Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'.

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)

«« 74 / 153 »»
[1] Nu gaat ook de luidkeels uitgelachen, nog voor ons staande j-a-schreeuwer achteruit. Allen maken een diepe buiging voor hem en zeggen: 'Allerhoogwaardigste apostolische nuntius van de heilige vader uit Rome! Hoe kunt u nog talmen met deze ketters? Vervloek hen en stuur allen zonder genade of erbarmen de hel in!'
[2] De bewuste schreeuwer zegt met een akelig krijsende stem: 'Dat heb ik toch al gedaan, maar die duivels zijn ontzettend hardnekkig en willen niet doen wat ik hun gebied en lachen me bovendien nog duchtig uit ook! Ook voor onze bliksem en donder evenals voor onze hel zijn ze niet bang, maar ze bekijken deze toch vreselijke dingen zo onverschillig alsof het helemaal niets bijzonders is! O, dat zijn harde en onverbeterlijke duivels!
[3] Een van ons hebben ze ook nog weggevist! O jij arme stakker, nu ben je voor eeuwig verloren! Ook al verzet je je nu nog een tijd lang, mettertijd zul je toch zonder genade samen met je gezellen voor eeuwig de hel in moeten! Ja, erin moeten ze allemaal; er is geen genade en erbarming meer!'
[4] Nu treedt keizer Jozef naar voren en zegt: 'Luister, zeer eerwaarde heren! Zou het dan niet voldoende zijn om ons slechts voor enkele aardedagen in het vagevuur te werpen? Want kijk, ons meteen verdoemen naar de hel, waar men eeuwig niet meer uit schijnt te komen, is toch wel wat al te hard van u. Heb daarom genade en erbarmen met ons! Bedenk toch hoe het helse vuur een arme duivel onbeschrijfelijke pijnen bezorgt! Het vergaat een arme ziel in het vagevuur weliswaar ook niet goed, maar van daaruit is er toch nog hoop op verlossing; uit de hel echter nooit meer. Heb daarom erbarmen met ons en bevrijd ons van de hel!'
[5] Daarop roepen allen: 'Geen sprake van, jullie vervloekten! In de onderste hel met jullie, waar de diamant van pure hitte smelt. Bij ons is er geen erbarmen voor duivels. We zullen jullie wel leren wat het betekent om de heilige roomse alleenzaligmakende kerk uit te lachen! Daarom, erin met jullie allemaal!' Jozef zegt: 'Maar als we tienduizend allerkrachtigste zogenaamde honderd-dukatenmissen zouden betalen, is er dan ook geen mogelijkheid om van de hel bevrijd te worden?' Allen roepen: 'Dat is veel te weinig om van de hel bevrijd te worden! Als jullie tien keer zoveel pausmissen laten lezen, valt er misschien nog iets te regelen, want wij weten wat het betekent om een duivel uit de hel te verlossen!'
[6] Jozef zegt: 'Wat zouden we dan intussen moeten doen, voordat zulke missen gelezen kunnen worden, hier blijven soms?' Allen roepen weer: 'Domme duivel, als jullie daar blijven, hoe kunnen wij jullie dan uit de hel verlossen? Als jullie van de hel verlost willen worden, moeten jullie er eerst in zijn! Betaal dus eerst de honderdduizend krachtigste pausmissen en ga dan vlug de hel in, anders kunnen jullie niet verlost worden!'
[7] Jozef zegt: 'Maar hoe lang zal het dan duren voordat die honderdduizend missen gelezen zullen zijn?' Alle priesters roepen: 'Van zulke allerheiligste missen kunnen er maar drie per jaar, en wel door de heilige vader zelf, worden gelezen. Slechts hij alleen heeft daartoe het recht en de macht. Reken nu zelf maar uit, hoe lang dat kan duren! Er is geen sprake van minder dan dertigduizend jaar. De hel is en blijft hel en wie er eenmaal in zit, komt er niet gemakkelijk weer uit!'
[8] Jozef zegt: 'Wel, nu weet ik tenminste duidelijk hoe het met jullie gesteld is. Ik zou alleen nog willen weten waarom nu juist die drie pausmissen zo'n enorme kracht bezitten? Men moet toch geloven dat, wat de waardigheid en de waarde van een misoffer betreft, de ene mis even goed is als de andere.' De eerder genoemde balkende priester zegt nu: 'Dat zit zo: bij het mislezen door de andere geestelijken offert zich alleen de God-Zoon op voor Zijn hemelse God-Vader ten behoeve van de arme zielen in het vagevuur en boetvaardige zondaars op aarde. Bij de pausmis echter treedt de gehele allerheiligste Drievuldigheid in de hostie! En daarin ligt de enorme kracht van een pausmis, waarbij alleen de aartsengelen als misdienaars mogen dienen wanneer zij door de allerzaligste maagd Maria voor deze taak worden uitverkoren! Zo is het! Heeft mijnheer de keizer me begrepen?'
[9] Jozef zegt: 'Nog niet helemaal. Daarom zou ik ook nog willen weten waarom een paus niet meer dan drie missen mag lezen, waarbij hij eigenlijk niet zelf de mis leest, maar slechts aan een kardinaal of een tot kardinaal verheven aartsbisschop assistentie verleent bij het lezen van die mis.' De nuntius zegt: 'Wat is dat een vervloekte ketterse vraag! Knoop dit goed in uw oren, mijnheer de keizer: de paus kan niet meer dan drie missen lezen, omdat de heiligste Drievuldigheid daardoor voor alle tijden op aarde in de alleenzaligmakende kerk levend wordt voorgesteld. Dat de paus echter de heilige drievuldigheidsmis niet zelf leest, maar daarbij pontificeert en assisteert, komt omdat hij de plaatsbekleder van Jezus Christus op aarde is, die iedereen dient maar zichzelf niet mag laten bedienen. Nu zult u het toch wel begrijpen?'
[10] Jozef zegt: 'Ja, nu is het me duidelijk en weet ik precies wat ik van het pausdom moet denken!' De nuntius zegt: 'Wel, wat denkt u dan van de paus?' Jozef zegt: 'Niets anders dan dat hij de volmaakte antichrist is en dat jullie allen zijn trouwste helpers zijn, want als jullie ware christenen zouden zijn, zouden jullie Christus de Heer, die hier naast mij staat, zeker meteen hebben herkend. Maar daar jullie volslagen antichristenen zijn, verdoemen jullie ons samen met Christus de hel in, terwijl jullie je zelf daarin reeds lang met huid en haar bevinden.
[11] O jullie ellendige schurken! Jullie Christus, die jullie eren en begeren, heet goud en zilver, maar van de ware Christus, die voor alle mensen bloedend aan.het kruis Zijn goddelijke armen heeft uitgestrekt, al Zijn vijanden vergaf en de eeuwige Vader in Zichzelf om vergeving voor hen vroeg, hebben jullie een afkeer gekregen. En wel dusdanig, dat jullie, die zichzelf brutaalweg Zijn dienaren noemen, eenieder die Hem en niet jullie aanhangt zonder pardon vermoorden en tenslotte ook nog naar de onderste hel verdoemen! O jullie slangen- en addergebroed, welke duivel heeft jullie wel verwekt? Waarlijk, zou de Heer niet zo eindeloos veel geduld, zachtmoedigheid en liefde hebben, welke hel zou dan gruwelijk genoeg zijn om jullie op te nemen!
[12] Ik wil en mag niet over jullie oordelen; moge de Heer jullie behandelen naar je schandalige verdiensten! Zou ik over jullie moeten rechtspreken, werkelijk, ik zeg het hier hardop voor het aangezicht van God: ik zou jullie een tuchtiging opleggen die de gehele oneindigheid zou verbazen! O Heer, bij Uw almachtige Naam, U kent mij, ik heb altijd alle geduld en begrip voor de zwakheden van de aan mij onderschikte broeders opgebracht, maar ik huiver voor dit gebroed uit de hel en al mijn geduld en begrip is ten einde!
[13] Reeds op aarde, waar deze verscheurende weerwolven zich als schapen vermomden en alleen in het geheim hun schandalige praktijken bedreven, heb ik hen leren kennen in een hoedanigheid, die volkomen overeenkwam met de onderste hel. Op aarde was er na een terechtwijzing toch bij menige priester nog iets menselijks te ontdekken en men had dan ook geduld met hem, maar hier toont dit gebroed zich in zijn ware gedaante en is afschuwelijk om aan te zien en aan te horen. Heer, Uw wil geschiede, mijn geduld is op!'
[14] Ik zeg: 'Broeder, wees rustig en erger je niet, want kijk, alles moet zo geschieden, anders zouden Daniël en Jesaja immers leugenaars zijn. Deze hebben over hen geprofeteerd en hun profetie moet vervuld worden! Mettertijd zul je inzien, waarom dit alles zo geschiedde en geschieden moest, maar let nu verder op, want er zal zich weldra een andere scène afspelen, waarvan je veel zult leren! Alleen ergeren mag je je voortaan niet.'
[15] Na de bovengenoemde energieke toespraak van Jozef hebben alle priesters zich in hun hoeken teruggetrokken om te overleggen welke wraakactie zij tegen ons kunnen ondernemen voor het onrecht dat we hun hebben aangedaan en hoe ze ons daadwerkelijk in hun veronderstelde hel kunnen stoppen.
«« 74 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.