De vergroting van hart en huis - Martinus wordt geroepen door de Heer

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 66 / 204 »»
[1] DE MINDERBROEDER vraagt: 'Waar, broeder, is dan het betere licht, waarover je hebt gesproken? Waar wil je ons naar toe brengen, zodat wij het kunnen zien?'
[2] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Volg me hierheen naar het midden van de zaal! Zie, daar staat een echt goddelijk vernuftig tellurisch en astronomisch mechanisme. Daar zullen wij eerst de aarde die wij bewoond hebben nader bekijken en van daar naar de andere planeten en tenslotte zelfs naar de zon gaan. Daar zullen jullie heel veel zien, wat voor jullie tot nu toe een raadsel was. Kom dus maar mee!'
[3] Allen begeven zich nu naar de aangeduide plaats en gaan er in dichte rijen omheen staan. Ook de dames van het H. Hart van Jezus sluipen heel langzaam dichterbij, om te zien en te horen wat er allemaal besproken wordt en hoe het door bisschop Martinus beschreven betere licht er wel uit zal zien.
[4] BISSCHOP MARTINUS merkt dat en zegt nogal luid: 'Wat sluipen jullie wijze dames achter ons aan, zoals op de wereld de geheime politie? Dat geheime politiegedoe is niets gedaan! Willen jullie je met ons, jullie broeders en zusters, naar het betere licht keren, doe dat dan openlijk en vol vreugde net als wij! Geheimzinnig, gluurderig gesluip zal hier niet worden geduld! Begrepen?'
[5] Als de DAMES VAN HET H. HART dit vernemen, blijven ze staan en zeggen: 'Vriend, erger je niet te veel aan ons. Want je weet dat wij dom en zwak zijn en zeker op een dwaalspoor gebracht - zoals jij zelf ook en jij zult ook niet meteen bij de intrede in deze wereld alles voor klare munt hebben aangenomen, wat tegen je werd gezegd -, wij vragen je daarom, heb toch een beetje geduld met ons, arme schepsels. Wij hebben van jou tot nu toe nog geen lovender naam gekregen dan' domme ganzen' en hebben daarover geen moeilijkheden gemaakt. Dat wij onze orde in bescherming nemen, zal toch niet zo slecht zijn. Jij, beste vriend, bent echter heel hard voor ons geweest, doch wij verdroegen dat, al mopperden we wel een beetje. Wij vragen je echter nu om ons te vergeven en niet meer zo hard tegen ons arme zondaressen op te treden!'
[6] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Nu, deze taal van jullie bevalt me beter dan de franse. Als jullie op die manier spreken, kom dan maar dapper en vol vreugde mee en overtuig je van alles wat hier is, gebeurt en nog zal gebeuren!'
[7] De dames van het H. Hart komen nu sneller dichterbij en beginnen zich erg te verwonderen, als ze het grote, vernuftige mechanisme te zien krijgen. De Jezuïeten staan meteen om de wereldbol heen en zijn stomverbaasd, dat deze globe de werkelijke aarde zo getrouw nabootst en dat daarop ook niet de kleinste kleinigheid ontbreekt. De Minderbroeders kijken met even grote belangstelling naar deze globe, evenals de Redemptoristen. De Franciscanen bewonderen meer het planetenstelsel en de glans van de zon, die hier evenveel licht verspreidt als voor de verlichting van het hele planeten mechanisme nodig is. Deze zon bevalt ook de Zusters van Liefde en de onderwijszusters het beste. Kortom, allen bewonderen deze installatie en bisschop Martinus maakt zich, zo goed hij maar kan, verdienstelijk door deze hemelse merkwaardigheid ijverig uit te leggen, waarbij hij soms niet kan nalaten een sarcastische grap over de verschijnselen op aarde te maken.
[8] Nadat dit hele grote gezelschap zich geruime tijd bij dit aarde - en planetenmechanisme ophoudt en zich door bisschop Martinus laat onderwijzen, wordt het opeens aanmerkelijk lichter in de zaal. Deze komt de bisschop nu zelfs ook veel groter voor dan vroeger in het zeer gematigde licht. Het gezelschap merkt dat ook en vraagt, waar dit sterkere licht vandaan komt en waardoor deze aanzienlijke vergroting van de zaal tot stand is gekomen.
[9] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Mijn beste vrienden, broeders en zusters. Dat moet jullie hier niet al te zeer verbazen. Want hier verandert alles wat ooit in een bepaalde aard en gestalte tevoorschijn komt, heel gemakkelijk. Hebben jullie, toen je hier aankwam, niet gemerkt, hoe klein dit huis er van buiten uitzag en hoe groot het daarna binnen was? Zie, dat is toch zeker een wonder? Zo is ook dit verschijnsel niets dan een wonder, dat wij weliswaar niet begrijpen, maar dat voor de Heer toch heel gemakkelijk is uit te voeren.
[10] Ik denk echter, dat de Heer ook meer licht tot ons laat komen omdat jullie allemaal nu een iets beter inzicht hebben verkregen. En omdat onze begrippen over Hem zich hebben verdiept, heeft Hij ook deze woning overeenkomstig vergroot, opdat wij allen een des te toereikender plaats daarin zullen hebben. O, over dergelijke verschijnselen moet men zich hier in het eigenlijke wonderrijk helemaal niet te veel verbazen: hier worden niet eerst de kersen, de pruimen en daarna de kwetsen rijp, maar hier gebeurt alles alleen volgens de rijpheid van ons hart door de almacht, liefde en wijsheid van de Heer!
[11] Maar nu zie ik daar op het ronde bord ook opeens een heel nieuw, sterk glanzend schrift. Even zien wat daar geschreven staat!' Bisschop Martinus gaat snel naar het bord en leest: 'Martinus, kom naar buiten, want Ik heb het nodige met je te regelen. Het hele gezelschap moet zich intussen rustig houden. Kom, zo zij het!' Bisschop Martinus deelt het gezelschap heel gelukkig mee, dat zij zich nu rustig moeten houden, wat ze ook nauwgezet doen. Hij echter wil dan meteen gehoor geven aan de oproep op het bord.
«« 66 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.