Wat de liefde doet is welgedaan. Laat je alleen door haar leiden.

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)

«« 103 / 153 »»
[1] De officier zegt: 'O hoe heerlijk is het afhankelijk te zijn van een Heer, die in de wijsheid weliswaar voor eeuwig alle wezens op onnavolgbare wijze overtreft, maar aan de liefde de hoogste vrijheid toekent en haar zo maakt, dat ze helemaal niet kan falen. Ja, dat is oneindig groot, verheven en heilig!
[2] Dat U, o Heer en Vader, uit liefde tegemoetkomend bent geweest, blijkt wel uit talloze voorbeelden in de Heilige Schrift. Ik wil nog niet eens in de eerste plaats denken aan voorbeelden uit het Oude Testament, waarin verteld wordt hoe U Sara hebt verhoord, de liefhebbende Jakob het eerstgeboorterecht gaf en Jozef tot weldoener van zijn broeders maakte. En verder hoe Mozes, die van het begin af aan een zoon van de liefde was en uiteindelijk door de drang van zijn hart tot U in de brandende doornstruik kwam en toen pas volledig een werktuig van Uw liefde en erbarming werd.
[3] Maar ik denk hoofdzakelijk aan het Nieuwe Testament, waarin U zich uit liefde zo hebt laten behandelen dat Uw leerlingen en apostelen zich daaraan vaak danig hebben geƫrgerd. Hoe graag hadden zij gezien dat U in tal van ergerlijke situaties vuur en zwavel uit de hemel had laten regenen, maar U wees hen terecht en genas, waar zij verwachtten dat U zou verwonden. 0 Heer, een hele eeuwigheid is te kort om al die wonderdaden van Uw liefde op te sommen! Maar wat kan men doen? Niets anders dan U liefhebben en nog eens liefhebben, omdat U Zelf slechts liefde en nog eens liefde bent in alles!'
[4] Ik zeg: 'Goed, goed, Mijn broeder, Mijn zoon! Wat de liefde doet is, welgedaan; laat je daarom steeds alleen maar door de liefde leiden! Waarheen deze je ook zal voeren, je zult steeds op de juiste plaats aankomen; Mijn rijk bestaat alleen uit liefde en waar liefde heerst, daar ben ook Ik thuis. Daarom komt er ook niemand zonder liefde ooit in Mijn rijk en nog minder rechtstreeks tot Mij. Het licht van Mijn ogen doorstroomt weliswaar de oneindigheid en dat is de eeuwig stralende diamant van Mijn wijsheid, maar de liefde is slechts daar, waar Ikzelf onmiskenbaar thuis ben, lichamelijk en zeer wezenlijk herkenbaar.
[5] Het licht van de zon doordringt ook een bijna onmetelijke ruimte, maar van haar warmte genieten alleen de hemellichamen die zich in haar nabijheid bevinden; buiten de kring van haar planeten dringt geen warmte meer door. De hemellichamen, die door de zon verwarmd willen worden, moeten evenwel eerst zelf warmte in zich hebben. Een ijsklomp neemt geen warmte op, tenzij hij eerst tot water smelt, wat wel in staat is warmte in zich op te nemen.
[6] Wie dus liefde bezit, zal ook in zichzelf liefde vinden en deze als volledig eigendom verwerven, maar wie geen liefde heeft, kan ook geen liefde in zich opnemen. Zou een steen geen vuur in zich hebben, dan zou hij nooit gloeiend kunnen worden gemaakt.
[7] Blijf dus in de liefde, omdat je de liefde in je hebt - en ga nu en neem Mathilde-Eljah bij je opdat al jouw liefde voor Mij een eeuwige voeding mag hebben, want als de magneet als symbool van de kracht van de liefde geen voeding krijgt, verzwakt hij. Geeft men hem echter voeding, dan wordt hij steeds sterker. En zo moet ook Mathilde-Eljah voor jou een versterkende voeding zijn! Zo zij het!'
«« 103 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.