De officier als heilsverkondiger. Hij neemt hun twijfels weg en leidt hen tot de Heer.

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)

«« 88 / 153 »»
[1] De officier buigt diep voor Mij, begeeft zich onder de menigte en verkondigt haar het heil op een zeer energieke manier, zodat iedereen door een soort duizeling wordt bevangen en de vrouwen beginnen te zuchten en te wenen. Want enkele zwakken menen dat de jongste dag, waarop ze opgewekt en geoordeeld zullen worden, nu zal komen.
[2] Maar de officier spreekt hen krachtig toe en zegt: 'O, jullie domme vrouwen en kwezels! Hoe komen jullie op zoiets doms? Geloven jullie soms dat de jongste dag er zo uit moet zien als de priesters hen jullie hebben afgeschilderd? Het is hier ongetwijfeld een jongste dag voor ons allen, omdat wij tot nu toe in een duistere nacht hebben geleefd, maar God de Heer Zelf heeft ons opgewekt op deze dag en dat is een echte jongste dag, waarop ons voor eeuwig het heil is wedervaren. Er bestaat ook wel een oordeel ten dode, waarin wij ons tot op dit uur met huid en haar bevonden, maar dat is een oordeel uit onszelf en niet uit God. Het Godswoord zelf en de ons verleende wilsvrijheid zijn het, die ons oordelen, anders zouden wij stenen zonder leven zijn. Hebben wij onszelf echter uit vrije wil de doodsteek gegeven en kunnen we ons zelf dan niet meer helpen, dan komt de Vader van boven met Zijn engelen en brengt de doden weer tot leven! Als de 'doden in de geest' dan weer tot eeuwig leven in en bij God ontwaken, dan is dat voor iedere opgewekte geest een waarachtige jongste dag. Wees daarom niet meer zo kinderlijk bang voor een zekere dag des oordeels die zich in deze geestelijke wereld nooit zal voordoen. Staat er dan niet in de Schrift, voorzover ik mij nog herinner: 'En Ik, zegt de Heer, zal hem op de jongste dag opwekken!', en niet: 'Ik zal hem op de jongste dag ombrengen en verdoemen!'?
[3] God de Heer heeft ons mensen voor het licht geschapen en niet Voor een eeuwige nacht van dood en kwelling. Daarom wekt Hijzelf ook allen op die nog begraven liggen in de dood. Wees daarom verstandig en laat je beleren. De Heer heeft alle mensen met Zijn goddelijke leer het beste gegeven. Dat de mensen haar uit domheid en hebzucht totaal verkeerd hebben uitgelegd, daaraan kan de Heer niets doen. Dus weg met alle scrupules en volg mij naar de Heer; Hij zal jullie allen zalig maken naar de mate waarin ieder van jullie daar rijp voor is.'
[4] De vrouwen zeggen: 'Maar beste vriend, er staat toch uitdrukkelijk in de Heilige Schrift dat na de opstanding allen in het dal van Josafat bij elkaar worden gedreven, vanaf Adam tot aan de laatste mensen toe. Daar zullen zij de Zoon Gods zien aankomen temidden van Zijn heilige apostelen, alle heiligen en martelaren, begeleid door talloze engelen scharen. Daar zal de verschrikkelijke Rechter op Zijn rechterstoel gaan zitten en doden en levenden oordelen. Kijk, dat staat ook in de Heilige Schrift! Hoe verklaar jij zulke verschrikkelijke woorden?'
[5] De officier zegt: 'Beste vrouwen, kunnen jullie geloven dat onze God en Vader ervoor kan zorgen dat een kinderrokje. zonder groter te worden, nog te wijd is voor een reus? Zonder de reus zo klein te maken als een kind of het rokje reusachtig te vergroten, zou dat niet kunnen; wat denken jullie?' 'Ja, ja,' zeggen de vrouwen en mannen, 'dat kan inderdaad niet!'
[6] 'Goed' zegt de officier verder, 'we zijn nu reeds geesten in de geestenwereld. Vinden jullie jezelf groter of kleiner dan jullie op aarde waren?' Allen zeggen: 'We zien daarin geen verschil, vooropgesteld dat we in Gods naam werkelijk al zijn gestorven.' De officier zegt: 'Nou goed, nu zullen we het dal van Josafat spoedig beter begrijpen! Dat we ons allen werkelijk in de geestenwereld bevinden is nu wel duidelijk en hoeft niet meer te worden bewezen, maar dat we ook werkelijk zo groot zijn als we op aarde waren, kan ik met een vergelijking aantonen.
[7] Kijk, daar staan de Stefanustoren, de dom en de huizen allemaal nog precies zo voor ons als we ze op aarde al duizend keer hebben gezien, en wij zijn ten opzichte van deze gebouwen even groot als op aarde het geval was. Zo zie ik ook bij jullie het heel normale postuur, zoals jullie die op aarde hadden. Kort en bondig, we zijn hier wat onze gestalte betreft eerder groter dan kleiner geworden. Het grootste bewijs schuilt echter daarin, dat daarginds God de Heer Zelf, wiens gestalte zeker geen bedrog is, even groot is als wij. Maar let nu op, want nu gaan we een beetje rekenen!
[8] Ik was eens bij een expeditie in Azië en heb het goede dal van Josafat gezien. Het ligt niet ver van Jeruzalem. De dalen in het beloofde land zijn smal, tamelijk rotsachtig en helemaal niet lang. Een dal met een lengte van verscheidene mijlen en een breedte van ongeveer een halve mijl behoort daar tot de grootste zeldzaamheden. Zelfs het dal van de Jordaan, een van de meest uitgestrekte, is helemaal niet breed en lang en het dal van Josafat evenmin.
[9] Als ik tweeduizend man in het dal plaats, dan moeten die manschappen al uitkijken naar een plekje. Wanneer ik er echter een heel leger van zeshonderdduizend man in plaats, dan zouden de soldaten het hele dal als haringen in een ton opvullen, en wel zo dat vanwege het gedrang nauwelijks iemand zich zou kunnen omkeren. Een miljoen mensen in het dal van Josafat zouden alleen al door het gedrang bloed gaat zweten. Maar stel je nu eens honderd miljoen mensen in dit dal voor, waar zouden die een plekje moeten vinden? We gaan nu echter uit van een periode van minstens vijfduizend jaar, gedurende welk tijdperk zeker twee- tot driehonderdduizend miljoen mensen op aarde hebben geleefd - en hoeveel er daarna nog zullen leven, zal Onze-Lieve-Heer wel het beste weten - en deze ontzettend grote mensenmassa moet op de jongste dag in het kleine dal van Josafat op een natuurlijke manier een plekje vinden?!
[10] luitjes, denk eens een beetje na, dan moet jullie de grote ongerijmdheid daarom toch opvallen! Als zoiets mogelijk moet zijn, dan zouden de mensen ineen moeten schrompelen tot de grootte van infusiediertjes om met z'n allen in het dal van Josafat te kunnen staan. De engelen Gods zou dan moeten worden aangeraden zich te voorzien van de beste hemelse microscopen om na het uitspreken van het oordeel de goeden van de bozen te scheiden. Dat zou werkelijk een bijzonder moeilijk karwei zijn voor de goede, lieve engelen van God! Zou echter de hele aarde worden veranderd in het dal van Josafat, dan zouden ze niet allemaal tegelijk de strenge rechter kunnen zien en het verschrikkelijke oordeel ook niet tegelijkertijd kunnen vernemen. De Heer zou het oordeel dan elke seconde minstens één keer moeten uitspreken met een enorm sterke stem, want de aarde verdraait per seconde ongeveer vijf Duitse mijlen. Als men de hele zaak op het materiële vlak wil uitleggen, is er een aardige donderstem voor nodig om op tenminste drie mijlen afstand te worden gehoord.
[11] Jullie zien nu wel in, welke ongerijmdheden er aan het licht treden, als men Gods woord volkomen letterlijk en materieel opvat. Men moet Gods woord, omdat het doorgaans geestelijk is, ook steeds geestelijk opvatten als men wil komen tot de waarheid, die alleen in staat is het menselijke gemoed vrij te maken van alle onzinnige dwaasheden.
[12] Kijk, het dal van Josafat is vanwege zijn bijzondere aard vaak aangehaald bij begrafenissen van vooraanstaande families. Zoals men bij ons zegt: 'Op het kerkhof komen tenslotte allen bij elkaar: groot en klein, rijk en arm, vriend en vijand!'. Datzelfde zegt men ook van het 'dal van Josafat'. In engere zin is dit dal vanwege zijn smalle en ongastvrije vorm typerend voor het graf zelf, en in geestelijke zin voor de geestenwereld, voorzover wij ons tot nu toe daarin bevonden. Want ook de geestenwereld is een graf voor de geest van de mens, totdat God de Heer deze geest door Zijn heilige, almachtige liefdewil daaruit heeft opgewekt, zoals ons nu.
[13] Wij waren dus tot nu toe in het eigenlijke dal van Josafat. Toen kwam de Heer met Zijn grenzeloze liefde en erbarming; Hij heeft voor ons door Zijn genade de weg naar het leven geopend. Daarom moeten we er nu ook over nadenken hoe we Hem moeten bedanken voor zo'n eindeloze genade. Kom daarom met mij mee naar de Heer om Hem te eren, aangezien Hij jullie nu uit het dal van dood en oordeel heeft verlost!'
«« 88 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.