groei van de tarwe te bevorderen! Moet een verstandige landbouwer zijn akker niet eerst veranderen in goede aarde, hem dan bemesten en dan pas de edele tarwekorrels in de voren leggen zodat het dan spoedig zal ontkiemen, opkomen en veel vrucht opbrengen? Dat moet toch iedere, ook maar enigszins ervaren landbouwer toegeven.
[3] Wanneer dit echter de enig juiste voorwaarde is waaronder de tarwekorrel vruchtdragend kan worden en men op geen andere manier zegen kan verwachten, hoe zou dan het veel edelere levenszaad van de geest op zo'n onzinnige akker tot een levende vrucht voor het eeuwige leven kunnen opgroeien?
[4] Ik zal jullie een nog aanschouwelijker voorbeeld geven, waardoor jullie in deze zeer belangrijke zaak een nog duidelijker inzicht zullen krijgen. Om dit voorbeeld in alle duidelijkheid te begrijpen, zullen we er enkele punten uitlichten waardoor de juistheid van het betreffende voorbeeld helemaal mathematisch juist zal worden aangetoond. Luister dus!
[5] Jullie weten dat ongelijksoortige en ongelijknamige grootheden niet samen opgeteld of vermenigvuldigd kunnen worden. Als iemand een buidel geld met duizend Groschen heeft, wordt dat geld dan meer wanneer hij er duizend steentjes bij doet? Wanneer iemand een huis bezit, zal hij dan door het aanschaffen van een heleboel meubels in het bezit komen van een tweede, nog groter huis? Wanneer iemand in een stal tien schapen heeft staan, zal hij dan meer schapen krijgen door er nog een stal bij te bouwen? Het is toch duidelijk dat voor het vermeerderen van een en hetzelfde voorwerp, meer gelijksoortige voorwerpen nodig zijn.
[6] Nu we dit weten, geef ik jullie het volgende voorbeeld. Stel je eens een dwaze man voor die de vurige wens koestert om eigen kinderen te hebben om zichzelf in zijn kinderen te zien voortleven. Omdat hij een dwaze man is en niet weet waar de kinderen vandaan komen en hoe ze verwekt worden, wendt hij zich tot een vriend en vraagt hem om raad. De vriend is echter oneerlijk en hebzuchtig en weet dat onze man een dwaze maar welgestelde snuiter is. Hij denkt bij zichzelf: in troebel water is het goed vissen; ik zal op een leuke manier van zijn dwaasheid profiteren. Na dit te hebben besloten zegt hij tegen de dwaze man: luister, beste vriend, wat jij wilt bereiken is heel moeilijk en gaat met veel kosten gepaard, maar als je het werkelijk wilt, zal ik jou de middelen verschaffen en je dan leren wat je moet doen. Ik stel wel als voornaamste voorwaarde, dat je precies doet wat ik zeg. Zul je dat doen, dan zul je jouw beoogde doel zeker bereiken; zoniet, dan ben je voor lange tijd verloren!
[7] Nadat de valse vriend deze voorwaarden heeft gesteld, zegt de dwaze man tegen hem: omdat ik weet dat jij een man bent die rijk is aan kennis, zal ik ook helemaal op jou vertrouwen. Doe mij maar het middel aan de hand, ik heb er alles voor over. Maar wat doet de valse vriend nu? Luister! In plaats van de dwaze man een levende vrouw te geven, verkoopt hij hem voor veel geld een dood, houten beeld en zegt tegen hem: leg dit in jouw bed en adem er vlijtig overheen, en als jij er dan ook naast in bed gaat liggen, zul je mettertijd vast en zeker veel nakomelingen krijgen. Nu neemt onze man liet beeld en draagt het naar huis, legt het in zijn bed en gaat er meteen naast liggen en begint er zachtjes overheen te blazen. Dat doet hij een jaar lang, maar nog steeds is er geen nakomeling te zien. Daarom gaat hij naar zijn valse vriend en vraagt hem naar de oorzaak. Deze zegt echter: wat ben jij toch een dwaas, hoe kun je nu binnen een jaar al levende vruchten willen hebben, terwijl een boom, eenmaal in de aarde geplant, pas na meerdere jaren vruchten begint te dragen? Voor het bereiken van zijn doel prijst hij hem nog allerlei andere middelen aan, die bij hem, de valse vriend, te koop zijn.
[8] De dwaze man koopt ook deze bij hem voor de vastgestelde prijs en gebruikt ze volgens het valse voorschrift. Desondanks komt er geen levende vrucht tevoorschijn en weer informeert de dwaze bedrogene bij de valse vriend naar de oorzaak van het mislukken. De valse vriend doet daarover heel geheimzinnig, schuift de oorzaak van de mislukking heel arglistig op allerlei verzonnen omstandigheden en houdt de dwaze man zolang aan het lijntje, totdat deze ten gevolge van zijn gevorderde leeftijd zelfs alle echte potentie heeft verloren. Onze valse vriend troost de dwaze man er nu mee, dat levende nakomelingen zeker nog zullen volgen wanneer hij het tijdelijke leven zal hebben verlaten en geeft hem bovendien nog adviezen over hetgeen hij aan het eind van zijn leven met het beeld moet doen, opdat hij daaruit heel zeker levende nakomelingen zal krijgen. De dwaas stelt zich tenslotte zelfs met deze belofte tevreden. Daar hebben we dan het voorbeeld.
[9] De vraag is nu, hoe moeten we het bekijken om er het juiste licht uit te verkrijgen? Ik zeg jullie: dat volgt vanzelf. Ten eerste is het toch duidelijk dat leven zich slechts in ander leven en niet in dode materie laat verwekken. Dus moet de man een levende vrouw hebben maar geen dood, houten beeld.
[10] Maar nu ten tweede. Beschouwen jullie jezelf nu als mensen waarin het ware hemelrijk verwekt moet worden, en wel door de heilige bruid des levens, die het woord Gods is, dat leeft en de Kerk des Heren heet.
[11] Als de kerk echter een levenloze, houten beeldzuil is, die door hebzuchtige, valse vrienden die zich priesters van God noemen, toch voor geld op een bedrieglijke manier verkocht wordt alsof zij de enig levende en voor het verwekken van leven deugende kerk was, terwijl leven toch slechts door leven verwekt kan worden, dan is zo'n kerk toch het allerschandelijkste bedrog dat men zich maar kan voorstellen. Dat de aanhangers van zo'n kerk net zulke zwakzinnige dwazen zijn als onze man uit het voorbeeld, moet toch voor iedereen die maar een beetje nadenkt, meteen volkomen duidelijk zijn.
[12] Heeft Paulus niet met grote bewogenheid gepredikt dat iedereen vervloekt zou zijn die een ander evangelie zou willen prediken dan het evangelie dat de Heer, die gekruisigd is, Zelf heeft verkondigd, namelijk Jezus Christus in geest en waarheid werkzaam, die gezegd heeft: `Wie niet wedergeboren wordt, zal lint rijk der herstelen niet binnengaan!?
[13] Maar beschouw nu een kerk die uit stenen is opgebouwd; een kerk die als belangrijkste motto goud en zilver heeft; een kerk die een hemel belooft die zijzelf helemaal niet kent; een kerk die haar dwaze gelovigen voor het verkrijgen van een nog dwazere hemel met allerlei geheimzinnige middelen - bovendien nog voor geld - plaagt, opjaagt, veroordeelt en bovendien nog ijverig verdoemt, dan moeten jullie bij de beschouwing van zo'n kerk daarin het houten beeld in het bed van de dwaze man toch ook onmiddellijk duidelijk herkennen. Tenslotte blijft de man immers niets anders over dan de levendige wens om levende nakomelingen te hebben, zonder zich echter ooit daarover te kunnen verheugen.
[14] Kijk, zo is het met het leven op aarde gesteld, niet alleen wat jullie katholieke kerk betreft, maar ook bij elke andere kerkelijke sekte die zich eveneens voor katholiek houdt.
[15] Wanneer jullie de voor ons liggende hemel nu aan de hand van dit voorbeeld beschouwen, dan zullen jullie zeker onmiddellijk de overeenkomst ontdekken. Omdat hij de vrucht is van een kerk die identiek is aan een dood beeld, is ook datgene wat het eigenlijke leven op zich zou moeten zijn, eveneens slechts een plompe, dode vorm en niets anders dan een wanproduct van een dwaze, bedrieglijke en dus zeker geen van leven vervulde wens. Dat een dergelijke hemel niet bestendig kan zijn, kunnen jullie gemakkelijk inzien als jullie bedenken, dat hij niets anders is dan een drogbeeld van de geest, die het leven wel had willen verwekken, maar dat niet kon omdat hem het levende middel daartoe ontbrak. Daar we dit nu weten en deze hemel in zijn overeenstemming kennen, kunnen we nu ook zijn verdere ontwikkeling en ontmaskering wel aanpakken, waarbij voor jullie nog wel menig drogbeeld opgehelderd zal worden.
«« 79 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.