Roberts machtige getuigenis tot Christus. Het Weense gezelschap

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)

«« 45 / 150 »»
[1] Robert zegt: 'Het doet me echt plezier, beste vrienden en dappere strijdmakkers, dat jullie nu alles zo gewillig aannemen wat ik jullie aanraad! Ik geef jullie echter ook de verzekering zo waar mijn en ook jullie grootste Vriend mij altijd moge bijstaan, dat ik jullie nu ook goed overwogen aanwijzingen zal geven, waardoor jullie stellig het ware geluk zullen bereiken van het eeuwige onverwoestbare leven, waarin jullie je nu na het afleggen van je zware lichamen bevinden.
[2] Er zal trouwens nog heel wat nodig zijn en jullie zullen nog heel wat proeven moeten doorstaan, voordat jullie volledig rijp zullen zijn voor dat grote doel, dat de heilige, eeuwige Grondlegger van alle bestaan ons aardse mensen, die Hij tot Zijn kinderen heeft uitverkoren, gesteld heeft.
[3] Maar houd moed en wees volhardend en bewaar een ware, volmaakte liefde tot Hem, onze eeuwige, heilige Vader! Daarmee zullen we alle gebeurtenissen die ons in de war kunnen brengen, gemakkelijk overwinnen en binnen korte tijd die rijpheid bereiken, waardoor we Hem in geest en waarheid zullen kunnen naderen.
[4] Broeders! Ik, jullie trouwste vriend Robert, zeg jullie: Wat ikzelf op aarde niet eens kon vermoeden, ontvouwt zich hier voor mijn ogen nu zo wonderbaarlijk, dat geen woorden kunnen beschrijven wat God diegenen bereidt, die Hem liefhebben! Maar alles wat jullie nu zien, is bij de zee vergeleken nog geen dauwdruppel. Want onuitsprekelijke dingen wachten ons!
[5] Luister, een wijze op aarde zei eens in grote vervoering: 'Wat een rijkdom, wat een onuitputtelijke bron van talloze hemelen is in het kleine hart gelegd van diegene, die op aarde onder alle dieren rechtop lopend zich mens noemt! Zou deze mens al zijn ideeën door een goddelijk 'Er zij' kunnen verwezenlijken, wat zou het dan groots zijn om mens te zijn! En toch is de rijkdom van al deze ideeën en fantasieën van een mens nauwelijks een flauwe afspiegeling van die eindeloze volheid, diepte en helderheid, die het inzicht van ieder diep denkend mens in God zal krijgen.'
[6] Wanneer echter deze wijze zich zulk een verheven idee had gevormd over de mens en een nog verhevener over de Godheid, hoeveel te meer hebben wij dan nu het recht ons helemaal over te geven aan deze grote ideeën, omdat we door Gods genade verheven zijn boven het stof der ontbinding en ons christenen noemen, die geroepen zijn om binnen te gaan in het grote rijk van God.
[7] Jammer genoeg zijn we nauwelijks in naam christenen. Velen van ons schaamden zich zelfs christen te heten, waarvan Rome en onze eigen domheid eigenlijk de grootste schuld dragen. Maar van nu af aan zal het nooit meer zo zijn. Het zal nu de hoogste eer zijn voor ons hart, Christus volledig toe te behoren!
[8] Ik zeg jullie: Christus is alles in alles! Hij is de eeuwige Alfa en Omega, de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde! Hij alleen is het leven, de waarheid en de weg, voor alle wezens, mensen, geesten en engelen. In Zijn handen rusten alle hemelen, alle werelden, en alles wat op en in hen leeft. Door Hem en door Zijn eeuwig woord kunnen we kinderen worden van Zijn Vaderhart en in Hem alles in alles zijn. Zonder Hem is er echter eeuwig geen bestaan, geen leven, geen zaligheid! Geloven jullie dat, beste vrienden?'
[9] Allen roepen: 'Ja, ja, we geloven het! Al zien we ook nog niet helemaal in wat je ons nu verkondigd hebt, toch geloven we het onomstotelijk. Want we weten immers dat je ons niets wilt verkondigen wat je niet zelf duidelijk en met gegronde redenen inziet. Ere zij God in den hoge, die jou begiftigd heeft met zoveel begrip en inzicht!
[10] Wat je ons nu zo mooi hebt verteld over Christus, heeft ons allen echt verheugd. Weet je, heimelijk hadden we steeds erg veel met Hem op. Maar natuurlijk, wanneer de roomse papen Hem maar al te vaak niets anders lieten doen dan alle mensen die niet naar hun pijpen dansten regelrecht de hel in te verdoemen, dan moest je je voor deze anders zo verheven naam werkelijk gaan schamen. Want zo'n toornige en eigenzinnige God als sommige monniken van de goede Christus Jezus hebben gemaakt, kon toch geen zinnig mens aanvaarden! Rozenkransen bidden, litanieën, heiligen-gebeden, geestelijke oefeningen, verering van relikwieën, eindeloos en doelloos biechten, missen betalen en dergelijke domheden meer, zou Christus van de mensen verlangen om de hemel te winnen! Broeder, dat kon men in de 19de eeuw toch niet meer aannemen, zeker niet als men als arme dagloner maar al te vaak zag hoe deze dienaren Gods aan het altaar, waar ze hun missen opdreunden, zich door al hun vet nauwelijks nog konden keren.
[11] Maar de Christus waarover jij nu hebt gesproken, aanvaarden we met de grootste bereidwilligheid, en we zijn vol vreugde over Hem! Hij kan ook wel God Zelf zijn! Want volgens onze begrippen is Hij daar goed, wijs en machtig genoeg voor. De echte Christus moet zeker een heel andere zijn geweest dan de papen van Rome voor geld aan de arme zondaars hebben verkondigd.
[12] Wat denk je, broeder, en wat denkt misschien jouw vriend, die ons heel liefdevol voorkomt, maar die tot nu toe nog niets heeft gezegd _ zullen wij ook eens de genade hebben, de ware Christus te eniger tijd, al is het maar van veraf, te zien te krijgen? Want we kunnen niet verlangen dat een Christus, zoals jij Hem hebt verkondigd, zich vaak zou vertonen aan zulke doodgewone mensen als wij zijn. Als zo iets mogelijk zou zijn, dan zien we verder van iedere andere zaligheid af!'
[13] Robert zegt: 'Beste vrienden, ik verzeker jullie: de ware Christus, alhoewel Hij het allerhoogste en heiligste Goddelijk Wezen Zelf is, is nog steeds dezelfde die Hij als mens op aarde was. Hij heeft alleen maar oog voor wat op aarde eenvoudig was en geminacht werd, en diegenen die door de wereldse macht werden vervolgd, zijn Zijn vrienden en broeders! Maar alles wat de wereld groot en geweldig noemt en waar zij haar voorkeur aan geeft, is Hem een gruwel!
[14] Daarom, wees blij, mijn geliefde broeders, jullie zullen de werkelijke Christus niet één keer, maar voor altijd zien en Hem mateloos en eindeloos liefhebben! Want geloof me op mijn woord: Christus is jullie nu al meer nabij dan jullie ooit zouden willen geloven! Als ik zou mogen, dan zou ik jullie hoofden daarheen kunnen draaien waar Hij zich bevindt, en jullie zouden Hem dan zonder meer aanschouwen. Maar omwille van jullie heil mag ik dat nog niet doen. Heb daarom nog een tijdje geduld, totdat jullie wat rijper zijn, dan zal ook dat gebeuren. Zijn jullie daarmee tevreden?'
[15] Allen roepen: 'Ja, ja, we zijn allemaal volkomen tevreden! We weten maar al te goed dat we Zijn aanblik nog lang niet waardig zijn, maar we willen daarom alles doen om ons voor Hem enigszins waardiger te maken!
[16] Weet je, in Wenen waren we toch maar een stelletje lomperiken! En daarom kunnen we zoiets onmogelijk te vlug verlangen. Als de roomse papen in hun hellepreken aan hun toehoorders maar een honderdste van de waarheid zouden hebben opgedist, dan zouden wij ronduit rijp zijn voor het centrum van de hel. Wanneer echter Gods genade in Christus groter is dan de predikers hebben verkondigd, dan mogen ook wij nog wel hoop hebben! Maar daarvoor is nog veel tijd en geduld nodig, en dus zijn we toch heel tevreden en danken jou en je vriend voor deze belofte!'
«« 45 / 150 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.