Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 196 / 204 »»
[1] MARTINUS schrikt erg bij deze woorden van Satan en dat te meer, omdat hij zich daardoor werkelijk een beetje getroffen voelt. Hij keert zich daarom, als zijn gemoed weer wat rustiger wordt, tot Johannes en zegt: 'Lieve broeder, daar jij als geen ander vervuld bent van de wijsheid van de Heer, wat heb jij hierop dan te zeggen? Moet ik dan op dit ene punt de Satan geloven? Volgens mijn innerlijk gevoel heeft hij toch niet helemaal ongelijk!'
[2] JOHANNES zegt: 'Laat deze zaak nu maar; want waar wij nog nooit wat hebben bereikt, zal ook jouw moeite tevergeefs zijn. Gebied hem rust in Naam van de Heer; daarna zullen wij weer naar huis gaan, naar de Vader. Die alleen moet met hem doen wat Hij wil en dat zal ook het beste zijn!'
[3] SATAN zegt: 'En juist, omdat je aan mijn Martinus zo'n advies hebt gegeven, zal ik mij door hem geen rust laten gebieden. Ik zal Martinus de eer aandoen en met hem voor de Heer treden, om daar de zaak die jullie allen niet kunt begrijpen, met Hem Zelf af te wikkelen. Ga nu naar huis, ik zal jullie vrijwillig volgen naar de Heer!'
[4] JOHANNES zegt: :Wij kennen echter helaas je plannen en weten precies, dat je nooit gevaarlijker bent dan wanneer je optreedt in het kleed van de menselijkheid. Daarom zul je, als je de moed hebt, wel alleen naar de Heer moeten gaan, want wij hebben geen opdracht jou als de grootste vijand van de Heer mee te nemen.
[5] Ach, het zou heel wat anders zijn, als je je naar de goede raad van Martinus zou hebben bekeerd en als een berouwvolle verloren zoon in de heilige schoot van de Vader teruggekeerd zou zijn! Dan zou je voor ons allen wel de meest welkome begeleider zijn geweest. Maar zo kunnen we je echt niet gebruiken.
[6] Maar zoals gezegd, als je naar de Heer wilt, dan is de weg je maar al te goed bekend. Doch met ons kan en mag je zo als je nu bent nooit gemeenschappelijk wandelen. Zo zij het in Naam van onze en jouw God en Heer!'
[7] SATAN trekt daarop een heel gezicht en zegt: 'Als de Heer mij zulke afgezanten zendt en verder zal zenden zoals jij, dan zweer ik je hier bij alles wat mij heilig is, dat eeuwigheden mij niet tot omkeer zullen brengen - al zou de Heer mij ook met het vuur van alle centraalzonnen oordelen!
[8] Martinus zou met mij iets kunnen beginnen, maar Johannes en Petrus en Paulus eeuwig nooit! Knoop deze woorden goed in je oren, jij harde, onbarmhartige lomperd van een leerling van Christus! Denk je soms dat ik bang of schuw ben voor jou en je uitspraken, omdat jij Johannes, de evangelist bent en de Openbaringen op hebt zitten krabbelen? O, dan vergis je je heel erg!
[9] Zie, een door mij geschapen bromvlieg is mij eindeloos meer waard dan duizend van zulke profeten, zoals jij er een bent! Schaam je over de grote harteloosheid tegenover diegenen die werken van dezelfde Schepper zijn, doch wel lijdend, ellendig en eeuwig gekweld!
[10] Treffend heeft de Heer Zelf geschetst, hoe het met jullie gesteld is, toen Hij in de gelijkenis van de verloren zoon een groot feest bereidde en de andere zonen en kinderen van de vader vernamen, dat het in het huis van de vader vrolijk toeging; ze kwamen aanlopen en zeiden geërgerd: 'Voor ons die jou steeds trouw waren, heb je nog nooit een feest gegeven. Maar nu deze verworpene terug komt die je zo heeft beledigd, dat hemel en aarde er van beefden en star werden van ontzetting, geef je hem een zegelring en bereid je een groot feestmaal!'
[11] Wat de vader van deze ergerlijk morrenden daarop zei, behoef ik niet weer in je gedachten terug te roepen. Want je blijft toch die je bent: vol hardheid en onbarmhartigheid in je hart, zoals al je soortgenoten!
[12] Maar voor Martinus maak ik een uitzondering. Hij was weliswaar onder jullie leiding een tijdje heel grof. Maar hij heeft zich gebeterd en zijn gesprek met mij was sedert aeonen van ondenkbare lange tijden het eerste gelukkige ogenblik voor mijn hart. Daarom zal hij door mij ook voor eeuwig hoog geacht blijven! En als er ooit iemand met mij iets zal kunnen beginnen, dan zal het Martinus zijn; maar jullie anderen kunnen je allemaal voor eeuwig de moeite besparen! Ga nu, ik zal echter blijven!'
[13] JOHANNES zegt: 'Je doet mij heel erg onrecht. Was ik het niet, toen Martinus jou door zijn macht voor eeuwig in het vuur van die dampende vuurkrater wierp en verbande en je bovendien nog met gloeiende bergen bedekte, die Martinus terechtwees en hem zodanig stemde, dat hij jou weer vrij maakte? Als ik dat deed, hoe kan ik dan nu hard en onbarmhartig zijn?'
[14] SATAN zegt: 'Vriend, spreek jij maar niet over barmhartigheid! Martinus handelde ondoordacht. Maar toen hij al gauw inzag dat het niet goed was wat hij deed, wijzigde hij meteen zijn onbezonnen handeling. Jij echter blijft vastbesloten, zoals je bent en verandert je uitspraak nooit, of deze nu rechtvaardig of onrechtvaardig is. Daarom haat en veracht ik je meer dan al mijn ergste lijden en kwalen! Voor jou, Martinus, mijn achting, jullie anderen echter voor eeuwig mijn diepste verachting! Maar verdwijnen jullie nu, anders begin ik met een spektakel, zoals de hele oneindigheid tot nu toe nog nooit heeft meegemaakt!'
[15] JOHANNES zegt: 'Wij zijn hier niet, om jou te gehoorzamen, maar wij zijn hier om je af te remmen in je slechtheid. We zullen dan ook vertrekken, wanneer de Heer het zal willen en niet omdat jij het wilt! Als je echter voor spektakel wilt zorgen, dan kun je het eens proberen. Dan zal meteen blijken, of onze macht over jou niet groter zal zijn dan de jouwe over ons!
[16] Omdat jij ons echter hebt bevolen om hier meteen weg te gaan, zouden ook wij je nu uit Naam van de Heer iets heel anders kunnen gebieden. Maar wij willen geen kwaad met kwaad vergelden, doch geven je alleen maar de raad je nu verder volkomen rustig te houden, als je toch de oproep van Martinus niet kunt of wilt volgen. Want zie, dit is de laatste korte termijn die je nog is toegestaan voor je ommekeer. Als je deze niet benut, dan zul je voor eeuwig zeer streng geoordeeld worden!
[17] Je hield ons wel het evangelie van de verloren zoon voor en wilde ons daarmee van hardheid betichten. Maar ik zeg je, dat de verloren zoon ook zonder jou zal terugkeren en wel in de vele broeders die God zijn toegedaan en die één van zin als één mens voor God zullen staan. Jij echter zult evenals de rijke zwelger in het eeuwig vuur van het Godsgericht voor eeuwig worden geworpen, als je de oproep van Martinus niet spoedig zult opvolgen!'
[18] SATAN zegt: 'De Heer moet doen wat Hij wil. Ik zal echter ook doen wat ik zal willen. Ik zal Hem en jullie allemaal tonen, dat de Heer wel met Zijn macht de hele oneindigheid als kaf kan verstuiven, maar mijn hart en mijn wil zullen eeuwig Zijn almacht en wijsheid de hardste, onoverwinnelijke tegenstand bieden. Doen jullie nu wat je wilt, en ik zal ook doen wat ik zal willen!'
[19] Daarop zegt MARTINUS tegen Johannes: 'O, broeder, zoals ik zie, is al onze moeite vergeefs; laten we daarom gaan! Want nu zie ik duidelijk in, dat we met deze Satan geen stap verder zullen komen!'
[20] JOHANNES zegt: 'Lieve Martinus, als hij ons niet zou hebben bevolen naar huis te gaan, dan zouden we al naar huis zijn gegaan. Maar zijn wil mag de onze niet bepalen, daarom zullen wij nog een poosje blijven. Want als we nu op zijn woord hier vandaan gingen, dan zou dat voor hem een triomf over ons zijn. Als hij echter over ons zou triomferen, dan zou het er slecht met ons voor staan. Daarom willen en moeten wij nog een poosje blijven en deze omgeving in orde brengen; zo zij het dan!'
«« 196 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.