De allerheiligste, zogenaamde brandende tempel. Diepere inwijding in de geheimen van de menswording van God en het kindschap Gods.

Jakob Lorber - De natuurlijke zon

«« 22 / 74 »»
[1] Wie uit het vuurbosje op de vrije grond van de eigenlijke Calvarieberg komt, wordt direct door een wijze man, die voortdurend op zo’n plaats woont, ontvangen en naar zijn woonhuis gebracht, dat eveneens heel eenvoudig is. Daar wordt hij verzorgd en daarna door de wijze naar een iets hoger dan diens woning gelegen kleine tempel gebracht.
[2] Daar ziet hij al gauw een beeldengroep, die het laatste avondmaal uitbeeldt.
[3] Vanuit deze tempel wordt hij dan naar een vrije ruimte gebracht; daar ziet hij een groep, die Christus met Zijn apostelen uitbeeldt in de tuin van Getsemane op de Olijfberg.
[4] Weer iets verderop staat een groep, die de gevangenneming van de Heer uitbeeldt. - En zo gaat hij in een spiraal rond de heuvel van de ene groep naar de andere, die de verschillende lijdensmomenten van de Heer uitbeelden, en dat steeds op zeer betekenisvolle wijze.
[5] Tenslotte bevindt zich helemaal bovenop de heuvel een groot vrijstaand kruis, waar de gestalte van de Heer in aards-menselijke vorm aan opgehangen is - en waar aan beide kanten aan veel kleinere en lagere kruisen de bekende twee misdadigers te zien zijn.
[6] Als de gast dit allemaal voldoende met de allerdiepste aandacht van zijn hart bekeken, dal leidt de wijze hem van de heuvel iets naar beneden naar een kleine tempel. Daar binnen deze tempel is het graf te zien.
[7] Tenslotte toont de leider hem heel dicht bij het brandende struikgewas nog een iets grotere tempel, die voortdurend met de helderste vlammen brandt; de vlammen hebben, met name wanneer men er steeds dichter bij komt, een zo indringende lichtstraling, dat ze zelfs voor het buitengewoon aan licht gewende oog van een zonnebewoner onverdraaglijk wordt. Daarom neemt de leider voor dat doel ook altijd al een passende sluier of liever een oogbedekking mee, waardoor de gast dan het buitengewoon sterke licht van de vlammen van deze tempel kan verdragen. Maar hoe helder deze vlammen ook zijn, toch branden ze niemand die er in de buurt komt (vanzelfsprekend: op waardige wijze!), maar ze waaien slechts zacht koelend om hem heen als een lauwe westenwind.
[8] Daarna wordt de gast door de leider deze brandende tempel binnengeleid. Daar in het midden van de tempel ziet hij dan een klein altaar, dat wil zeggen een verhoging als een zuiltafel op de grond, waarop de Heilige Schrift van het Oude en Nieuwe Testament zich bevindt, en wel geschreven in het oud-Hebreeuws.
[9] Hier vraagt ieder gast aan de leider wat dat betekent. - En de leider zegt hem alleen maar dat het een boek is, waarin met speciale tekens het woord Gods, al Zijn leiding van het hele menselijke geslacht en ook de leiding van de hele oneindigheid aan de hand van de innerlijke betekenis is opgetekend.
[10] Daarop vraagt de gast of men die tekens hier ook kan of mag lezen. - En de leider zegt tegen hem: ‘Wie hierheen komt, is verplicht dat alles te kennen; want dit is de eigenlijke reden, waarom iemand hier komt’.
[11] En verder zegt de leider: ‘Kijk, omdat jij je wil al zo machtig hebt gemaakt dat de aardbodem van de zon hem gehoorzaamt, weet dan, dat ook deze tekenen aan een gerechtvaardigde wil gehoorzamen en zich doen kennen naar de oprechte en rechtvaardige wil van degene, die hen wil leren kennen’.
[12] Daarna draagt de leider de gast op het boek aan te raken. En zodra de gast het boek aanraakt, doorstroomt hem onmiddellijk een vuur, en nadat dit hem doorstroomd heeft kan de gast de tekens heel goed lezen. - Wanneer de gast dan het boek begint te lezen, wordt hij door de allerhoogste bewondering aangegrepen en beschouwt op dit moment niemand gelukkiger dan zichzelf, aangezien hij nu voor het eerst woorden verneemt, die rechtstreeks uit de mond van God gestroomd zijn, en daardoor ook de wonderbaarlijk liefdevolle leiding van de grote God aanschouwt.
[13] Het sterkst doordrongen en aangegrepen wordt zo’n gast echter, wanneer hij bij het Nieuwe Testament komt. Want hierdoor wordt ook de Calvarieberg voor hem onthuld, en gewoonlijk weet hij dan van louter lof, dank en prijs geen raad en kan hij niet begrijpen, hoe het mogelijk is geweest dat de grote God zoiets aan Zich heeft kunnen laten gebeuren.
[14] Daarna pas wordt hem door de leider de grote liefde in God getoond en wordt hem gezegd, dat juist door deze handeling de mensen, en met name zij die op de aarde wonen, het werkelijke kinderrecht hebben gekregen - waardoor iedereen dan zelfs de plicht heeft de grote God als de meest liefdevolle Vader te leren kennen en Hem ook aldus aan te roepen.
[15] Daarna vraagt de gast weer aan de leider, of de mensen op de zon nooit zo’n onuitsprekelijk geluk zullen bereiken. - En dan geeft de leider hem ten antwoord: ‘Niet alleen de mensen van de zon, maar alle mensen die alle zonnen en alle planeten van de hele oneindigheid bewonen hebben daardoor een verborgen recht op dit onmetelijke geluk. Maar ze kunnen dit geluk op geen andere manier bereiken dan alleen via de weg van de diepste deemoed en, hieruit voortvloeiend, via de weg van volkomen liefde van hun hele wezen voor God!’.
[16] Na dit doorlezen en onderrichten keren de twee dan weer terug uit de tempel en begeven zich vandaar weer naar de woning van de wijze leider, waar deze de gast eerst bij alles een passende opheldering geeft, die naar jullie tijdrekening gewoonlijk een periode van drie aardse jaren duurt. Het spreekt vanzelf dat gedurende deze tijd nog dikwijls tochten naar alle eerder genoemde plaatsen gemaakt worden.
[17] Aan het einde van dit onderricht deelt de leider de gast pas mee, dat helemaal aan het bovenste punt van het hemellichaam, dat zij bewonen, in de volmaakte lichtregio, zich een nog veel volmaaktere wereld bevindt, waar alle zonnebewoners het volmaakte onderricht over de menswording van de Heer in de geest zullen ontvangen; en dat ze daarna, als ze willen, ook als werkelijke kinderen Gods opgenomen kunnen worden, wanneer zij zich daar tot het laatste atoom van hun zijn zodanig kunnen verdeemoedigen, dat zij als bewoners van een volmaakte wereld ten diepste de laatste en laagste dienaren willen zijn van die kinderen Gods, die Hijzelf als mens op de planeet aarde of Pjoer tot Zijn kinderen heeft gemaakt en heeft aangenomen.
[18] ‘Want’, zegt de leider verder, ‘wij bewoners van de zon leven in grote volmaaktheid en zijn als gevolg van onze wil volmaakte heren over onze wereld; daarom zal het ons altijd moeilijk vallen, wanneer wij ons bij diegenen moeten voegen, die met hun wil niet eens een grashalm aan hun aarde kunnen ontlokken. Maar, mijn beste gast, zoals je uit alles wat je hebt gezien hebt kunnen afleiden, heeft de grote Heer van de hemel en alle werelden geen welbehagen in het grote en sterke, maar in het kleine en zwakke, en wel zo, dat Hij aan onmondige kinderen en heel eenvoudige mensen grotere dingen openbaart dan aan de allerdiepzinnigste engelengeesten. Wanneer wij zonnebewoners ook het kindschap willen bereiken, rest ons dus niets anders dan al onze zonnegrootheid, macht en kracht vrijwillig aan de voeten van de grote God te leggen en ons heel bereidwillig en liefdevol zelfs beneden te stand te begeven van hen, die Hij liefheeft. Zijn liefde strekt zich weliswaar uit over alle menselijke wezens in de hele oneindigheid. Maar begrijp dat goed: alleen Zijn kinderen zullen later eeuwig samen met Hem onder één dak wonen. - Streef ook jij er dus voortaan naar de kleinste en minste te zijn en wees een dienaar van alle mensen met wie je ooit in contact zult komen, dan zul je aandacht van de eeuwige Vader op je vestigen; en deze aandacht is de eerste vonk, waardoor je een nieuw leven zult krijgen, een leven om kind te zijn van de grote Vader!’
[19] Hierna neemt de leider de gast weer mee en brengt hem nogmaals buiten de tempel, wijst omhoog naar het kruis en zegt dan tegen hem: ‘Zie, mijn beste broeder, dat is de weg naar Hem toe! Wil je als kind de Vader bereiken, dan moet je deze weg van het kruis kiezen!
[20] Deze weg is echter de ware deemoed van het hart; want de kinderen moeten op Hem lijken. Maar hoe wil iemand het kindschap van Hem ontvangen, wanneer hij zich niet uit liefde voor Hem zó kan verdeemoedigen als een kind tegenover zijn Vader betaamt? Immers, de Vader heeft Zichzelf toch uit liefde voor Zijn kinderen smartelijk aan het kruis laten slaan om naar het vlees zelfs voor hen te sterven, opdat daardoor niemand in eeuwigheid meer de dood zou voelen en smaken, wanneer hij Hem boven alles liefheeft en door zijn deemoed deel heeft genomen aan dit heilige kruis, waarop de grote heilige Vader vol liefde Zijn almachtige handen bloedend voor de hele oneindigheid heeft uitgestrekt.
[21] Kijk, daarom is dit meer dan heilige beeld hier ook geplaatst, namelijk opdat ook wij inzien, dat Hij ook voor ons Zijn handen heeft uitgestrekt. Ook ons wil Hij omvatten; maar eerst moeten wij via de jou aangeduide weg van het kruis naar Hem toe komen. - Kijk dus nog eens naar dit heilige teken!’.
[22] Hierbij valt de gast altijd ter aarde, aangegrepen door hoge liefde en ontzag, en aanbidt het grote geheim!
[23] Maar wanneer hij weer van de aarde opstaat, kijk, dan is alles op deze berg verdwenen, op de woning van de leider en de leider zelf na. Deze neemt de gast dan mee, leidt hem nog eens de heuvel op en vraagt hem daar, of hij dit allemaal goed in zijn hart heeft opgenomen - wat de gast met ieder atoom van zijn leven bevestigt.
[24] Dan legt de leider hem de handen op en spreekt tot hem: ‘Wat je hier gezien en gehoord hebt, moet je voorlopig in je hart bewaren tot de tijd, dat het de Vader zal behagen het aan alle mensen van deze wereld bekend te maken - ofwel reeds hier aan degenen, die een groot verlangen naar Hem hebben, ofwel vast en zeker aan gene zijde in de geest aan allen, die een rechtvaardige en volmaakte wil hebben.
[25] Maar jij, herken nu je Leider! Want kijk - Ik ben de Vader!!! - Maar zeg tegen niemand wie de Leider is!’ -
[26] Daarop verdwijnt de leider. Alleen zijn woning blijft achter. De gast gaat dan weer in hoogste liefde en voortdurende aanbidding terug naar de woning van de leider, waar een andere wijze man, die hier in de regel woont en die hem het eerst ontving, hem weer opvangt en hem daarna door het nu niet meer brandende bosje naar de vijver vergezelt, die op de terugweg geen water meer heeft.
[27] Dan gaat deze tweede leider weer terug. De gast keert terug naar de derde tempel, vervuld van een verheven en liefdevolle, deemoedige stemming.
[28] Daarna durft geruime tijd uit meer dan groot ontzag geen mens een woord met hem te wisselen, tot zij aan de handelwijze van zo’n Calvarieberg-pelgrim zien dat hij werkelijk, waar dat maar mogelijk is, alleen heel bereidwillig diensten bewijst.
[29] Kijk, dat is op de zon de hoogste ontwikkeling van een leraar. En dat is ook voor jullie op een bevattelijke manier alles, wat er nog over de Calvarieberg gezegd moest worden.
[30] Hierna zullen we enige huiselijke gedragsregels van de zonnebewoners nader beschouwen. En dus genoeg voor vandaag!
«« 22 / 74 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.