Martinus' gesprek met twee andere Jezuïeten en twee Redemptoristen

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 63 / 204 »»
[1] Er komen nogmaals TWEE ANDERE JEZUÏETEN en ook nog TWEE REDEMPTORISTEN bij bisschop Martinus en zeggen: 'Lieve, beste vriend, wij zijn het met de terechtwijzing die je gelijktijdig aan ons allemaal hebt gegeven, helemaal eens. Zoals wij wel merken, ontbreekt het ons hier aan niets. Als wij nu tevens ook nog het een en ander te doen hadden, dan zouden wij met dit lot helemaal tevreden zijn en verlangden wij voor de ganse eeuwigheid niets beters. Zouden wij echter zonder enige bezigheid de hele eeuwigheid moeten doorbrengen, dan zou de volledige dood ons tenslotte liever zijn dan zo'n saai, werkeloos leven.'
[2] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Vrienden, kunnen jullie lezen wat er op dit ronde, witte bord staat geschreven?'
[3] EEN VAN DE VIER zegt: 'O ja, daar staat het fatale 'Dies irae, dies illa! Libera nos ab omni malo! Memento, homo, quia pulvis es et in pulverem reverteris! Requiescant in pace! Requiem aeternam dona eis, domine et lux perpema luceat eis! Ex profundis clamavi! Clamor meus ad te veniat! Vitam aeternam dona eis, domine, et sedere in sino Abraharni, et considere ad mensam illius, et comedere cum illo per omnia secuia seculorum, amen!'* (*'Die dag, dag van de toorn! Bevrijd ons van alle kwaad! Bedenk mens dat ge stof zijt en tot stof zult wederkeren! Zij rusten in vrede! Geef hun, Heer, de eeuwige rust en het eeuwige licht verlichte hen! Uit de diepte riep ik! Moge mijn roepen tot U doordringen! Geefhun het eeuwig leven, Heer, en een plaats in de schoot van Abraham en laat ze aan zijn tafel aanzitten en met hem eten in alle eeuwigheid!')
[4] Zie, lezen kan ik dan nog, alhoewel ik naar mijn gevoel in miljoenen jaren geen letter meer heb gezien. Maar zeg mij eens, wat is er dan aan de hand met deze oude, dogmatische spreuken? Wordt alles hier in de geestenwereld dan misschien heel serieus daarnaar geoordeeld? Echt, als dat het geval zou zijn, dan zou het er heel slecht uitzien met ons aller bestaan voor de hele lange eeuwigheid! O vriend, leg ons uit hoe we dit moeten opvatten en begrijpen!'
[5] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Hoe zou het dan anders moeten worden verstaan, dan het daar geschreven staat! Ik zeg jullie, deze passages hebben geen andere betekenis dan alleen die, welke duidelijk uit hun woordelijke inhoud valt op te maken. Daarbij zeggen jullie het zelf: Hebben jullie ooit op de wereld een andere uitleg aan deze uitroepen gegeven, dan in hun letterlijke betekenis wordt weergegeven? Als jullie in de wereld met deze spreuken tevreden waren, omdat ze jullie geld opleverden en een geheimzinnig geestelijk aanzien gaven, waarom zou het jullie dan nu storen dat hun betekenis in de praktijk op jullie wordt toegepast? Waarom hebben jullie bezigheden nodig? Requiescant in pace; ergo requiescamus!* (* Zij mogen in vrede rusten, laat ons daarom rusten! ) Deze rust in eeuwige vrede hebben jullie nu allemaal gevonden!
[6] Er is hier ook licht, dat daar door de mooie, grote vensters voortdurend naar binnen stroomt. Dus is ook dit huis van mij als een schoot van Abraham en die grote, met brood en wijn gevulde kast een echte tafel van Abraham, waaraan jullie samen met mij voor eeuwig gevoed zullen worden tot aan het jongste gericht - en als jullie op deze dag van de toorn niet verdoemd worden, ook daarna voor eeuwig! Wat willen jullie dan nog meer?'
[7] EEN VAN DE REDEMPTORISTEN zegt: 'Ja, ja, vriend, jij hebt gelijk, dat zal wel zo zijn. Desalniettemin moet ik opmerken, dat naar mijn gevoel de kwestie met het hier zeer langdurend tijdsverloop uitermate onbegrijpelijk en ontzettend eentonig wordt. Denk je eens in, eeuwig hier te zijn in totale ledigheid en nooit iets anders te kunnen verwachten! Wat denk je, vriend, wat een verveling na ongeveer enkele honderden miljoenen aardse jaren. O Heer, geen levend wezen zal toch in staat zijn om zoiets te verdragen!'
[8] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Ja, maar wat voor nut hebben deze bedenkingen van je? Heb je dan nooit gelezen, dat er geschreven staat: 'Ieder zal leven naar wat hij gelooft' en 'Zoals de boom valt, zo zal hij blijven liggen'? Waarom geloofden wij dergelijke domheden, terwijl de werkelijkheid daarvan ons hier helemaal niet bevalt?
[9] Als wij op de wereld stijfkoppige ezels waren, dan moeten wij ook hier de verwerkelijking van ons ezelachtig geloof op de koop toe nemen, of het ons nu bevalt of niet! Wanneer wij ons geloof op aarde echter wijzer zouden hebben ingesteld, dan zouden wij er hier ook beter aan toe zijn. Wij allen echter - ik zelf niet uitgezonderd - waren in de wereld alleen maar des te gelukkiger, naarmate wij daar meer duisternis verbreidden. Laten wij er daarom ook geen aanstoot aan nemen, dat wij hier nu allemaal samen in onze eigen domheid begraven leven als in de vermeende schoot van Abraham!
[10] Was en is er in de wereld niet een enorm aantal oude ezels, ossen en schaapskoppen, die wel zelf aan één stuk door over licht en verlichting leuteren? Ook al wordt hun een beter licht gegeven en beter voedsel, dan richten zij zich daar toch niet naar, doch keren heel behaaglijk terug in de oude domheid, vreten het oude voer en verkwikken zich aan het spaarzame schemerlicht van hun ezel en ossenstal, als ze maar de oude inhoud van hun maag kunnen herkauwen.
[11] Zie, dergelijke ezels en ossen en schaapskoppen waren wij immers ook maar al te zeer? Daarom moeten wij er ons nu helemaal niet over verwonderen, dat de Heer zo grootmoedig voor onze oude beestennatuur heeft gezorgd. Wie vreugde schepte in domheid, die blijft maar in zijn vreugde! Wie vreugde vond in het slapen, die kan hier slapen naar hartelust! Wie vreugde had in het nietsdoen, die ruste hier voor eeuwig! Wie vreugde vond in eten en drinken, dáár is de tafel van Abraham! Wie zich graag met jonge vrouwen ophield, die heeft daar zusters van Liefde, zusters van onderwijs en dames van het H. Hart van Jezus! Er is zonder meer met alles opperbest voor ons gezorgd; wat hebben wij dan nog te jammeren?'
[12] ALLEN trekken de schouders op en zeggen: 'Jij hebt weliswaar gelijk, maar de duivel hale die wijsheid! Konden wij nog eens als kikvorsen op aarde worden en naar hartelust kwaken, dan zouden wij zeker beter af zijn! Maar waar niets meer aan te veranderen is, dat moet helaas zo blijven.'
«« 63 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.