Bisschop Martinus op dwaalwegen - Wenken van de Heer over geestelijke toestanden en de beelden die daarmee overeenkomen

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 10 / 204 »»
[1] Wie van jullie vertrouwd is met het kompas van de geest, zal al gauw merken dat onze man in plaats van naar het Zuiden, de richting naar het Westen is ingeslagen. Hij gaat nu heel moedig en behendig voorwaarts; maar hij ontdekt buiten zichzelf niets dan een hier en daar met mos bedekte vlakke bodem en een zeer matte, grijsachtige verlichting van het schijnbare firmament, dat naar mate het meer naar het Westen gaat steeds donkerder wordt.
[2] Deze zichtbaar toenemende duisternis wekt bij hem enige verbazing, maar weerhoudt hem er niet van zijn pas er in te houden. De oorzaak daarvan is zijn geringe inzicht en het ontbreken van bijna alle geloof. Wat nog aanwezig is, dat zijn verkeerde argumenten tegen het zuivere woord van het evangelie, dus je reinste antichristendom en een op de achtergrond onder een humoristische dekmantel verborgen sektenhaat.
[3] Vandaar dat deze bisschop naar het steeds donkerder wordende westen gaat; vandaar de slechts hier en daar met mos bedekte grond, die de dorheid en de schrale en geringe aanwezigheid van Mijn Woord in het gemoed van deze man aanduiden. Daarom ook die steeds toenemende duisternis, omdat het in het geheel niet gerespecteerde en nog minder opgevolgde Woord van God, (waarvoor dergelijke bisschoppen zich alleen pro forma buigen in hun rode en gouden gewaden) zich in hem nooit tot die levende warmte heeft ontwikkeld, waaruit dan het heerlijke licht van de eeuwige morgen voor de geest had kunnen te voorschijn komen.
[4] Zulke mensen moeten in de geestenwereld in grote schijnbare verlatenheid komen en in de diepste nacht; eerst dan is het mogelijk hen te veranderen. Hoe moeilijk het hier op aarde zou zijn om zo'n bisschop op de ware apostelweg te brengen, daar is het even moeilijk en nog veel moeilijker, omdat hij daar van buiten af als geest natuurlijk geheel ontoegankelijk is, want in hem is niets dan dwaling, een verkeerde grondslag en een in wezen heerszuchtige neiging.
[5] Door Mijn genade zijn natuurlijk wel vele dingen mogelijk die in de gewone gang van zaken onmogelijk zouden zijn. Daarom moeten jullie juist bij deze man in de praktijk bekijken hoever hij kan komen met wat er in hem is, en wat tenslotte in het uiterste geval Mijn genade nog kan bewerkstelligen zonder de vrijheid van de geest geweld aan te doen! Die genade zal ook deze man ten deel vallen, daar hij eenmaal heeft gebeden om Mijn helpende hand! Ik kan hem echter niet eerder uitsluitend door de kracht van Mijn genade helpen, dan wanneer hij al zijn fouten en verborgen boosheid uit zich heeft verwijderd, wat door de dichte, duistere toestand die hem omgeeft wordt aangeduid.
[6] Nu richten wij onze ogen weer op de wandelaar. Langzaam en met behoedzame stappen gaat hij weer voorwaarts, bij iedere tred proberend of de grond wel sterk genoeg is om hem te dragen. Want de grond wordt nu hier en daar drassig en moerasachtig, wat betekent dat al zijn onjuiste en ongefundeerde opvattingen in een ondoorgrondelijke zee van geheimen zullen uitmonden. Daarom stoten zij nu reeds op verschillende kleine, mysterieuze poelen in de steeds toenemende duisternis. Een toestand die reeds op de aarde bij veel mensen is waar te nemen, zodra iemand met meer wijsheid met hen begint te spreken over het leven van de geest en de ziel na de dood. Direct proberen zij zich hieraan te onttrekken door op te merken, dat zo'n gesprek verward, treurig en ontstemd zou maken, en dat de mens, als hij veel over deze dingen zou nadenken, er gek van zou worden.
[7] Deze angst is niets anders dan het door de geest betreden van een bodem die al zeer moerassig is en waar niemand meer de moed heeft met zijn weinige inzicht en besef de onbestemde diepte van zo'n moeras te peilen, uit angst dat hij naar de bodemloze diepte zal wegzinken.
[8] Kijk, de grond die onze man draagt begint steeds grotere plassen en kleine meren te vormen, waartussen zich nog slechts smalle schijnbare landtongen doorheen slingeren. Dit beeld stemt overeen met het zinloze gepraat zonder kennis en inzicht van iemand, die met de mond God belijdt, maar in zijn hart nog een pure atheïst is.
[9] Op zo' n grond vervolgt onze man dus de weg die vele miljoenen bewandelen! Steeds smaller worden de landtongen tussen de steeds dieper wordende meren, vol wanhopige ondoorgrondelijkheid voor zijn inzicht. Hij wankelt al sterk, als iemand die over een smalle plank loopt, waaronder een woeste beek raast. Maar toch blijft hij niet staan, doch wankelt voort uit een soort verkeerde weetgierigheid, om ergens het einde van de geestenwereld te vinden; voor een deel echter ook om heimelijk de mooie schapen en lammeren te zoeken, want die zijn nog steeds niet uit zijn gedachten!
[10] Wel is hem alles ontnomen wat hem daaraan kon herinneren: het boek, de weide, de steen (des aanstoots) alsmede de schapen en lammeren, die voor hem eens op aarde zeer betoverend en bekoorlijk waren en hem veel genot verschaften. Daarom toonde de engel Petrus hem deze ook hoofdzakelijk, om zijn zwakheden te onthullen en hem er daardoor meer van los te maken.
[11] Nu weten wij ook wat onze man zo drijft, totdat hij aan de grenzeloze zee komt, wat dan zal betekenen: 'Tot hier toe en niet verder reikt al jouw blindheid, domheid en overgrote dwaasheid!'
[12] Laten wij hem daarom maar voort wankelen tot aan de uiterste landtongen van zijn geleuter, wat nu niet meer veraf is. Daar zullen wij dan rustig naar hem luisteren wat voor dwaasheden hij allemaal in die zee van zijn geestelijke duisternis zal spuien!
[13] Een ieder van jullie moge echter zijn geheime, domme, wereldse neigingen nauwkeurig onderzoeken, opdat hij na korte of lange tijd niet op dezelfde treurige weg van deze wandelaar zal komen!
«« 10 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.