Woonhuizen en gemeenschappelijke nederzettingen op het eerste paar nevengordels

Jakob Lorber - De natuurlijke zon

«« 27 / 74 »»
[1] Wat de afzonderlijke woningen betreft, deze zien er over het geheel genomen bijna precies zo uit als in jullie tuinen op aarde de ronde theehuisjes; alleen hebben ze in verhouding veel hogere en spitsere daken. Deze woonhuizen zijn echter niet zo open als de woonhuizen van de middelste gordel, maar ze zijn rondom door stevige wanden afgesloten, waar doorheen er, aangezien ze van een groen gekleurd, doorzichtig materiaal gemaakt zijn, voldoende licht in het inwendige van het woonhuis valt.
[2] Hoe ziet het inwendige van het huis er eigenlijk uit, en hoe groot is de ruimte binnen? - Wat de inwendige ruimte betreft, die zou groot genoeg zijn om er met gemak een tamelijk groot gebouw van jullie aarde in te kunnen zetten. Maar zo’n woonhuis is zelden hoger dan een middelmatig hoge toren bij jullie - dat wil zeggen alleen de muren in aanmerking genomen; het dak is soms wel drie keer zo hoog als de muren.
[3] Aan de oostzijde is een deur aangebracht (die open- en dichtgedaan kan worden), ongeveer zo groot als bij jullie een grote stadspoort. De deur leidt echter niet direct gelijkvloers het huis in, maar voor de deur zijn altijd ongeveer tien hoge treden aangebracht, die men moet beklimmen voordat men bij de deur komt.
[4] Voor de deur zelf bevindt zich altijd nog een soort bordes, waar men ook nog enkele stappen moet doen voor men bij de deur komt. De trap en het bordes hebben eveneens een dak, en dit wordt gedragen door tamelijk massieve, vierkante zuilen.
[5] Wanneer men door de deur gaat, moet men daarna eveneens een kleine trap afdalen om op de eigenlijke vloer van het huis te komen; maar ook aan de binnenzijde van de deur begint niet direct de trap, maar leidt er van de deur ook een soort binnenbordes naar de trap, die aan beide zijden voorzien is van een balustrade van sierlijk bewerkte, meerkantige zuilen.
[6] Vanaf dit binnenbordes leidt dan rechtstreeks een tamelijk ruime gang rond de hele muur van het woonhuis, en deze gang wordt vanaf de vloer van het huis gesteund door tamelijk sterke, zeshoekige, witte zuilen.. De gang zelf is eveneens van een eenvoudige balustrade voorzien; eenvoudig wil daar zoveel zeggen als wanneer bij jullie een ding weliswaar smaakvol, maar toch zonder reliëf of ingeprente versieringen bewerkt is.
[7] Na deze gang volgen dan verscheidene in het rond geplaatste rijen zuilen, die vanaf de vloer tot onder de draagbalken van het dak reiken en dit dragen. De zuilen zijn relatief massief en sterk, zodat een zuil gemiddeld niet zelden een omvang van drie tot vier klafter heeft.
[8] Rond iedere zuil zijn op de vloer van het huis heel aangename en zacht gepolsterde ronde banken aangebracht.
[9] Rond de grote centrale zuil leidt er eveneens een wenteltrap tot aan de zolder en daarlangs door de dakdeur naar de zogeheten dakgalerij, die daar het ‘observatorium’ heet (waarmee het doel ervan, maar niet het woord bedoeld is). Deze galerij is eveneens voorzien van een eenvoudige, maar smaakvolle balustrade van kleine zuilen; op de hoogvlakten heeft dit observatorium echter gewoonlijk geen dak. De reden daarvan is, dat op deze hoogvlakten de zon veel koeler is dan in de lager gelegen landstreken.
[10] Binnen in het huis zijn rond de banken bij de ronde zuilen ook steeds verscheidene tafels geplaatst. De tafels zien eruit als een vlakke schotel, en staan gewoonlijk steeds per vier rondom een zuil en rusten op poten van drie zuilen.
[11] Onder de gang zijn langs de hele in het rond lopende wand heel ruime banken aangebracht, ongeveer zoals jullie sofa’s, waar de bewoners na het werk plegen uit te rusten. Aan de tafels eten zij hun maaltijd.
[12] Uit het grote aantal tafels kunnen jullie direct al opmaken dat de familie van zo’n huis tamelijk talrijk is. Gemiddeld wonen er bijna altijd honderd mensen in zo’n huis.
[13] Achterin zo’n huis bevindt zich een prachtige kast, die evenveel laden heeft als er mensen in een huis wonen. Iedere lade draagt een teken, dat het teken voor de naam van ieder individu is. En dus bewaart ook iedereen in zijn eigen lade datgene, wat hij voor zijn persoon in lichamelijk en geestelijk opzicht nodig heeft.
[14] De lichamelijke benodigdheden zijn een beetje kleding en overige noodzakelijke dingen als handgereedschap.
[15] Voor de geestelijke behoeften zijn daar boeken met een soort afbeeldingen; met deze afbeeldingen tekenen de mensen alle opgedane ervaringen en visies op. - Wanneer iemand een zeker aantal van zulke boeken van ervaringen en visies heeft vergaard, geeft hij ze aan een gemeenschap, waar hij eventueel onder ressorteert. Daar worden al deze ervaringen en visies nauwkeurig onderzocht; het bruikbare wordt dan in een algemeen protocollenboek opgenomen, het onbruikbare en onbeduidende wordt echter gewoonlijk doorgestreept.
[16] Daarna krijgt degene die de boeken heeft overhandigd zijn boeken in zekere zin gecorrigeerd weer terug en schrijft of tekent datgene, wat gebillijkt is, in een nieuw boek, dat daarna een voornaam boek van een huis is. De dagboeken worden dan gewoonlijk vernietigd.
[17] Hier moeten de het vrouwen van het volk hetzelfde doen als de mannen; ze moeten eveneens hun ervaringen en visies zorgvuldig optekenen en daarna net als de mannen het belangrijke boek houden.
[18] De stamvader van een huis heeft echter voor zichzelf nog een algemeen boek, waarin weer alle belangrijke boeken van de familie, zowel van de mannen als van de vrouwen, evenwel in sterk verkorte vorm, bij elkaar zijn gevoegd. Voor dit algemene boek heeft hij achterin de rondlopende gang een tamelijk grote kast gemaakt, waar echter niemand in mag kijken dan alleen de stamvader, die op gezette tijden uit dit algemene boek alle andere belangrijke boeken inspecteert.
[19] Dat is dus de vorm en gehele inrichting van een woonhuis op de noordelijke gordel.
[20] Op de zuidelijke gordel zien de huizen er vrijwel precies zo uit; alleen zijn de daken niet spits, maar afgerond. Zo zijn ook de zuilen niet hoekig, maar rond. Dat is dus het hele verschil.
[21] Dat de huizen van de zuidelijke gordel iets groter zijn dan die van de noordelijke gordel, kunnen jullie opmaken uit het feit dat ook de mensen van de zuidelijke gordel, zoals al genoemd is, iets groter zijn dan die van de noordelijke gordel.
[22] Voor beide gordels kunnen jullie er nog aan toevoegen, dat de bewoners van deze gordels hun huizen ook zoveel mogelijk op de hoogste punten bouwen. Nu jullie dit weten, zijn we ook klaar met de huizen en zullen ons dus direct naar de gemeenschappelijke nederzettingen wenden.
[23] Wat de gemeenschappen betreft, die bestaan niet uit één gebouw, maar al naargelang het oppervlak toelaat soms uit honderd, soms ook uit duizend gebouwen. Niet alle gebouwen zijn echter even groot, maar de grootte en ook de vorm ervan wordt bepaald door het gebruiksdoel ervan.
[24] In het centrum van zo’n gemeenschap is echter altijd het hoofdgebouw neergezet. Dit gebouw is tegelijkertijd ook het grootste en hoogste van alle andere gebouwen van zo’n gemeenschappelijke nederzetting.
[25] Zo’n hoofdgebouw vormt altijd een rechthoek; op iedere hoek is een hoge toren gebouwd, die van boven gewoonlijk geen dak heeft, opdat van daar af in alle richtingen waarnemingen gedaan kunnen worden. Het gebouw zelf heeft niet zelden een lengte van duizend klafter; de breedte is echter hoogstens vijftig klafter. De hoogte van zo’n hoofdgebouw bedraagt soms zo’n honderdvijftig klafter. - Het dak van het gebouw is echter nog minstens de helft hoger, en de kleur ervan is donker rozerood, terwijl de muren van het gebouw er licht violet uitzien; de muren van de torens zijn echter lichtgroen.
[26] De muren van dit gebouw zijn niet zo afgesloten als die van de huizen, maar ze zijn aan iedere kant van meer dan vijftig klafter hoge en twee klafter brede ramen voorzien, die op regelmatige afstanden van elkaar staan. De muren van zo’n hoofdgebouw zijn ook niet doorzichtig, om reden dat het licht door de vensters het gebouw binnen valt. De ramen zelf zijn echter niet open, maar zijn - ongeveer zoals bij jullie de gotische ramen - met een soort elastische, maar buitengewoon goed doorzichtige en uit allerlei kleuren samengestelde ruit van de lucht buiten afgesloten.
[27] Het uiterlijk van zo’n hoofdgebouw biedt weliswaar een imposante aanblik door de kolossale grootte ervan, maar voor het overige is het toch geheel zonder pracht en praal.
[28] Maar des te prachtiger ziet het er van binnen uit; alleen moeten jullie je niet de onbeschrijfelijk grote heerlijkheid van een tempel van het eerste of tweede type op de hoofdgordel voorstellen, maar jullie moeten de pracht op zichzelf beschouwen. Want ook al heeft een licht niet de sterkte van het zonlicht, kan het op zichzelf toch mooi zijn, wanneer het maar een gelijkmatig en rustig licht is. - Zo zit het ook met de inwendige pracht van een hoofdgebouw in zo’n gemeenschap.
[29] De ingang van dit gebouw is eveneens niet gelijkvloers aangebracht, maar midden in een smalle zijde van dit gebouw is eveneens een geweldig bordes geplaatst, waar men via verscheidene trappen komt. Het bordes zelf is een tamelijk grote, vierkante ruimte, voorzien van een dak, dat op verscheidene vierkante, witte zuilen rust. Via dit bordes komt men eerst bij een twintig klafter hoge toegangsdeur (die eveneens open- en dichtgedaan kan worden). Binnen in het gebouw loopt dit bordes (dat binnen het gebouw breder is dan buiten) ongeveer twintig klafter gelijkvloers door; daarna pas leiden twee trappen naar beneden het eigenlijke gebouw zelf in.
[30] Midden tussen de twee trappen wordt het bordes langer, en loopt met een derde van zijn oorspronkelijke breedte door tot het andere einde van het gebouw, en vormt zo een centrale gang. Links en rechts ervan lopen op dezelfde hoogte ook twee brede gangen, die zowel in het midden als aan het einde van het gebouw met de centrale gang in verbinding staan. Deze gangen lopen ongeveer tien klafter hoog boven de gewone vloer en rusten op louter vierkante zuilen, die vijf klafter van elkaar af staan. - Dat zowel de centrale gang als de twee nevengangen van zeer smaakvolle balustraden voorzien zijn, hoeft nauwelijks meer vermeld te worden. De balustraden worden door kleine, lichtgroene, half doorzichtige, achthoekige zuilen gedragen.
[31] De vloer van het bordes en de gangen zelf is gemaakt als een mozaïek, toont de meest veelvormige figuren en is daarbij even glad gepolijst als een spiegel bij jullie. - Al het overige van zo’n gebouw is net zo gepolijst.
[32] Tussen de centrale gang en de beide gangen langs de muren staan twee rijen grote zuilen, die zowel de zoldering als het dak van het gebouw dragen.
[33] Helemaal beneden in het gebouw zelf zijn rondom elk van deze zuilen eveneens rustbanken aangebracht, zoals wij die al in de woonhuizen hebben leren kennen.
[34] In het midden van zo’n gebouw tussen de centrale gang en de rijen hoofdzuilen staan parallel aan elkaar twee tafels opgesteld, die ongeveer tweehonderd klafter lang zijn, waar een groot aantal beweegbare leunstoelen bij neer is gezet.
[35] Tussen de zuilen die de centrale gang dragen bevindt zich in plaats van een tafel bij iedere zuil een grote kast, waarin de belangrijke boeken bewaard worden. - Voor de kast bevindt zich tevens een verplaatsbaar, sierlijk bewerkt trapje, om daarmee gemakkelijk bij ieder vak van de kast te kunnen komen.
[36] Jullie moeten je echter niet voorstellen dat deze kasten van hout gemaakt zijn, maar van een soort rood goud, dat in glans alles overtreft, wat jullie ooit aan glanzende dingen hebben gezien. Ook deze kasten zijn buitengewoon sierlijk bewerkt en zo goed geordend tussen de witte gangzuilen geplaatst, dat ze de architectuur absoluut niet nadelig beïnvloeden.
[37] Onder de zijgangen langs de muur, en wel tussen iedere gangzuil, bevindt zich ook weer zo’n kast, gemaakt van helder geel goud; alleen is zo’n kast nog ruim eens zo breed als die tussen de zuilen van de centrale gang. Deze kasten, die langs de muur van het hele gebouw staan, vormen het archief; in menig hoofdgebouw zijn er meer dan tweeduizend van, en zo’n kast heeft niet zelden duizend vakken, die elk soms zo’n tweeduizend boeken bevatten. Als jullie dat met elkaar vermenigvuldigen, levert dat een behoorlijk grote bibliotheek op; alleen moeten jullie je daar niet jullie reusachtige boeken bij voorstellen, maar zo’n boek bestaat op zijn hoogste uit slechts tien bladen, waarbij op iedere pagina verscheidene algemene beelden voorkomen. Iedere afbeelding bevat echter zoveel informatie, dat jullie, wanneer jullie het in jullie taal zouden willen beschrijven, daar zeker duizend dikke boeken van elk vijfduizend pagina’s mee zouden vullen.
[38] Hieruit kunnen jullie al enigszins opmaken, hoeveel wijsheid er vaak in zo’n hoofdgebouw van een gemeenschap zit. Maar als jullie bovendien nog willen aannemen, dat er op zo’n zonnegordel ongeveer vijf miljoen van zulke gemeenschappelijke hoofdgebouwen staan, kunnen jullie wel uitrekenen hoeveel dikke boeken wijsheid, naar jullie schrift gemeten, op de twee gordels verzameld zijn.
[39] En toch is al deze wijsheid nog niet een druppel vergeleken bij de wijsheid van één enkele man, die op de hoofdgordel van de zon woont. En deze weer nauwelijks een druppel vergeleken bij de wijsheid van een hoogste priester van deze gordel, die zijn wijsheid reeds uit de liefde put. En diens wijsheid is zelf weer nauwelijks een nietige druppel vergeleken bij de wijsheid van een allerminst kind van Mijn liefde! - Hoe groot zal dan de wijsheid van een reeds voleindigde bewoners van de hemelen wel niet zijn, en dan nog die van Mij?!
[40] Kortom, we zullen de wijsheid in deze archieven laten rusten en de rest van de inrichting van dit hoofdgebouw nog enigszins bekijken.
[41] De zoldering van dit gebouw is een drievoudig gewelf, dat heel stevig is en eveneens de glanzende kleur van lichtrood goud heeft. De muren zelf zijn blauw en buitengewoon fijn gepolijst. Van de zoldering tot halverwege de hoogte van het gebouw hangen witte lichtbollen aan dikke, witte touwen; deze hebben weliswaar geen eigen licht, maar doordat ze in vele vlakken geslepen en buitengewoon glad gepolijst zijn breken ze het van de vensters opgevangen licht in de meest uiteenlopende kleuren en geven het inwendige van het gebouw daardoor een buitengewoon prachtige aanblik.
[42] De gangen zijn langs de muren eveneens ononderbroken voorzien van goed gepolsterde banken, waarop de wandelaars zich weer kunnen verkwikken, wanneer ze wat moe zijn geworden van het rondlopen.
[43] Dat is dus de hele inrichting van zo’n hoofdgebouw van een gemeenschap. Alleen is in de hoek van zo’n gebouw nog overal een kleine deur gemaakt, waardoor men in de torens kan komen.
[44] In de torens zelf is van binnen niets anders te zien dan een gemakkelijke trap van de ene etage naar de andere. Deze etages zijn daar aangebracht, opdat niemand bij het beklimmen van een toren hoogtevrees krijgt. Maar om je het des te gemakkelijker voor de geest te halen, moet je je een bijna duizend klafter hoge toren voorstellen, die van binnen om de tien klafter door een vloer in etages is verdeeld, waarbij dan iedere verdieping met een andere verbonden is door een trap, die van een balustrade voorzien is.
[45] Stel je bovendien nog voor, dat zo’n vierkante toren een omvang van vierhonderd klafter heeft, dan kunnen jullie je van zo’n gebouw ongeveer een voorstelling maken. - Dat iedere toren tevens bij iedere verdieping van tenminste drie vensters voorzien is, spreekt eigenlijk vanzelf, aangezien de muren van de toren ondoorzichtig zijn.
[46] Dat is alles. De volgende keer zullen wij nog even de overige gebouwen bekijken en tegelijkertijd een blik op de zuidelijke gordel werpen. Het is dus weer genoeg voor vandaag!
«« 27 / 74 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.