Blijde thuiskomst in het huis van Shonel - Lovende en vooral tot Martinus gerichte ontvangstwoorden van de Heer - Zijn grote troostrijke belofte: vanuit het oordeel tot het heil

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 201 / 204 »»
[1] De thuisreis geschiedt even snel als de vroegere heenreis en dus zijn de afgezanten in een oogwenk bij Mij en wel in het huis van Shonel.
[2] Daar aangekomen, snellen ze meteen op Mij toe vol vreugde, liefde en dank voor de hun verleende kracht, macht, liefde en groot geduld.
[3] Martinus is de eerste die nu vol vurige liefde voor Mij neervalt en Mij hevig begint te loven en te prijzen.
[4] Maar IK til hem op en zeg tegen hem: 'Mijn geliefde zoon en broeder, je hebt nu een heel moeilijk werk goed uitgevoerd en was voor Mijn broeder Johannes een heel bruikbare wegbereider; zo is het goed, Mijn Martinus!
[5] Je was in het begin wel een beetje te heetgebakerd en maakte een ietwat te hevig gebruik van de macht die Ik je verleende. Maar toen broeder Johannes je vermaande, handelde je vervolgens helemaal volgens Mijn orde en heb je je daarbij zo goed gedragen, dat je met Satan iets zodanigs tot stand hebt gebracht, wat tot nu toe nog geen ander geheel zonder oordeel is gelukt.
[6] Want bijna alle afgezanten konden tot dusver met Satan alleen door een heel streng tijdelijk oordeel iets uitrichten; want vanwege de scherpte van zijn woorden konden zij geen tegenwicht bieden. Maar jij hebt hem door jou toespraak zo voorbereid, dat hij zich daarna door de woorden van Johannes vanzelf vrijwillig gewonnen moest geven - en dat is tot nu toe nog nooit voorgekomen! Hij is nu vrij en rust toch op de aangewezen plaats, alhoewel hij zich zou kunnen bewegen, en dat is goed.
[7] Weliswaar heeft hij nog vele legioenen die in zijn naam kwaad bedrijven; de aarde zal dat ondervinden - doch maar voor kort! Dan echter zal de slechte bron meer en meer opdrogen en al het kwaad zal daardoor verflauwen, ofschoon het niet volledig zal ophouden. Maar dan zal ook het einde van alle kwaad niet ver meer zijn.
[8] Het oordeel over al het kwaad zal echter onze liefde zijn. Deze zal alles gevangen nemen en niets zal haar ooit meer kunnen weerstaan. Het oordeel van de liefde zal echter vast en eeuwig onveranderlijk zijn. Maar het zal niet drukken als een zware last, doch alleen gevangen houden wat niet vrij wilde worden!
[9] Maar voordat dit oordeel zal beginnen, zullen wij nog een keer mensen naar alle sterrenwerelden uitzenden om voor het grote feestmaal uit te nodigen. Wie daar ook maar wordt aangetroffen, zal uitgenodigd worden om binnen te komen. Gelukkig degenen die zich niet zullen verzetten tegen de uitnodigingen; aan hun vreugde zal nooit een einde komen!'
«« 201 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.