Robert: 'Uw wil is mijn leven'! De Heer: 'Liefde voor liefde!'

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)

«« 41 / 150 »»
[1] Robert zegt: '0 Heer, U bent nu voor eeuwig mijn enige liefde! Ik vind alles onuitsprekelijk goed, wat U ook maar met mij, arme zondaar, van plan bent te doen. Ik kan alles slechts zien als Uw onmetelijke genade en erbarming! Wat ben ik dan wel voor U? Wat is het stof vergeleken bij Hem, die de eindeloze ruimte uit eigen kracht heeft geschapen en met talloze wonderwerken van Zijn eeuwige liefde en wijsheid heeft vervuld. Uw heilige wil is mijn leven! Hoe zou ik daarom onrechtvaardig kunnen vinden, wat U voor mij beslist? 0, Heer, Uw naam worde geheiligd en laat Uw wil mijn leven zijn!
[2] Wat in mijn vermogen ligt, zal ik met een vreugdevol hart doen! Want U, mijn God en enige liefde, hebt het me toch zelf geboden. Waarom zou mij dat niet boven alles heilig, en in mijn liefde voor U welkom zijn?
[3] Alleen dat U mij zichtbaar weer wilt verlaten, zal mij zeker heel pijnlijk zijn. Maar ook dat is Uw heilige wil.En die zal U weer bij mij terugbrengen wanneer mijn hart U eens waardiger zal zijn dan nu, nu het voor Uw heiligheid bijna zou kunnen vergaan van terechte schande! Hoe kon het zo lang zo onbegrijpelijk blind en afgestompt zijn, dat het U niet bij de eerste oogopslag herkende en U zelfs op een weerbarstige manier tegemoet trad!
[4] O Heer! Mijn grote dwaasheid verlamt nu mijn altijd dwaze tong, zodat ik nauwelijks in staat ben nog langer met u, O Allerheiligste, te kunnen spreken. Breng Uw wil daarom maar zo vlug mogelijk ten uitvoer!'
[5] Ik zeg: 'Wel, wel, mijn geliefde broeder...!'
[6] Robert echter zegt snel: 'O Heer! Noem mij 'stof en 'niets', maar niet 'broeder'! Want hoe kan het niets een broeder voor U zijn?
[7] Ik zeg: 'Ik zal wel het beste weten of en hoe jij voor Mij ook een echte broeder bent. Maak je daar nu maar niet zo druk over! Ik zie zojuist iets in je hart, dat zich nu plotseling gevormd heeft! En daarom zullen we beiden bij jouw komende levensvrijheidsproef niet zo ver van elkaar af staan als jij het je voorstelt. Want wanneer iemand door zo’n liefde begint op te bloeien, zoals dat nu bij jou plotseling het geval is, zal zijn weg in het vervolg met heel weinig stenen des aanstoots bezaaid zijn.
[8] Kijk, mijn beste Robert, al je zonden zijn verdwenen. En Ik heb je onbeschrijflijk lief, omdat ook jij Mij nu zo begint lief te hebben! Hoe zou Ik je dan kunnen verlaten? 0 nee! Wees maar niet bang!
[9] Omdat je Mij zo lief hebt zal Ik je niet verlaten, maar Ik zal met je in jouw huis trekken en met je samenwerken! En daarom zal Ik je ook veel kwijtschelden van datgene wat je anders nog zou moeten doormaken! Want hem, die veel liefde heeft, zal ook veel worden vergeven!
[10] Je zult wel alles doormaken wat Ik je eerder heb toegezegd, maar aan Mijn zijde! Zeg Me nu eens, geliefde broeder, of dit voorstel je beter bevalt dan het vorige?'
«« 41 / 150 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.