Toets voor Roberts vrienden met betrekking tot hun liefde voor de vrouw. Goede beantwoording door Jellinek en Messenhauser

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)

«« 58 / 150 »»
[1] Na deze woorden van Jellinek gaat Robert meteen naar het bekende achterste gedeelte van de kamer, waar de vierentwintig danseressen zich nu achter een gordijn bevinden. Daar aangekomen schuift hij het gordijn open en zegt tot de rustig daar vertoevende danseressen: 'Welnu, mijn dierbaren, het is tijd voor jullie. Kom dus naar voren en maak voor die drie gasten wat galante bewegingen. Maar, doe je best en doe dit huis geen schande aan!'
[2] De danseressen doen meteen wat Robert van hen verlangt. Maar nog voor ze de eerste dansjes gedaan hebben, zegt de eerste tegen Robert: 'Alleen vragen we je wel, dat je het ons niet kwalijk neemt als we door onze hier merkwaardig weelderige gestalte enigszins gevaarlijk zouden kunnen worden! Mocht je dat van te voren aan zien komen, dan zou het ons allen liever zijn, dat je ons niet voor die nieuwe gasten zou laten optreden. Want het zou ons allen echt spijten als we kwaad zouden aanrichten, omdat we nu heel graag werkelijk iets goeds willen doen.'
[3] Robert zegt: 'Lieve zusters, wat jullie nu zeggen doet mijn hart deugd, want ik maak daaruit op dat jullie een goede en zuivere instelling hebben. Maar jullie allen hoeven niets te vrezen. Want mijn beste vriend daar en ook ik, zullen ervoor zorgen dat jullie die gasten, en die gasten jullie, niet de geringste schade zullen toebrengen. Treedt dus maar dapper en onverschrokken op; want jullie zullen door je dans bij die drie gasten niets slechts of gevaarlijks, maar alleen goeds en prijzenswaardigs bewerkstelligen!'
[4] Als de danseressen deze verzekering hebben gekregen, komen ze vlug naar het lichte voorste gedeelte van de kamer, en beginnen dadelijk allervriendelijkst hun kunst door allerlei sierlijke bewegingen te vertonen. Robert, die zich weer bij de drie vrienden heeft gevoegd, vraagt meteen aan Jellinek: 'Wel broeder, hoe bevallen je onze huisdanseressen? Heb je op aarde ooit iets volmaakters op dit gebied gezien?'
[5] Jellinek bekijkt de danseressen met grote aandacht en zegt daarop met een diepe zucht: 'Ach broeder, ik kan er niets aan doen, maar bij het zien van zo'n voorstelling heb ik altijd hetzelfde gevoel! Ik moet je heel eerlijk bekennen dat ik daar nooit echt plezier aan heb beleefd. Integendeel, ik werd daarbij steeds vervuld van een zeker gevoel van weemoed en verliet dan heel zonderling gestemd het theater. Ik dacht op aarde vaak na over dat eigenaardige gebeuren in mijn gemoed. Maar ik was nooit in staat daarvoor een redelijke verklaring te vinden. Maar nu gaat mij heel duidelijk een licht op, en dat verheugt me meer dan al deze danskunstvoorstellingen. De oorzaak ligt in het volslagen nutteloze van dit gedoe met armen en benen. Zeg eens, welk nut kan men met deze kunst ooit beogen? Volgens mij niet het allerminste! Alle andere kunsten, de muziek, de dichtkunst en de schilder- en beeldhouwkunst, kunnen in hun zuivere en waardige vorm voor het menselijk gemoed van wezenlijk nut zijn. En wel, omdat ze het hart kalmeren en veredelen, en zodoende niet zelden een ruw mens tot een zachtmoedig en gevoelig mens opvoeden, en een ware liefde in zijn hart opwekken. Ook al laten we deze danskunst een nog zo'n. zuivere en waardige richting inslaan, toch zullen door haar meestal slechts onzuivere gevoelens in een ziel worden opgewekt. De natuur van bijna iedere man wordt na een dergelijke uitvoering steeds veel zinnelijker en begeriger.
[6] Ik denk dat deze aangevoerde reden van mijn onbehagen alleszins de aandacht verdient, hoewel hij niet de eigenlijke bron was van de neerslachtigheid die me steeds overviel na zulke voorstellingen. De eigenlijke bron van mijn gevoelens na zulke kunstuitingen was waarschijnlijk hoofdzakelijk de gedachte, dat ik zo'n welgevormde danseres als door een magische toneelkijker, als een gevallen engel zag!
[7] Hoe vaak zei ik dan bij mezelf: Wat zou jij voor mijn hart kunnen betekenen! Maar als gevallen engel besef je nooit de waarde van een hart dat jou zo graag uit het slijk waarin je gezonken bent weer zou willen verheffen tot werkelijke engel. De mammon van de wereld is nu je god. En blindelings vertrap je je eigen hart met voeten, waarmee je slechts de brutaalste ontucht prikkelt. Wat kunnen je de harten schelen waarin jouw betoverende voeten bij iedere stap giftige pijlen hebben geslingerd?'
[8] Zulke gedachten droeg ik steeds met me mee en stemden mijn ziel heel vreemd triest. Had ik dan geen gelijk wanneer ik zo dacht? Nu ik hier net zo denk, moet je je maar eens afvragen of volgens jou deze danseressen, die nu gelukkig hun uitvoering hebben beëindigd, voor mij ooit gevaarlijk konden worden? Voor mij zijn ze in deze situatie wel het allerminst gevaarlijk en evenmin voor mijn allerbeste vriend hier, die mijn woorden zichtbaar ontroerd heeft aangehoord. Dus kan ik jou, vriend Blum, de volle verzekering geven dat al deze vierentwintig kunstenaressen met inbegrip van hun achtenveertig mooie voetjes niet de minste afbreuk hebben gedaan aan mijn liefde voor Jezus! Integendeel, ze hebben mijn nu heilig geworden liefde alleen maar versterkt! Want kijk, ik heb nu oprecht medelijden met deze arme gevallen engelen. En als het me mogelijk zou zijn hen vanuit hun lage positie te verheffen tot ware mensen, dan zou ik daar mijn halve leven voor geven! Maar genoeg hierover! Zeggen jullie twee, Messenhauser en Becher, nu ook eens, hoe jullie dit spektakel is bevallen?'
[9] Beiden zeggen: 'Nou, nou, zo... helemaal niet slecht! Maar het geheel komt ons toch wel wat komisch voor. Op aarde zijn dergelijke excentriciteiten van menselijke domheid heel verdraaglijk. Maar hier in het rijk van de geesten doen zulke dwalingen van het menselijk streven wel een beetje eigenaardig aan! Stel je voor, dat we nu weer naar de aarde zouden terugkeren en daar onze vrienden konden vertellen, dat we zojuist een hemels ballet hadden bijgewoond! Nou, dat gelach zouden we wel eens willen horen! Maar zeg nu eens, hoe je eigenlijk op het krankzinnige idee bent gekomen om er in het rijk van de geesten een soort harem van een paar dozijn balletdanseressen van het zuiverste water op na te houden? Heb je ze dan formeel in dienst genomen? Of is dat misschien de hemel van de nieuw-katholieken? Kom, ga nou toch gauw met je nieuw-katholieke engeltjes! Breng ons liever nog zo'n fles van die laatste wijn! Daarvan is één druppel meer waard dan al die achtenveertig voetjes bij elkaar!' Robert glimlacht daarop en haalt de tweede fles.
«« 58 / 150 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.