Het grote piramidemonument. Woorden van licht en leven van de Heer over geest, ziel en lichaam. De ware verrijzenis van het vlees.

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)

«« 5 / 153 »»
[1] In enkele ogenblikken zijn wij ter plekke. De vele andere gasten, geleid door de apostelen, evenals de aartsvaders maken met grote eerbied plaats voor ons. Wij naderen het grote monument, dat er net zo uitziet als een van de grootste piramiden van Egypte.
[2] Op de top van de piramide is een grote gouden bol aangebracht. Elke trede van de piramide is met een brede gouden band bekleed, waarin allerlei inschriften zijn gegraveerd. In de piramide bevindt zich alleen aan de noordzijde een deur, waardoor men naar binnen kan komen. Een paar meter achter de ingang zijn naar links en rechts twee zijgangen, en nog wat verderop bevindt zich één trap die naar beneden, en één die naar boven leidt. Hoewel de piramide uiterlijk van louter ondoorzichtige, zware stenen lijkt te zijn gebouwd, waardoor geen licht in het inwendige van dit reusachtige monument kan doordringen, zijn de vele ruimten binnen echter toch zo helder verlicht, dat men alles wat zich daarin bevindt goed kan onderscheiden.
[3] De al buitengewoon nieuwsgierige franciscaan Cypriaan, vraagt Mij: 'O Heer, goede Vader, wat heeft dit eigenlijk te betekenen? zo'n ontzaglijke piramide moet ook een geweldige betekenis hebben!' Ik zeg: 'Beste vriend, heb maar geduld, want zo'n boom valt niet met de eerste slag! Wel was er op aarde eens een heidense koning, Alexander genaamd, die de beroemde Gordiaanse knoop met één machtige slag van zijn zwaard ontwarde, maar op deze manier worden hier in het rijk van de zuivere geesten de ingewikkelde knopen niet ontward, doch slechts met de nodige tijd en geduld! Daarom dus wat meer geduld, Mijn beste vriend Cypriaan!'
[4] De franciscaan stelt zich daarmee tevreden en zegt: (Heer, goede Vader, U hebt volkomen gelijk! Wij zijn hier in de onvergankelijke eeuwigheid en daarin hebben wij tijd in overvloed om ons alle inzichten te verwerven. Wat zou ons tenslotte nog overblijven, als wij alle hemelse wijsheid in één keer te verwerken kregen? Niets anders dan een spoedig daarna intredende eeuwige verveling!' De graaf zegt: 'Vriend, je begint alweer een beetje satirisch te worden! Ik zeg je, neem je in acht, want je bevindt je op heilige grond! Hou daarom eindelijk eens op met zulke geestigheden!'
[5] Ik zeg: 'Liever geen geruzie hier! Jij, broeder Ludwig, hebt weliswaar gelijk, maar voor de opmerking van Cypriaan is ook wat te zeggen. Wij hebben hier belangrijke dingen te doen. Ga jij, vriend Cypriaan, liever naar Robert toe en vraag hem om met zijn echtgenote bij Mij te komen, want hij moet hier bij deze gelegenheid de hoofdrol op zich nemen.
[6] Cypriaan buigt diep voor Mij en voert zijn opdracht aan Robert vlug uit. Robert komt ook dadelijk met Helena naar Mij toe en vraagt Mij om hem Mijn wil bekend te maken.
[7] Ik zeg hem: 'Beste vriend, broeder en zoon Robert. Kijk, dit museum is eveneens een wezenlijk deel van jouw huis en Ik wil het juist jou bijzonder na aan het hart leggen. Je hebt tot nu toe al veel gedaan en grote dingen volbracht, zodat Ik heel tevreden over je ben. Jouw geest is heel mooi gevormd, maar je ziel heeft hier en daar nog te weinig stabiliteit, wat ook niet anders kan, omdat de ontbinding je lichaam nog niet volledig heeft opgelost. Hier is het de plaats, waar jouw ziel tot volkomen stabiliteit kan en ook zal geraken, maar daarvoor moet nog het een en ander heel goed in acht worden genomen!
[8] Kijk, het lichaam van ieder mens is een mengeling van werkelijk miljoenen van alle mogelijke hartstochten uit de hel, die in een gerichte vorm zijn samengebracht. Je hebt toch wel eens gehoord van de opstanding van zowel de doden als de levenden, en ook over de opstanding van het vlees. En ook van een zogenaamde jongste dag, waarop allen die in de graven liggen door Mij naargelang hun werken worden opgewekt, hetzij tot het leven, hetzij tot de eeuwige dood.
[9] Kijk, dit is de plaats, waar Ik jou deze geheimen moet openbaren, en wel naar jouw eigen natuur en geaardheid. Vervolgens door jou aan allen die vanwege dezelfde oorzaak met jou in de geestenwereld zijn aangekomen en in jouw huis opname moesten vinden, omdat ze op aarde al door gedachten, gezindheid, woorden, wensen en af en toe ook door hun werken min of meer in jouw geest leefden.
[10] Jij was van allen de eerste die Ik hier opnam en voor wiens verdere vooruitgang Ik hier zorgde. Daarom moet jij hier, waar het gaat om de uiteindelijke vervolmaking, ook de eerste zijn die deze aan zichzelf volbrengt, zodat ze dan ook op alle anderen kan overgaan.
[11] Ik heb reeds gezegd dat jouw ziel nog geen eigenlijke stabiliteit heeft. Hoe zal deze echter bereikt worden? Ik zeg jou en derhalve ook alle anderen:
[12] Zoals Ik, als de Heer, in Mijn mens zijn jullie overal voorging en een goede, onverwoestbare weg baande, zo moeten jullie allen Mij op diezelfde weg in alles navolgen, wanneer jullie waarlijk het eeuwige leven willen bereiken!
[13] Ik ben niet alleen naar ziel en geest opgestaan, maar hoofdzakelijk naar het lichaam, want Mijn ziel en Mijn oereeuwige Godsgeest hadden geen opstanding nodig, omdat het toch een volstrekte onmogelijkheid zou zijn geweest als God te worden gedood. Zoals Ikzelf lichamelijk ben opgestaan als eeuwige overwinnaar over iedere dood, zo moeten ook jullie allen naar jullie lichamen ('lichaam' en 'vlees' moeten hier natuurlijk niet letterlijk, maar in figuurlijke betekenis worden gezien. Daaronder moet (volgens vers 14) het grofzinnelijke deel, de van satan afstammende vleselijke kracht in het vlees van ons 'natuurwezen' (hoofdstuk 156: 1) worden verstaan. (De uitgever) opstaan, want pas in je verrezen, gelouterde en verheerlijkte vlees kunnen jullie Mij als volmaakte God aanschouwen. Het vlees is echter gevangen in het gericht en dat moet van het vlees worden weggenomen, anders kan het nooit dienen! tot stabiliteit van de ziel.
[14] Bekijk deze graven: allemaal samen bevatten ze het complete geheel van jouw eigen vlees, uitgesplitst in miljoenen gerichte deeltjes, waaruit het was samengesteld. De wezens die je onder de grafmonumenten hebt ontdekt, zijn in feite slechts verschijningsvormen van de verschillende wensen, begeerten en hartstochten, die jij in je vlees, als gerichte delen van je hele natuurwezen, herbergde.(Voorgesteld door het karakterbeeld van de verschillende, aparte persoonlijkheden. (De uitgever)) Deze nu moeten gelouterd worden met allerlei middelen om aldus tot een waarlijk stevig, levend kleed voor jouw ziel te worden.
[15] Zoals Ik uit Mijn hoogsteigen kracht en macht Mijn vlees deed opstaan, zo moeten ook jullie allen door de kracht van Mijn Geest in jullie aan dit belangrijke werk beginnen en het tot waarachtige voltooiing brengen, want wie waarachtig Mijn kind wil zijn, moet in alles op Mij lijken en alles doen wat Ik gedaan heb, nog doe en zal doen!
[16] Maar nu zet jij, Robert, grote ogen op en vraagt Mij in je hart: 'Heer, wat is dat nu, hoe zal ik in staat zijn om dat te verwezenlijken?' Geduld, je komt het zo dadelijk te weten!'
«« 5 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.