Olafs wijsheid. Een hemelse heildronk. De nieuwe licht en liefdesbrug van de Goddelijke genade

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)

«« 86 / 150 »»
[1] Max Olaf treedt naar voren en zegt: 'O Heer, het is moeilijk om nu nog een of andere wens uit te spreken, waar u, o Heer, als de allerdiepste en almachtige wijsheid spreekt en reeds alles wat er nu gebeurt, hebt voorzien en ook alle voorzorgsmaatregelen hebt getroffen, waardoor er voor de huidige onlusten op aarde zonder meer snel een oplossing moet komen. Dat is echter ook een grote wens van mij, want ik wens zelfs de duivel geen kwaad toe, laat staan de mensen, die toch mijn broeders zijn!
[2] Ik hoef U, Heer, ook helemaal niet te beschrijven hoe het nu op aarde toegaat. Want U overziet niet alleen alle gruweldaden, maar doorziet ook alle harten met hun goede en kwade verlangens waaruit deze daden voortkomen. U ziet ook waardoor zulke slechte gedachten en wensen in de harten van de mensen ontstaan. Vandaar dat U het in alle eeuwigheid ook nooit nodig zult hebben om van een geest te vernemen wat er nu gedaan zou moeten worden. U kunt wel tegen ons zeggen: 'Luister, Ik ga nu dit of dat doen!' En er zal U niet gauw iemand vragen 'waarom?' Want U alleen bent de Heer en kunt doen wat U wilt!
[3] Zo laat U op aarde nu ook dingen gebeuren, waarvan niemand zich precies kan voorstellen waarom ze gebeuren. Alleen de mensen die blind zijn, zeggen: 'Heer, bent U blind en doof geworden, dat U ons nu laat kreperen onder allerlei tegenslagen!' Maar ik denk: U laat zeker niemand versmachten, maar helpt iedereen overeind die U aanroept en op U vertrouwt. Diegenen echter, die denken zichzelf wel te kunnen redden en alleen maar op hun wapens vertrouwen, wordt geheel en al recht gedaan als ze met hun macht binnen de kortst mogelijke tijd voor U, Heer, en voor de hele wereld met hun macht te schande worden gezet. De geringen en deemoedigen echter kunnen jubelen en juichen. Want U bent hun steun en toeverlaat en zult nooit gedogen, dat ze zich voor hun vertrouwen zouden moeten schamen tegenover de groten der aarde! Maar weldra zullen de groten voor de geringen zeer te schande staan als U, 0 Heer, hun de maskers af zult nemen. Want ze bedrijven nu een smadelijk spel met de arme volkeren.
[4] Ik weet echter heel zeker, dat alles wat U doet welgedaan is. En ik weet ook, dat geen snode daad u ontgaat. Zij, die echter vandaag een zware strijd voeren tegen hun broeders, die ze vijanden noemen, slaat U morgen. En dan verdwijnen ze samen met hun ambt, alsof ze nooit hadden bestaan! Moge Uw allerheiligste naam daarom altijd worden geheiligd!
[5] Maar nu komt er een eigenaardig gevoel over me. Ik zie weliswaar niets en verneem ook niets, maar het is alsof er nu op aarde een zware slag is gevallen. O Heer, wat zou dat toch zijn?'
[6] Ik zeg: 'Mijn beste Max Olaf, ja, ja, Ik zeg het je: heden, heden en heden! Nacht willen ze en ze zullen hem krijgen en deze zal allen verslinden die hem willen. De dood willen ze; ook die zullen diegenen krijgen, die hem hebben gekozen tot hun handlanger. Pracht, roem en eer willen ze, waarvoor duizenden zich moeten laten afslachten! Ja, het zij zo! Ze zullen verschrikkelijk schitteren, hun roem zal vreselijk zijn en ontzettend hun eer. Heersen willen ze! Ja, ze zullen heersen, maar als de pest en als de draak in zijn grot en als de Leviathan in zijn slijk, diep onder de bodem van de zee! De leugen willen ze, want de waarheid is hun een gruwel van verwoesting. Daarom zullen ze het heldere licht van de waarheid nimmer bereiken! Een god willen ze ook, maar alleen zoals zij hem kunnen gebruiken! Daarom zullen zij Mijn aangezicht nimmer te zien krijgen! Ook willen ze dat zij alléén maar leven; alle anderen mogen slechts leven, wanneer ze van nut zijn voor het leven van de groten. Daarom zal het echter zo zijn, dat ze eeuwig alleen zullen leven! Wat ze willen, zullen ze krijgen zoals zij het willen! Maar spoedig zal een groot en verschrikkelijk gevoel van spijt als een molensteen uit de wolken in hun ziel vallen en zij zullen naar een middel zoeken om dit gevoel van spijt kwijt te raken. Maar hun zoeken zal tevergeefs zijn, want niemand zal deze steen van het graf van hun ziel wegnemen. O, Ik ken hen, hun begeerten en hun daden! Ik heb de koningen der aarde geteld en heb er weinig gevonden die rechtvaardig zijn in Mijn ogen. Daarom zal het lot van Nebukadnezar hun deel worden! Maar de weinige rechtvaardigen wil Ik ook wonderbaarlijk helpen, zodat ze in de toekomst zullen schitteren onder alle koningen en volkeren als de helderste sterren tussen het zwakke re geflonker aan het firmament.
[7] Heden zal het gericht beginnen! Heden nog zullen er velen geslagen worden. Vele duivels zullen heden te gronde gaan en satan zal niet ontkomen aan de val, die voor hem werd uitgezet.
[8] En nu, Mijn Robert, ga dan en breng ons wijn, en wel de beste, de wijn des levens, der liefde en der waarheid, opdat we drinken op het heil van onze arme broeders op aarde en hen zegenen! Zo geschiede het!'
[9] Vlug staat Robert op en haalt de verlangde kostelijke wijn.
[10] Wanneer hij hem op de grote vergadertafel heeft geplaatst, zegen Ik de wijn en zeg tot Robert: 'Mijn beste Robert, als Ik om wijn vraag, dan hoort er ook brood bij. Omdat je echter alleen maar wijn hebt gehaald, moet je ons ook nog een goed brood bezorgen, want dit huis is immers van alles rijkelijk voorzien.
[11] Geef onze vierentwintig balletdanseressen daar echter ook brood en wijn en zeg hun, dat ze hun voeten weer gereed moeten houden, want ze zullen spoedig weer wat te dansen krijgen. Als ze soms ook edele en goede vruchten willen eten, open dan voor hen de kast naast de deur, die naar een tweede zijvertrek leidt. Wat ze daarin zullen vinden, mogen ze gebruiken.
[12] Breng ook meteen een flink aantal drinkbekers mee, zodat we de wijn daarover kunnen verdelen en iedereen een goed gevulde beker krijgt. Ga dus en vervul Mijn wens!'
[13] Robert voldoet meteen met de allergrootste minzaamheid aan Mijn verlangen.
[14] Als alles in gereedheid is gebracht, deel Ikzelf het brood en de wijn uit en zeg: 'Kinderen, neem, eet en drink allen. Drink op het welzijn van onze kinderen en broeders op aarde, die veel vervolgingen moeten doorstaan en nu al zeer moe en zwak zijn geworden. Waarlijk, zij zullen geholpen worden! Moge iedere druppel duizendvoudig heil brengen aan allen, die goed van hart en wil zijn! Ik zeg jullie, vandaag nog zal het de goede mensen vaak een uitstekende dienst bewijzen, dat wij hen hier zeer sterk indachtig zijn. Hun harten en de gebeurtenissen op aarde zullen het hun doen weten! En aan enkelen op aarde zal woord voor woord worden meegedeeld wat hier gebeurt en hoe hier voor de arme aarde wordt gezorgd.
[15] We willen echter onze gedachten ook uit laten gaan naar de blinden en doven! Maar alleen de verharde mensen zullen in het vuur terecht komen, dat een meester is in het verdelgen van karbonkel en diamant. Want zij die zich nimmer willen laten vermurwen door de waarheid van het woord, zullen door het machtige vuur milder worden gemaakt! En onder de geweldige slagen van de hamer van Mijn wijsheid zullen zij als gloeiend erts worden omgesmolten tot een nuttig werktuig voor ons huis (hemelse kerk)! Wel zullen ze nog veel drukte en lawaai en allerlei gissingen maken en nog menig plan ontwerpen. Maar dit alles zal vergeefse moeite zijn en steeds het tegenovergestelde resultaat hebben van datgene wat zij wilden bereiken. Want Ik alleen ben de Heer en heb de macht om kronen en scepters te breken en de gebrokenen weer op te richten, wanneer zij zich tot Mij wenden! Maar wee hen, als zij niet bij Mij de ware hulp zoeken!
[16] Koningen die op Mij vertrouwen, zal Ik oprichten en hun ware wijsheid geven en daaruit voortvloeiend grote macht! Hun volkeren zullen dan luid roepen: 'Heil aan onze grote, ons door God geschonken koning en heer! Wat van ons is, is ook van U! Uw grote wijsheid en goedheid moge onze ware en levende grondwet zijn. Moge uw woord onze wil zijn en uw wil onze wet. Wee degene die uw wet overtreedt!'
[17] Driemaal wee tegen die koningen, hertogen en vorsten, die steeds hun woord en trouw breken tegenover hun buren en wier harten vervuld zijn van leugen en bedrog. Ik zeg jullie, zij zullen vergaan als de mijten op een blad. Want Ik wil nu de aarde zuiveren van al het onkruid!
[18] Dan zal er echter een brug worden geplaatst tussen hier en daar, zodat de bewoners van de aarde gemakkelijker naar ons toe kunnen komen dan tot nu toe over de reeds zeer vermolmde ladder van Mijn Jacob, waarover alleen engelen op en afkonden gaan.
[19] Die brug zal echter heel breed moeten zijn en zo vlak als de spiegel van een rustig meer. Er zullen noch aan het begin, noch in het midden, noch aan het eind van de brug wachters staan opgesteld om de ongelukkigen, de zwakken en gebrekkigen te keuren. Iedereen zal volkomen vrij zijn om hier te allen tijde voor zichzelf in zijn ware vaderhuis raad en afdoende hulp te komen halen!
[20] Via deze brug zullen echter ook wij de lang verlaten aarde weer betreden en daar onze kinderen zelf opvoeden, onderrichten, leiden en regeren, en zo het verloren paradijs weer oprichten!
[21] Nu kennen jullie allen precies Mijn wil en Mijn besluit. Onderzoek deze. Laat een ieder van jullie zijn aan Mij gedane voorstellen, meningen en wensen daarmee vergelijken en jullie zullen ontdekken, dat ze allemaal getrouw erin vervat zijn. En niemand van jullie allen zal kunnen zeggen, dat hij voor niets heeft gesproken!
[22] Dus eet en drink nu allen op het welzijn van onze kinderen en broeders op aarde! Want nu weten jullie allen dat, en ook hoe we de kinderen van de aarde willen helpen, beslist zullen helpen en zojuist reeds geholpen hebben!'
«« 86 / 150 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.