Derde akte op het tragikomische podium

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 81 / 101 »»
[1] Kijk nu maar eens naar ons hemelse podium. De wolken worden donker, terwijl de lichte, grote ronde opening op de achtergrond met de nu eveneens duister wordende `drie-eenheid' steeds nauwer wordt. Zoals jullie spoedig zullen zien, zal er van deze hele lichtopening nauwelijks nog een piepklein gaatje overblijven. Let nu goed op alles wat er tevoorschijn zal komen.
[2] Kijk, nu heerst er al volslagen duisternis in deze hele hemelruimte en de randen van de wolken lijken te gloeien. Ook kunnen jullie al van veraf een dof gerommel als van een machtig onweer horen. De kolossale drie-eenheid ver op de achtergrond wordt nu ook al `gloeiend van toorn' en uit de mond van de cherubijnen begint het te bliksemen. Het onweer komt dichterbij, en vanachter de wolken komen vlammen tevoorschijn die als krachtige bliksemflitsen kriskras door de wijde ruimte schieten.
[3] Met steeds meer vuur en donder gaat deze scène gepaard. Zoals jullie kunnen zien en horen, slaan machtige vlammenbundels onder luid gekraak als hagel op deze hemelse parterre neer. Waar zo'n bundel vlammen neervalt, steekt hij de materie in brand, waardoor het laaiende vuur steeds verder om zich heen grijpt. Wat zeggen jullie van deze scène?
[4] Ik heb het vermoeden dat hij jullie wat zal benauwen, omdat jullie het raadzaam vinden om de derde akte van dit hopeloze, hemelse schouwspel niet tot het einde af te wachten. Maar ik zeg jullie: wij bezitten de macht om dit vuur, wanneer we maar willen, onmiddellijk te doven. Daarom hoeven we voor dit vuur ook helemaal niet bang te zijn. Wat we echter hierbij kunnen, zullen en zelfs moeten doen is, dat we dit vuur met een tegenvuur beantwoorden en aan dit tegenvuur zullen onze tegenstanders zich heel gevoelig gaan branden. Zodra onze tegenstanders dat zullen bemerken, zullen ze tevoorschijn komen om te proberen aan het vuur te ontkomen. Ons vuur zal hen echter gevangennemen en het kwaad in hen verteren. Pas dan zullen zij in staat zijn om woorden die heilzaam voor hen zijn, van ons aan te nemen.
[5] En zie, ik geef nu een teken met mijn hand en onmiddellijk vallen er massa's witte vlammenbundels door de donkerrode heen op het hemelse theaterpodium. Overal begint het vuur vreselijk te roken, en nu - horen jullie het gehuil van onze hemelbewoners? Kijk, hoe er al hele scharen door de vlammen heen naar voren stormen en om hulp roepen, maar elke vluchtende wordt omgeven door een vlammenzuil waaraan hij niet kan ontkomen. Nu is het gehele podium reeds vol en de hele, zeer talrijke brandende groep stort zich naar beneden in de parterre. Nu kunnen jullie ook zien dat tussen de nog steeds oplaaiende bliksems stromen water als uit een wolkbreuk naar beneden storten, die onze brandende hemelbewoners heel veel verlichting geven.
[6] Jullie zeggen nu wel: lieve vriend en broeder, dat is wel een verschrikkelijke manier van genezen. Ik zeg jullie: dat moet wel zo zijn, willen deze ernstig zieke mensen genezen, want dergelijke wezens behoren in geestelijk opzicht tot de `jichtlijders' en deze kwaal kan alleen door een flink geestelijk `vuurstoombad' genezen worden. Jullie hebben op aarde toch ook stoombaden die vooral voor jichtaandoeningen geneeskrachtig zijn; waarom zouden er in het rijk van de geesten voor zulke gevallen dan niet ook soortgelijke geestelijke stoombaden zijn?
[7] lk zeg jullie: er bestaat op aarde geen enkele verschijningsvormer die niet ook in heigeestenrijk op overeenkomstige wijze te vinden zou zijn. Daarom is ook dit verschijnsel lang niet zo vreemd als jullie aanvankelijk misschien dachten. Alleen moeten jullie dit vuur niet vergelijken met jullie aardse vuur, want hier betekent vuur, wanneer het zichtbaar wordt, niets anders dan grote `ijver'. Zoals jullie hebben gezien, wilden deze hemelbewoners in hun grote ijver, die een product van hun waanideeën en het daaruit voortkomende kwaad is, zich als het ware op ons wreken en ons op de vlucht jagen.
[8] Omdat de hemelse manier van werken er niet op gericht is kwaad met kwaad te vergelden, maar om degenen die ons te gronde willen richten slechts goed te doen en degenen die ons vervloeken te zegenen, kwamen wij hen ook niet met een soortgelijk vuur tegemoet, maar met een `liefdevuur', dat naar verhouding even groot was als hun tegen ons gerichte 'toornvuur'. Dat wil dan zeggen, waarachtige, gloeiende kolen stapelen op het hoofd van onze tegenstander. Dat zullen zij ook weldra inzien wanneer het `levende water', dat door ons over hen wordt uitgestort, hen voldoende zal overtuigen.
[9] Kijk nu, deze meer dan duizendkoppige menigte hemelbewoners schrompelt nu tot haar vroegere gedaante ineen, hetgeen bewijst dat zij als gevolg van hun ijver nu een terechte verdeemoediging hebben ondergaan. Ook de hele, voorheen nog sterk opgeblazen hemel schrompelt nu eveneens tot zijn vorige gedaante ineen. Het vuur dooft, en onze hemelbewoners staan nu als het ware geheel naakt voor ons. Zoals jullie kunnen zien, overvalt hun een heilzaam gevoel van schaamte, hetgeen er altijd duidelijk op wijst dat de overwonnene uit zichzelf zijn dwaasheid en het daarmee verbonden onrecht begint in te zien.
[10] Nu zijn ze ook rijp om gewilliger dan eerst het geval was naar mijn woorden te luisteren. Daarom wil ik dan ook meteen de volgende vraag stellen aan de man die het meest op de voorgrond staat, de voormalige `valse Petrus', en zeg dus: kijk, jij zogenaamde Petrus, wij zijn er nog, want al jouw hemelse machten en krachten konden niets tegen ons uitrichten, zoals jij evenals jouw hele gezelschap duidelijk kunt zien. Zeg mij dus, voor wie houd je me nu? Ben ik van beneden of ben ik toch `van boven'?
[11] De pseudo-Petrus zegt: luister nu naar mij. Ik en dit hele gezelschap waren en zijn nog met veel waanideeën behept. We zien nu echter duidelijk in dat het met deze werkelijk hopeloze hemel, waarin wij allemaal heel pijnlijk onder handen werden genomen, wel totaal anders gesteld moet zijn. Ook zien we in dat, wanneer dergelijke scènes zich in deze zeer bedenkelijke hemel vaker zouden herhalen, deze evengoed voor een eerste klas hel kan worden aangezien en - mocht hij dat niet zijn - dan toch op zijn minst voor een goed onderhouden `vagevuur'. Daarom vraag ik je nu in naam van al mijn broeders, bevrijd ons, als het jou mogelijk is, uit deze werkelijk fatale hemel! Met dit verzoek leg ik ook mijn valse petrusschap aan jouw voeten. Ik zie heel goed in en beken openlijk uit de grond van mijn hart dat ik niet alleen als Petrus niet deug en nooit gedeugd heb, maar ook dat ik nog veel te slecht en te dom ben om zelfs maar de minste varkenshoeder te zijn op een of andere geestelijke weide, vooropgesteld dat er ergens in deze omgeving zo'n bezigheid bestaat.
[12] Ik vraag je niets anders dan ons te bevrijden uit deze echte 'kartonnen hemel'! Waar je mij en ons allemaal ook maar wilt plaatsen, daar zullen we de Heer zelfs voor de magerste kost van ganser harte dienen. Maar bespaar ons het `vagevuur' en de hel, want hoe vreselijk dat vuur brandt hebben we aan den lijve ondervonden, weliswaar maar heel kort, maar zo gevoelig, dat we het eeuwig zullen onthouden!
[13] Nu zeg ik: welnu, deze taal bevalt me beter dan de vorige. Wees daarom gekleed en volg ons naar het `paradijs' waar verscheidene van jullie broeders reeds wachten op een gelijksoortige `verlossing'! Kijk nu, de naakten zijn plotseling met lichtgrijze linnen gewaden gekleed, en daar we deze plek nu verlaten komen zij, voor het eerst God oprecht lovend en prijzend, achter ons aan. Jullie zeggen: deze linnen gewaden zien eruit als echt stevige, van tijk gemaakte militaire jassen en de hele stoet lijkt op een armzalig militair transport.
[14] Ja lieve vrienden, de kleding richt zich hier naar het inzicht in het ware en het daaruit voortkomende goede. Hoeveel waars en goeds er in deze geesten aanwezig was, hebben jullie toch duidelijk kunnen opmaken uit hun hemel en uit hun handelwijze. Daarom zijn deze kleren ook volkomen bij hun toestand aangepast. Wat er nu verder zal gebeuren, zullen we bij de volgende gelegenheid heel goed te zien krijgen.
«« 81 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.