Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)

«« 24 / 127 »»
[1] Kijk nu, de talrijke inwoners van dit hoofdpaleis vallen allemaal in een kring op hun aangezicht voor het altaar, waarop de vlam nog brandt. Ook de oudste laat niet na hetzelfde te doen.
[2] Jullie zouden graag willen weten hoe zulke mensen nu bidden. Zulke mensen bidden op hun manier zoals jullie bidden op jullie manier. Ze bidden tot God, de allerhoogste Heer van hemel en aarde. Hun gebed is een bede waarin de levendige wens ligt besloten dat de Heer hun mag geven waar ze Hem om vragen. Jullie bidden op jullie manier - als jullie waarachtig bidden wel te verstaan - in je hart, en laten je gebed eveneens vergezeld gaan van de wens dat datgene waaruit het gebed eigenlijk bestaat, mag worden verhoord.
[3] Bij deze mensen is het gebed meer een gebed van gebaren dan een innerlijk gebed vanuit het hart. Het is ongeveer hetzelfde als wanneer jullie werken met het verstand, waarbij jullie je onbewust bewegen zoals het door de gedachten wordt ingegeven. Zo is het gebed van deze mensen geen gebed van het gevoel, dat uit het hart komt, maar een gebed van het verstand, dat uit het verstandelijk denken van de ziel voortkomt. In deze houding overleggen deze mensen, eenieder naar de graad van zijn wijsheid, wat wel het verstandigst zou zijn.
[4] De houding die ze daarbij aannemen, getuigt niet zoals bij jullie van een zekere deemoedige en berouwvolle aandacht van het hart, maar het is slechts een teken dat ze elkaar in deze toestand niet in het geringst moeten storen. Ieder van hen overlegt ongestoord bij zichzelf wat het verstandigst is en wenst daarbij dat God de Almachtige dit mag laten gebeuren. Heeft iemand op zijn manier de meest wijze oplossing gevonden, dan mag hij ook weer heel rustig opstaan en in de vlam lezen in hoeverre zijn standpunt in het schrift in de vlam is terug te vinden. Is het terug te vinden, dan blijft de overeind gekomen bidder ook staan; maar is zijn standpunt in de vlam niet terug te vinden, dan legt de bidder zich meteen weer op zijn aangezicht en bidt of beter gezegd denkt verder na, over wat er in zijn sfeer wel het verstandigst mag zijn.
[5] Kijk, dat is in het algemeen het gebed bij de mensen van dit hemellichaam, maar heel in het bijzonder bij degenen die tot de patriarchale huizen behoren. Jullie zeggen nu weliswaar: waarom wenden deze mensen zich niet liever tot de Heer opdat Hij hun de ware wijsheid moge tonen? Ze moeten immers inzien dat de Heer oneindig wijzer is dan zij met al hun verstand en dat Hij hun ook zeker datgene kan en zal geven, waarom ze Hem vragen.
[6] Maar ik zeg jullie: dat is wel juist gedacht voor iemand die het grote wereld-gebeuren niet kent, maar wanneer men dit wel kent, zal men overal de heilige orde van de Heer herkennen en zeggen, dat ook deze mensen op hun manier voor God volkomen rechtvaardig bidden, omdat deze wijze van bidden in hun ordening ligt besloten.
[7] Waarom eigenlijk? De oorzaak is gemakkelijk in te zien; luister dus:
[8] Deze mensen erkennen en zeggen: als we ons tot God zouden wenden opdat Hij ons de ware wijsheid moge geven, dan zouden we God daardoor een verwijt maken en Hem grote smaad berokkenen. We zouden daardoor jegens God toch beweren dat Hij, de Allerwijste en Allerrechtvaardigste ons zou willen bedriegen. Daarentegen moeten wij de wijsheid die God, de Heer van hemel en aarde (de bewoners van dit hemellichaam evenals die van alle andere, noemen hun ondergrond ook aarde, net als jullie) in ons heeft gelegd, hoog in ere houden en haar volgens Zijn ordening gebruiken. Als we deze wijsheid in ons hebben uitgeput en dan de behoefte aan een hogere wijsheid hebben, dan pas mogen wij God vragen om hetgeen ons ontbreekt doordat wij het onze hebben opgebruikt.
[9] Kijk, volgens deze ordening leven en bidden de mensen van deze wereld. Met welk deel van het wezen van de mens stemmen ze echter overeen? Omdat ze bewoners van een centraalzon zijn, stemmen ze met de hersenen overeen; hoewel slechts met één enkele zenuw daarvan. Deze zenuw ligt vlak bij de uitloper van de gezichtszenuw, dicht bij het hersenvlies. Daarom is hun aard en hun ordening ook zodanig, dat ze meestal volkomen tevreden zijn met wat ze hebben; ongeveer op de manier zoals de verstandsmensen bij jullie, die ook met niets anders zo tevreden zijn als met hun verstand, terwijl eenieder van hen denkt dat hij het beste heeft. En vaak is het zo: hoe minder verstand iemand bezit, des te tevredener hij ermee is.
[10] Heel anders is het gesteld met de gevoelsmens, die in zijn hart denkt. Hij ziet in dat al het weten van het menselijke verstand puur broddelwerk is en dat die mens het verstandigste en het wijste is, die het zover gebracht heeft dat hij in zijn deemoed kan zeggen: ik weet niets; want al mijn weten is minder dan een zonnestofje vergeleken bij de oneindige wijsheid van God. Zo iemand is dan pas in het bezit gekomen van de ware wijsheidshonger, die hem de grote provisiekamer laat vinden welke de Heer zo rijkelijk gevuld in zijn hart heeft gelegd.
[11] Zijn er eigenlijk op deze centraalzonnenwereld niet ook zulke mensen? O jawel, we hebben er al twee gezien en dat zijn zij die hun handen op het altaar hebben gelegd. Want de handen op het altaar leggen wil nu juist zeggen dat een mens zijn grote armoede in zichzelf heeft ontdekt, maar daarnaast ook een helder schijnend lampje, dat vóór een beschreven bord in het eigen hart staat en waarop in duidelijk leesbaar schrift geschreven staat:
[12] Onsterfelijke geest, verdeemoedig je in je grootheid; ontsteek in jezelf het vuur van de liefde voor God en keer zo terug naar Hem, die jou geschapen heeft. Aldaar in het grote vaderhuis zul je in eindeloze overvloed vinden wat je hier zozeer ontbreekt!
[13] En kijk nu, als iemand van deze mensen dit in zichzelf gevonden heeft, dan wordt hij een stille wijze en streeft nergens zo vurig naar dan op de weg te komen die naar het doel leidt dat hij op het verlichte bord in zijn hart heeft gevonden. Weliswaar heeft ieder mens op deze wereld zo'n bordje in zich, maar niet iedereen laat het brandende lampje erop schijnen maar verplaatst het meestal naar het midden van zijn hersenen. Daardoor komt het dan ook dat er van de talloos vele bewoners van deze wereld maar heel weinig zover komen dat ze hun handen op het altaar zouden willen leggen.
[14] Maar wanneer jullie een blik op jullie aarde terugwerpen, dan zullen jullie zonder ingespannen zoeken en zonder moeite bijna dezelfde situatie aantreffen. Denk maar aan het woord van de Heer waar Hij zegt: 'Velen zijn geroepen maar weinigen uitverkoren'. En jullie zullen de uitverkorenen van zelfs een aanzienlijke plaats heel gemakkelijk op je vingers kunnen tellen.
[15] Wat is echter de reden daarvan? Omdat niemand, of van de velen slechts heel weinigen zich de woorden van de Heer laten welgevallen, welke luiden: 'Verloochen jezelf, neem je kruis op je schouder en volg Mij!'
[16] De mensen op deze centraalzonnenwereld is weliswaar niet de eindeloze genade ten deel gevallen, waarin hun door de Heer zelf de juiste en kortste weg door middel van Zijn eigen heilige mond geleerd en aangetoond werd, en waarbij hun niet slechts een zwak schijnend lampje maar een hele centraalzon voor hun bordje werd geplaatst, maar desondanks is het voor hen niet onmogelijk om het bordje van het eeuwige leven in hun hart te vinden en daarnaar hun leven in te richten. Zij leven trouwens ook lang genoeg om zich daarvan innerlijk bewust te kunnen worden, want er zijn daar mensen die zo oud zijn als een half mensengeslacht op jullie aarde. Bovendien zijn zelfs de zielengeesten van de gestorvenen, als zij dat willen, tot dezelfde 'incarnatie' in staat als in hun lichamelijke leven. Tussen beide levens van de mensen op deze wereld bestaat er sowieso al geen al te groot verschil, want ze kunnen elkaar altijd, zo vaak ze maar willen, zien en spreken.
[17] Wij hebben nu echter genoeg inzicht verkregen om de manier van bidden van deze mensen te begrijpen. De bidders staan inmiddels rond het altaar en we zullen daarom nog een tijdje aandacht aan hun verdere gedrag schenken, waarna we ons dan op deze, onze wereld weer verder begeven.
«« 24 / 127 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.