Ergernis van Robert en Helena voor de hemelpoort. Cado' s wijze raad.

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)

«« 46 / 153 »»
[1] Robert zegt: 'Ja, mijn beste vriend, hierbij staat mijn verstand nog steeds stil! Wie hier wijs uit wordt, moet meer in huis hebben dan ik Zou de Heer gezegd hebben: 'Wacht daar voor die poort op Mij tot Ik kom en voor jullie de poort des levens open', dan zou dit wachten dragelijk zijn en kon men zich dit lange wachten wel laten welgevallen. Maar de Heer sprak toch uitdrukkelijk over een open deur en dat ik me direct met Helena vooruit moest spoeden om daar in zekere zin voor de ontvangst van hen die later komen, aanwezig te zijn! Over de hierbij noodzakelijke haast sprak Hij echter hoofdzakelijk vanwege zeer gewichtige zaken, die ons daar te wachten staan.
[2] Wij haastten ons naar beste vermogen hierheen, vonden echter een deur die niet open te krijgen is en staan al geruime tijd voor de gesloten ingang. Wat betekent dat en waarom gebeurt dat alles? Dat is werkelijk wat al te kras! Ik kon op aarde van domme mensen wel een aprilmop waarderen, maar deze fopperij hier door de Heer Zelf lijkt toch een beetje vreemd!
[3] Tot nu toe voldeden we, voorzover onze krachten toereikend waren, beslist volkomen aan de wil van de Heer. Het gaat nu niet meer verder en zodoende blijven we hier dan ook staan. Om het vierde vertrek zal ik mij echter van nu af aan weinig bekommeren. Er is weliswaar gezegd, dat het hemelrijk geweld moet worden aangedaan, maar kan men het wel een groter geweld aandoen dan men ter beschikking heeft? Wij hebben onze uiterste best gedaan, nu mag iemand anders het proberen en zijn geluk beproeven!'
[4] Helena zegt: 'Precies dezelfde mening ben ik ook toegedaan! Van datgene wat nu eenmaal niet gaat, moet men zich afwenden en het erbij laten.'
[5] Cado zegt: 'Lieve mensen, jullie oordelen weliswaar heel verstandig, maar desalniettemin kan ik mij niet bij jullie standpunt aansluiten, daar ik niet twijfel aan de mogelijkheid dat deze poort kan worden geopend. Hebben wij dan al alles geprobeerd? Nee, dat hebben we echt niet! Als de poort nu toch eens open zou zijn en jullie haar daarom niet konden openen, omdat jullie probeerden haar naar de verkeerde kant te openen?
[6] Jullie hebben de poort wel met alle kracht naar binnen duwend willen openen. Weliswaar zag ik jullie vergissing duidelijk in, maar kon hem jullie niet aantonen voordat jullie zelf door een zeker zoeken, vragen en aankloppen er achter waren gekomen. Ik heb jullie wel op deze evangelische raad opmerkzaam gemaakt, maar jullie hebben hem niet opgevolgd. Zodoende hebben jullie niet kunnen ontdekken dat de poort niet naar binnen, maar alleen naar buiten is te openen, en wel om die reden dat ook de poort in het klein het hemelrijk voorstelt, dat men met geweld naar zich toe moet trekken, maar niet van zich weg mag schuiven! Het is toch in natuurlijke zin al zo, dat men, als men iets wil hebben, het in zekere zin naar zich toe moet trekken.
[7] In de hemel ligt in alles eenzelfde onveranderlijke orde besloten, Waar op geen enkele manier tegenin mag worden gehandeld. Zo is het ook bij het openen van de poort en daarom hebben jullie niets bereikt. Probeer nu in naam van de Heer bij het openen van deze poort in overeenstemming met deze orde tewerk te gaan en jullie zullen het zeker klaarspelen. '
[8] Robert zegt: 'Beste vriend, ik begrijp nu mijn vergissing, maar iets anders begrijp ik niet, en dat ben jijzelf. Waarvandaan haal jij zo'n wijsheid, waar zelfs de wijste Cherubijn respect voor moet hebben? Werkelijk, dat is me een raadsel! Als de Heer hier zou zijn, zou Hij me onmogelijk wijzer kunnen onderrichten.'
[9] Ook Helena zegt: 'Ja, dat is waar, zo wijs als vriend Cado is, is werkelijk voor alle hemelen niet te begrijpen. Hij moet dat echter ook zijn, anders had de duivel op de heuvel niet zo'n respect voor hem gehad! Daarom heb ook ik een bijzonder grote hoogachting voor Cado.'
[10] Cado zegt: 'Maar lieve vriendin, weet je niet dat Cado eigenlijk zelf een duivel was en dat derhalve op die bewuste heuvel in het noorden de ene duivel het met de andere aan de stok had?' Helena zegt: 'Als Cado ooit een duivel was, dan was ik het zeker tienvoudig, maar Cado was nooit echt een duivel. Misschien alleen maar naar de schijn, om de echte duivels des te beter tegemoet te kunnen treden. Dat is dan ook een grote wijsheid, die voor een echte duivel toch onmogelijk Is, omdat in hem geen liefde woont.'
[11] 'Bravo!', zegt Cado, 'Dat is jou goed gelukt! Zolang er in Cado geen liefde was, was er in hem ook geen wijsheid, maar naarmate Cado de liefde in zich opnam, wekte hij ook de wijsheid tot leven en streed toen met haar tegen de duivel... een wapen, waarvoor iedere duivel het grootste respect heeft.
[12] Gaan jullie nu maar eens de poort openen, want ik zie daarginds, nog wel heel ver weg, het hele gezelschap hiernaartoe komen. Wat zullen zij zeggen als ze ons hier voor een nog gesloten poort aantreffen?'
[13] Robert zegt: 'Ik heb alleen nog één evangelische moeilijkheid met betrekking tot de poort zelf: in het Woord van de Heer staat uitdrukkelijk: 'De poort echter die in de hemel leidt, is smal. Jullie moeten door de smalle poort gaan wanneer jullie in de hemel willen komen!'... en zo gaat het ongeveer verder in het Boek des Levens. Bekijk echter deze poort: wat een hoogte en wat een breedte! Denk je echt dat dit een goede ingang naar de hemel is?'
[14] Cado zegt: 'Vriend, je hebt nog heel wat materiële voorstellingen van Gods Woord. Wordt met de smalle poort in het Evangelie dan niet de deemoed van het hart bedoeld en niet een echte deur? Open haar maar, deze hoge poort, ze zal voor jou ook nog wel wat smal worden!'
[15] Robert zegt: 'Merkwaardig, hoe dom men af en toe wordt! Een os blijft voor een poort staan, maar wij mensen willen meteen met het hoofd door de muur rennen. Ik wilde deze poort steeds van mij af openen, maar toen het ook met geweld niet ging, werd ik wrevelig, wilde mijn kleren niet meer en wenste Minerva hier. Dat ik echter in plaats van al deze domheden de poort ook naar mij toe had kunnen openen, is geen moment bij me opgekomen! Nietwaar Helena, je zult met mij wel heel blij zijn nu blijkt dat ik zo vreselijk dom ben?'
[16] 'O, dat is mij allemaal om het even', zegt de nu weer heel opgewekte Helena, 'ik ben immers even dom! Wat vriend Cado ons heeft aangeraden, had mij toch ook te binnen kunnen schieten. Wij weten weliswaar nog niet zeker of de poort zich ook werkelijk naar ons toe laat openen, maar het is al dom genoeg dat wij beiden dit nog niet hebben geprobeerd. Probeer het nu echter nog een keer en dan pas op de wijze die vriend Cado je heeft aangeraden!' Robert zegt: 'Nee, naar binnen toe probeer ik het nooit meer, maar er zal onmiddellijk een poging worden gedaan.'
«« 46 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.