Cado's wijsheid tegenover de verblindheid van Minerva. Erken de Godmens Jezus!

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)

«« 24 / 153 »»
[1] Miklosch doet verder verslag: 'Cado zegt: 'Maar lieve moeder van de oneindigheid, uiterst beminnelijke en mooie Minerva! Waarom voel je juist tegen deze toch zo mensvriendelijk klinkende naam zo'n weerzin? Wat heeft Hij jou dan misdaan? Kom ermee voor de dag, waar zit de moeilijkheid?'
[2] Minerva zegt heel boos: 'Vriend, daar zit juist het grootste probleem dat in alle eeuwigheid niet opgelost zal worden, want onder deze naam is de Godheid waanzinnig geworden en heeft Haar oorspronkelijke hoogte en diepte verlaten. Zij heeft zich uit dwaze liefde voor haar fantasieschepselen in een nauw jasje geperst, waar Zij nu niet meer uit te krijgen is. Denk je nu eens een Godheid in, die zich uit pure apenliefde voor haar schepselen door haar verblinde creaturen laat mishandelen en aan het kruis nagelen! Een Godheid, die zich tot aas vernedert in plaats van in Haar hoogheid en glorie in mijn lichtende gezelschap te blijven en te heersen over alle wezens, die uit mij hun onverwoestbare bestaan krijgen. Mijn vraag is: wat moet ik als hoogste wijsheid nu denken van zo' n gek geworden Godheid? Ik zou van schande en smaad wel kunnen vergaan als ik zo'n ontzettende vernedering moest aanzien. Zou ook ik gek worden evenals de Godheid, dan valt de hele oneindigheid in puin en alle wezens houden op te bestaan. Kijk, dat is de hopeloze moeilijkheid!'
[3] Cado zegt: 'Merkwaardig! Maar wat is hier dan zo merkwaardig? O, niet de vernedering van de Godheid naar Haar schepselen toe! Dat is in mijn ogen nog lang niet zo merkwaardig als het feit, dat de hoogst wijze godin Minerva zo gruwelijk bekrompen van geest is, dat zij zich van de grote Godheid zo'n buitengewoon domme voorstelling maakt. Neem me niet kwalijk: hoe kan de Godheid als de zuiverste oergeest, als de machtigste oerkracht van alle van Haar uitgaande krachten, ooit zwak worden? Zij, die de oneindigheid omvat en het eeuwige centrum is, zou ooit zwak en tenslotte zelfs waarzinnig kunnen worden? Nee Minerva, je mag verder heel wijs zijn, ja zelfs zo wijs als je verleidelijk mooi bent, maar de grap over de goddelijke zwakheid en dwaasheid is je niet gelukt. Bovendien zie ik dat.je buitengewoon heerszuchtig bent en dat je er plezier in hebt mij voor de gek te houden. En dus erger ik mij ook niet meer aan de domheid die je mij betoond hebt.
[4] Omdat ik echter een groot behagen schep in je schoonheid en je in alle ernst liefheb, geef ik je een raad. Deze bestaat hieruit, dat je ervoor moet zorgen met de Godmens Jezus op vriendschappelijke voet te komen staan. Laat op z'n minst Zijn naam in jouw rijk vaker uitroepen, zodat je jezelf ervan kunt overtuigen wat daarvan het gevolg zal zijn. Ik ben ervan overtuigd dat je daardoor binnen de kortst mogelijke tijd een geheel andere voorstelling van de Godheid zult krijgen. Kijk, ik ben misschien een nog veel slechtere duivel dan jij. Ik ken Jezus slechts van naam en ken enkele stellingen van Zijn leer, die werkelijk goddelijke wijsheid bevatten en zelfs bij iedere redelijk denkende geestelijke of vleselijke duivel de grootste bewondering moeten afdwingen. Ik heb er werkelijk geen moeite mee om Hem mijn diepste achting te betuigen. Waarom moet dat dan uitgerekend jou zo zwaar en onuitvoerbaar voorkomen?
[5] Kom, wees nu eens verstandig! Dom was je toch allang genoeg. Kijk, wij beiden zouden toch goed bij elkaar passen. Desalniettemin zal er nog genoeg kwaad overblijven, ook al gaat het niet meer van ons uit. De goede God zal nog een hele tijd werk hebben voor Hij al onze nakomelingen volkomen de baas is, ook als wij ons duivelshandwerk voorgoed opgeven. Je moet daar werkelijk nooit spijt van hebben, want je hebt er altijd nog een afschuwelijk loon voor ontvangen, en tenslotte zou het de Godheid bij gelegenheid wel eens kunnen invallen jou voor eeuwig helemaal te vernietigen. Wat heb je dan aan al je moeite en zure arbeid? Volg daarom mijn raad op, temeer daar je mij eerder toch zelf te verstaan gaf dat jouw bestaan, evenals dat van de Godheid, eeuwig onverwoestbaar is!'
[6] Nu is Minerva sprakeloos, staat als een onbeschrijfelijk mooie vrouw vlak bij de heuvel op haar wagen en lijkt over de woorden van Cado na te denken.'
«« 24 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.