Vierde verdieping. De gewone mens en de goddelijk-geestelijke mens

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)

«« 37 / 127 »»
[1] Nu zijn we al in de vijfde galerij ofwel op de vierde verdieping. Wat zien jullie hier, dat zich sterk onderscheidt van de vorige galerij? Jullie zeggen: het verschil dat ons hier bijzonder opvalt is een witte, tamelijk hoge piramide die zich eveneens weer in het midden van de zuilenrondelen bevindt. De top van de piramide is voor het eerst, voor ons merkwaardig genoeg, met een klein, een naakt mens voorstellend beeldje versierd. Dit beeldje heeft een roodachtig-witte kleur en is als uitbeelding van een jong kind zo voortreffelijk van vorm, dat men bijna zou geloven dat het leeft. Zolang we ons nu op dit hemellichaam bevinden, hebben we een soortgelijke afbeelding nog niet eerder ontdekt.
[2] Wat het overige van deze vierde verdieping ofwel deze vijfde galerij betreft, is er in wezen niet veel verschil met de lagergelegen galerij, behalve dan dat de vloer van deze galerij vlammend blauw gekleurd is, de zuilen roodachtig-wit zijn, evenals het beeldje op de top van de piramide, terwijl de vaste wand van het hoofdgebouw bijna in donkerrood overgaat. Dat is dan ook het enige verschil met de vorige galerij, maar we moeten eerlijk bekennen dat we door haar grote luister en kleurenpracht al dermate zijn afgestompt dat we aan dergelijke verschillen bepaald niet al te veel aandacht schenken. Wat echter dit bijzondere sieraad van het zuilenrondeel betreft, zeggen we nogmaals dat we het buitengewoon merkwaardig vinden dat we op dit hemellichaam iets dergelijks nog niet eerder hebben gezien. Het zal er zeker niet slechts als versiering staan, maar het zal wel een goede betekenis hebben en deze willen we graag nader leren kennen.
[3] Goed mijn beste vrienden en broeders, jullie waarneming en jullie wens is terecht, en volkomen billijk. Luister dus naar mij en dan zal ik jullie de betekenis van deze bijzondere versiering in jezelf laten vinden. Wat betekent eigenlijk de piramide? Ik heb jullie de betekenis daarvan al bij een andere gelegenheid uitgelegd. Willen jullie echter de betekenis, die hier heel goed weergegeven is, achterhalen, kijk dan eens hoe een piramide qua vorm gebouwd is en wat in wezen het doel ervan is, en dan zullen jullie daardoor in jezelf reeds een heel goede wenk over de betekenis van deze versiering krijgen.
[4] Een piramide is onderaan breed en eindigt boven in een punt. Zo moet ook het passende deemoedige leven van een mens zijn. Hoe het leven van een mens zich echter ontwikkelt, hebben we in de vorige galerij bij de boom gezien, die zich uit een hele kleine zaadkorrel ontwikkelt en steeds breder met zijn takken en twijgen uitgroeit. Zo groeit ook de mens met zijn verschillende begaafdheden en de daaruit voortkomende veelvuldige inzichten uit, maar daarmee zijn ook allerlei soorten begeerten verbonden.
[5] Wat gebeurt er echter na verloop van tijd met deze uitgegroeide mens? Hij wordt uit zijn wankele bodem gehaald en begraven op de begraafplaats achter de lanen der beproeving. Of begrijpelijker gezegd: alles wat tot de materie behoort, wordt weer door de materie verzwolgen en niemand bekommert zich om de vruchten welke de door de materie weer opgenomen materie nog een tijdlang voortbrengt. Alleen de vruchten welke de boom in de bakken droeg, worden bewaard als zijnde hoogwaardig.
[6] Kijk, zo is het ook met de mens. Het goede dat hij tijdens zijn leven gedaan heeft, wat met een breed uitgegroeide boom te vergelijken is, wordt bewaard. Wanneer echter de mens sterft, wordt zijn lichaam begraven en met hem dus ook al zijn uitgebreide kennis. Blijft het lichaam zonder vrucht te dragen in het graf? O nee, op zijn vele takken en twijgen groeien nog vele wormen op, die zich geleidelijk aan meester maken van de boom waarop ze zich ontwikkelen, waarna zij hem dan, eveneens geleidelijk aan tot op het laatste atoom verteren. De wormen zelf dragen echter weer andere gasten in zich, welke hen langzamerhand in het slijk van de aarde en tenslotte in aarde zelf veranderen.
[7] Dat is het beeld van de gewone, wereldse mens. Door deze piramide echter wordt de ongewone mens voorgesteld. Maar deze ongewone mens stelt nu juist de mens voor zoals hij in diepste wezen eigenlijk zou moeten zijn. Hoe dan wel?
[8] De mens die is uitgegroeid begint zijn inzichten en begeerten steeds meer op één punt te concentreren en dit punt is God, die boven ons is! Hoe meer hij zijn blik omhoog richt tot Hem, die hem voor een vrij leven heeft geschapen, in des te kleiner wordende kringen worden zijn inzichten en begeerten gedreven en getrokken, en wel net zo lang tot de mens door een totale verloochening van al zijn wereldse begeerten de top of het culminatiepunt van de deemoed heeft bereikt.
[9] Wat wordt dan de piramide voor de mensengeest die zich op de top van de deemoed bevindt? Zij wordt wat ze bij de oude Egyptenaren was, namelijk een grafmonument voor al zijn totaal afgestorven wereldse inzichten en begeerlijkheden en de daaruit voortkomende hartstochten.
[10] Maar wat zien we hier boven op de top van de piramide? Een heel mooi gevormde kleine mensengestalte, roodachtig-wit van kleur. Kijk toch eens, een heerlijk, buitengewoon treffend beeld van de wedergeboorte van de mens! Uit de deemoed en de volkomen zelfverloochening, dus uit de top van de piramide, komt hij tevoorschijn. Waardoor is hij in de top gekomen? Dat geeft zijn kleur aan; door geloof en liefde tot God! En zijn kleine maar volmaakte gestalte betekent zoveel als wat de Heer zelf eens tegen ons, Zijn leerlingen heeft gezegd: 'Als jullie niet worden als de kindertjes, zullen jullie het rijk Gods niet binnengaan!'
[11] Het buitengewoon teer gehouden beeldhouwwerk duidt de zachtmoedigheid aan; de vastheid van het materiaal waaruit het beeldje is gevormd, geeft echter aan dat de mens zich pas in de onveranderlijke vastheid van het eeuwige leven tot zo'n waarachtige wedergeboorte van de geest heeft ontwikkeld.
[12] De vlammende, blauwe vloer staat dan eveneens voor de weliswaar eenvoudige, maar toch bestendige grond voor het eeuwige leven. De zuilen, die dezelfde kleur hebben als het beeldje, verbeelden echter de dragende steunpilaren die het waarachtige levende geloof in God de Heer en de daaruit voortkomende liefde voor Hem zijn.
[13] Kijk, dat is de bijzonder zinvolle betekenis van dit sierstuk. Laten we ons nu echter, dit wetende, terstond naar de zesde galerij ofwel de vijfde verdieping begeven. Daar zullen we weer een hogere graad van wijsheid van de bewoners van dit centrale gebouw tegenkomen.
[14] Jullie zouden wel graag een blik op de aanwezige bewoners in deze vierde verdieping willen werpen, maar ik zeg jullie: laat dat verlangen maar varen, want jullie zouden hier nog minder dan in de vorige galerijen zo'n al te verheven, prachtige aanblik kunnen verdragen. Te zijner tijd zullen we echter toch wel nader in contact komen met de bewoners van dit gehele gebouw. Daarom zullen we niet talmen, maar ons, zoals gezegd, dadelijk naar de vijfde verdieping ofwel de zesde galerij begeven.
«« 37 / 127 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.