Martinus' opmerkingen en Borems wijze raadgevingen over de wegen van de eeuwige liefde - De brandende dames van het H. Hart

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 73 / 204 »»
[1] BISSCHOP MARTINUS, die deze scène aanziet, begint te lachen en zegt: 'Broeder, zie die domme vrouwen eens, hoe die zich in hun blinde woede met hun eigen dolken in stukken scheuren! Nou, nou, dat gaat goed, werkelijk een allercharmantste heksensabbat! Als die zo voortgaan, zal er van hen niet veel overblijven en wij zullen dan met onze bemiddeling wel thuis kunnen blijven! Ook al goed, werkelijk, aan deze lorren verliest de hemel niet al te veel!
[2] Je moet me maar vergeven, lieve broeder, als ik hier bijna leedvermaak lijk te hebben, maar dat kan ik hier echt niet laten. Want ik kan alle wezens gemakkelijker verdragen, dan domme en ook nog kwaadaardige vrouwen. Bijzonder onverdraaglijk zijn ze voor mij, als ze, zoals deze hier, zich van woede en gramschap bijna helemaal vernietigen. Ik wens hun weliswaar niets slechts toe, maar een klein beetje hel zou voor zulke beestachtigheid niet in het minst schaden. Weet je, ik bedoel niet voor eeuwig; maar zo à la het rooms-katholieke vagevuur - dat zou geen kwaad kunnen!'
[3] BOREM zegt: 'Broeder, wind je niet te veel op en ban het roepen om vuur uit de hemel uit je hart! Kijk slechts naar wat de Heer hier doet, dan zul je alleen de ware handelwijze leren kennen en daaruit begrijpen, hoe zulke sterk verduisterde wezens weer naar het licht kunnen worden gekeerd. Als de Heer ook zo dacht als jij, zou er voor dergelijke arme wezens wel heel weinig hoop zijn voor het eeuwig leven! Maar hier zie je dus duidelijk, dat de Heer beter is dan de allerbeste mensen en engelen!
[4] Ik zeg je dat de wegen van de Heer heel merkwaardig zijn; het aantal wegen is oneindig. En iedere weg die de Heer met een mens inslaat, is een nieuw, en zelfs voor de diepzinnigste cherubijn ondoorgrondelijk wonder en dus heilig in elke nog zo vreemd aandoende verschijningsvorm.
[5] Als je al deze verschijnselen vanuit dit gezichtspunt beschouwt, dan zul je voortaan nooit meer iets ergerlijk noch belachelijk vinden. Je zult je tenslotte ook hier overtuigen, hoe oneindig liefdevol en wijs de Heer alles naar een heilige bestemming kan leiden; en hoe Hij gewoonlijk door de meest eenvoudige middelen altijd de meest verheven doelen bereikt, en - waar Hij iemand helpt, daar helpt Hij tegelijk talloze wezens!
[6] O broeder, je zult pas langzamerhand inzien hoe eindeloos groots alles is, wat hier in de verschijningsvorm overgaat - ja ik zou willen zeggen hoe heilig het bestaan en de werkzaamheid van een mijt is die je op aarde dikwijls over een halfdor blaadje zag kruipen!
[7] Verheug je daarom over alles, wat je hier ook maar ziet. Want alles, alles wordt bewerkstelligd door de heiligste liefde van onze Vader! Denk jij dat de hel met al haar onbeschrijflijke verschrikkingen een wraak van de Heer zou zijn die gegrond is op zijn eeuwige toorn? O, volstrekt niet! Ik zeg je, de Heer is ook in de hel pure liefde! Want de eeuwige liefde kent noch toorn noch wraak, maar hoe en wat ze is, dat zijn ook al haar instellingen eindeloos en in eeuwigheid.
[8] Zo, lieve broeder, moet je van nu af aan deze verschijnselen bekijken, dan zul je al gauw een ander gewaad krijgen, namelijk een gewaad van liefde en wijsheid uit het hart van onze heilige Vader! Dit gewaad zal je dan nooit meer worden ontnomen. En pas in zo'n gewaad zul je dan alle dingen en verschijnselen in hun ware licht zien en ze beoordelen vanuit de enige ware grondslag.
[9] Zie nu echter verder wat daar gaat gebeuren! Maar bekijk vanaf nu alles met andere ogen en een ander gemoed, dan zul je daaruit het juiste profijt trekken. Want dit alles laat de Heer hoofdzakelijk vanwege jou gebeuren, opdat je zo vlug mogelijk tot de echte wedergeboorte van je geest en tot hemelse omkleding van je ziel moge komen! Daarom zeg ik nog eens: Let daarom zorgvuldig op alles, wat ik je nu heb gezegd, dan zul je een onberekenbaar profijt daarvan hebben en het zal je grote helderheid verschaffen!'
[10] Bisschop Martinus kijkt nu weer in het achterhoofd van onze dames van het H. Hart en ziet, hoe de laatste twee nog vechten, elkaar wederzijds de dolken in het lijf stoten en spoedig als dood op de grond vallen. Na een dergelijke scène zegt hij:
[11] (BISSCHOP MARTINUS:) 'God zij dank, nu hebben ze elkaar de genadeslag gegeven! De Heer hebbe hun ziel! Het is meer dan wonderbaarlijk, dat dit deze wezens ook tot zaligheid moet brengen, zoals je eerder hebt gezegd. Nu ben ik toch benieuwd, wat er verder met deze amazones zal gebeuren. Ze liggen er werkelijk bij alsof ze echt dood zijn!
[12] Aha, daar komt al weer een ander verschijnsel! De dames liggen weliswaar nog zo dood als een pier op de grond, maar ze beginnen nu uit te wasemen en uit ieder van hen stijgt er nu rook op, ongeveer zoals bij de schoorsteen van een bakker. Ook zie ik hier en daar vonken vuur mee omhoog schieten zoals boven een smidsvuur. Sapristi, sapristi! De zaak begint er nu heel bedenkelijk uit te zien! Liefste vriend, als dat er niet een beetje als de hel uitziet, dan is mijn naam geen Martinus meer!
[13] Kijk maar, nu slaan ook al hier en daar vlammen omhoog! Dat ziet er eigenlijk uit als een regelrechte publieke verbranding. Deze arme schepsels beginnen nu helemaal te branden. De zaak wordt heel bedenkelijk; maar toch beweegt zich nog niets boven, naast en onder de dames dan alleen maar sterke rook, vonken en vlammen.
[14] De vlammen worden steeds groter, de dode dames zien er al helemaal gloeiend uit! Nu is het maar goed voor ze, dat ze dood en daardoor ook vast en zeker geheel ongevoelig zijn. Ach, ach, wat staat de zaak nu in lichterlaaie! Werkelijk, een vreemde aanblik en merkwaardig: ondanks de hevige vlammen verbrandt er toch niets, voor zo ver ik het nu kan zien. Zeg mij toch, broeder, wat dit heel merkwaardige tafereel te betekenen heeft?'
[15] BOREM zegt: 'Niets dan louter goeds; want wat van de Heer uitgaat is alleen maar goed. Kijk maar verder, je zult gauw zien, hoe zeer ik gelijk heb en de volle waarheid spreek!'
«« 73 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.