Verhelderende woorden van de ketterse koster.

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)

«« 79 / 153 »»
[1] Een koster zegt: 'Ja, ja, laat ze maar gaan zoeken, ze zullen toch niets vinden! Ik vind het werkelijk dom dat u, eminentie, juist zo eigenzinnig vasthoudt aan een dergelijke moeder Gods, alsof er tussen de ene Maria en de andere verschil zou bestaan! Het zal de werkelijke moeder Gods wel helemaal niets uitmaken met welk beeld ze wordt vereerd. Ik moet hier openlijk bekennen dat ik zelfs om de beste beelden nooit iets heb gegeven.
[2] Een beeld is wel goed omdat men daardoor aan veel waardevols van de religie wordt herinnerd, maar om aan de beelden een wonderkracht toe te schrijven, is heidens! Ook al zou de paus zelf mij recht in het gezicht zeggen, dat dode beelden wonderen kunnen bewerkstelligen, dan zou ik hem toch niet geloven. Als levende mensen geen wonderen kunnen doen, waarom dode beelden dan wel?
[3] Eerlijk gezegd is een vlieg mij liever dan het mooiste beeld, want die leeft en is werkelijk een wonderwerk van goddelijke liefde en wijsheid. Een beeld is echter niets anders dan het werk van de domme mens, die een levende God en het eeuwige leven met dode beelden wil voorstellen. Dat is mijn overtuiging; de heren kunnen met me doen wat ze willen, maar ik zweer dat ik geen oud beeld meer ga zoeken! Ik ga mij tegenover niemand meer belachelijk maken.'
[4] Nu valt iedereen over deze ketter heen en zij dreigen hem afschuwelijk te zullen tuchtigen. De hoofdcelebrant zegt op pathetische toon: 'Als dit al met het verse hout geschiedt, wat moet er dan van het dorre terechtkomen? Daarom moet zo'n ketter getuchtigd en aan de duivels overgeleverd worden om eeuwig te worden gepijnigd en gemarteld! Hij heeft de heiligdommen van Gods kerk beledigd en is daardoor een zondaar tegen de heilige Geest geworden, die noch hier, noch in het hiernamaals vergeving te verwachten heeft. Daarom naar het gerechtshof met hem en vandaar naar de geheime dodencel en dan naar de duivel met hem! Fiat!'
[5] Nu wordt de koster helemaal woedend, raapt een stok van de grond op en zegt op een respect inboezemende toon tegen de hoofdcelebrant: 'Hé jij daar, (met de knuppel dreigend) als jij, lelijke papist, het durft te wagen mij te laten aanraken, dan zal eenieder mij zodanig leren kennen, dat horen en zien hem zal vergaan! 0, jullie eersteklas spitsboeven, jullie oude Gods-, keizer- en volksschenders! Mij willen jullie de dood en de hel geven omdat ik voor God en iedereen openlijk de waarheid heb gezegd!
[6] Wie zijn jullie dan? Kunnen er nog ergere duivels bestaan dan jullie? Jullie verscheurende wolven in schaapskleren! Jullie willen die achtenswaardige mensen als duivels de kerk uitdrijven en zijn zelf de allerergste duivels! Drijven jullie jezelf uit, maar niet die eerbare mannen, die het duizendmaal eerder dan jullie slechte afgodsbeelden verdienen om als heiligen op het altaar te worden geplaatst.
[7] Is dat dan God dienen, als men voor uit hout gesneden beelden zijn knie buigt om het volk voor te spiegelen dat men daarin zelf gelooft, terwijl men, diep geestelijk beschouwd, geen jota gelooft van al datgene wat men het volk oplegt? Jullie zijn het, van wie Christus in de tempel zei: 'Jullie leggen de armen en zwakken ondraaglijke lasten op hun schouders, maar jullie willen er zelf geen vinger voor uitsteken. Jullie prevelen lange gebeden voor de arme weduwen en wezen, opdat ze in het hemelrijk mogen komen - een rijk, waaraan jullie nog nooit hebben geloofd - maar daarvoor raken zij hun huizen en vermogen aan jullie kwijt! Jullie zijn het, die muggen zogen, maar kamelen verslinden! Daarvoor zal er echter ook des te meer verdoemenis over jullie komen!'
[8] Jullie godsdienst moet altijd al een gruwel voor God zijn geweest, want Christus Zelf heeft uitdrukkelijk gezegd: 'Wat jullie voor de armen doen, dat doen jullie voor Mij!' Als ik echter op een zondag niet naar jullie godsdienst zou gaan, maar in plaats daarvan de armen zou bezoeken en een goed werk aan hen zou verrichten, dan zouden jullie mij veroordelen! Wiens dienaren zijn jullie dan, als jullie de ware, door God Zelf duidelijk aangegeven godsdienst veroordelen? O jullie dwazen! Wat is dan beter voor God: datgene doen wat Hijzelf heeft aanbevolen, of Hem met de lippen eren maar het hart verre van Hem houden? Wanneer hebben jullie eigenlijk God gediend? Jullie hebben immers Zijn woord en Zijn wet nog nooit aanvaard!
[9] Jullie hebben nog nooit in Christus geloofd, want anders zouden jullie hebben gedaan wat Hij heeft geleerd. Alleen jullie leerstellingen waren voor jullie een kostbaar kunstwerk, waarbij Christus enkel als verveloze omlijsting mocht dienen. O, jullie schandelijke volksbedriegers, jullie houden jezelf voor goden en verdoemen Gods woord als het voor je geldbuidel niets oplevert!
[10] O, jullie huichelaars! Waarom onthouden jullie de gelovigen het zuivere woord van God? Kijk, dat doen jullie omwille van het geld en uit vrees dat Gods woord het volk de ogen zou kunnen openen, waardoor jullie ontmaskerd zouden worden! Daarom verbieden jullie het en ook omdat jullie het zelf niet geloven, maar desondanks komt het woord toch onder het volk en dit weet nu maar al te goed wat voor mentaliteit jullie hebben!
[11] Grijp mij maar als jullie durven! Waarom aarzelen jullie nog? Ik zal de eminentie zeggen wat de reden daarvan is! Daar ik zo vrij was om uw schande en slechtheid ten overstaan van die achtenswaardige mannen daar aan het licht te brengen, hebt u, eminentie, nu de zogenaamde spitsboevenangst gekregen en waagt u het niet nog iets te ondernemen tegen een man, die u in kracht en verstand overtreft!
[12] Kijk, eminentie, waarom hebt u dan eigenlijk deze - overigens mislukte - handelingen verricht, waarbij deze achtenswaardige mannen tot duivels werden gedegradeerd? Ik zal zo vrij zijn het u recht in uw gezicht te zeggen: die achtenswaardige mannen, die daar staan en onze grenzeloze domheid in ogenschouw nemen, hebt u helemaal niet voor duivels aangezien, omdat u zelf nooit in duivels hebt geloofd.
[13] Deze domheid heeft niet het door u gewenste resultaat gehad. Deze achtenswaardige mannen hebben u geduldig aangehoord en slechts stilletjes onder elkaar opmerkingen gemaakt. Dat deed u, eminentie, bijna schuimbekken van woede en toen probeerde u met een overmaat aan domheden zo veel mogelijk weerzin bij deze eerbare mensen op te roepen, omdat u eerder met uw hele helse schijnvertoning niets hebt kunnen bereiken. Met de grote prevelmis lukte het, zoals gebleken is, ook helemaal niet. Daarom ging u over tot een rooms-katholiek exorcisme, dat in zijn soort een unieke bekroning van menselijke domheid is en daardoor ook op de zeer wijze en achtenswaardige mannen een weerzinwekkende indruk had moeten maken. Maar de wijze mannen moeten zich hebben voorgenomen om ook voor de ergste domheden niet te wijken. Zodoende bleven ze dan ook tot uw grote ergernis hier. Wat kon u verder nog doen?
[14] U dacht bij uzelf: het exorcisme is wel de kroon op alle domheid, maar omdat het daarbij zo mysterieus toegaat, kan ook de meest ontwikkelde zo'n schouwspel wel op z'n gemak bekijken want aan deze handeling ontbreekt het eigenlijke element van verveling. Het meest vervelende is en blijft toch een langzaam geprevelde Lauretaanse litanie en een oud mirakelbeeld. Dat kunnen deze wijzen niet opbrengen; dan moeten ze wel gaan, als ze tenminste niet van verveling willen sterven! Maar aha, wat een toeval. Het oude, door de tand des tijds al te erg vergane mirakelbeeld kon toch echt niet meer geplaatst worden voor het tabernakel (dat de protestanten reeds lang de rooms-katholieke gevangenis van de Here God noemen). En daardoor bleef tot nu toe het vervelendste achterwege, namelijk de Lauretaanse litanie, waarmee deze achtenswaardige heren geplaagd hadden moeten worden. Hoe voelt u zich nu, eminentie? Zult u mij nu ook in de hel werpen?'
«« 79 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.