Het derde gordelpaar. De noordelijke gordel stemt overeen met de planeet Mars

Jakob Lorber - De natuurlijke zon

«« 34 / 74 »»
[1] Zoals we tevoren al afgesproken hadden, begeven we ons nu naar de derde gordel. Deze gordel is zowel aan de noordelijke als aan de zuidelijke kant de kleinste van allemaal, en heeft van de ene berggordel tot de andere een gemiddelde breedte van nauwelijks meer dan duizend Duitse mijlen. Desondanks bedraagt de omtrek nog altijd veel meer dan driemaal honderdduizend Duitse mijlen.
[2] Ook deze gordel heeft geen ononderbroken zee, maar daarentegen veel grotere en uitgestrektere meren dan de voorgaande.
[3] Het land als zodanig is minder bergachtig dan alle andere, die wij tot nu toe hebben leren kennen - behalve in de richting van de grensgebergten, die natuurlijk nog flinke uitlopers hebben het vlakke land in. Deze uitlopers en enkele kleinere aftakkingen daarvan zijn tegelijkertijd ook de enige bergen, die dit land bedekken, dat, zoals opgemerkt, merendeels vlak is.
[4] Aangezien we tot nu toe hebben gezien dat met uitzondering van de hoofdgordel alle andere besproken gordels met de planeten overeenstemmen, kunnen jullie dan ook vragen, of deze derde gordel wellicht ook met een planeet overeenstemt? - Dan Ik zeg jullie, dat alles daar helemaal binnen de orde is - deze gordel23 stemt dus overeen met de planeet Mars.
[5] Maar zoals deze planeet tamelijk armzalig, ja in een bepaald opzicht de allerarmzaligste van alle planeten is, is ook zijn overeenstemmende gordel de armzaligste van alle andere gordels.
[6] Maar waar bestaat deze armzaligheid uit? Die bestaat niet zozeer in geestelijk, maar veeleer in natuurlijk opzicht.
[7] Want ten eerste hebben de mensen een onooglijker en minder mooie vorm, ze zijn klein en wat dik, en hebben ook voor het overige absoluut niets aantrekkelijks in hun uiterlijk. - Hun kleur is lichtbruin, maar gaat soms ook over in een tamelijk donkere tint. - De bouw van hun gezicht vertoont veel overeenkomst met de bewoners van jullie Groenland, enkele Laplanders en Eskimo’s. - Hun kleding lijkt echter niet op die van de zojuist genoemde volken op aarde, maar bestaat uit een soort schort, die om de hals wordt vastgebonden en van daaraf in verschillende plooien over het hele lichaam tot beneden de knieën reikt. Zowel voor de man als voor de vrouw heeft die dezelfde vorm. Voor de twee handen zijn aan beide kanten slechts twee gaten opengelaten, zodat de mensen hun handen hier doorheen kunnen uitstrekken om een of ander werk te doen; wanneer ze echter geen werk te doen hebben, trekken ze hun armen, die er toch al niet zo aantrekkelijk uitzien, weer onder hun mantel. Dat is dus de eerste armzaligheid.
[8] Ten tweede wordt de armzaligheid gevormd door de vegetatie en het dierenrijk. Want de vegetatie is beperkt tot slechts enkele soorten onaanzienlijke vruchtbomen, en het kweken daarvan geeft de bewoners van deze gordels nauwelijks voldoende voedsel. Het gras van deze gordel, dat daar maar heel spaarzaam voorkomt, lijkt ongeveer op het mos op aarde, dat jullie niet zelden op sommige oude bomen en af en toe ook op oude strodaken van armelijke plattelandshutten zien.
[9] De bodem is hier al tamelijk stevig en af en toe ook heel steenachtig en zanderig, met name langs de oevers van de behoorlijke grote meren en rivieren.
[10] Het dierenrijk bestaat uit één enkele soort schapen, die ongeveer op de jullie niet onbekende rendieren in Siberië lijken. Dit dier voorziet hen van een tamelijk goed smakende melk, en van de heel fijne wol ervan maken zij de nodige kleding.. - Dan bestaat er nog een soort wormen, die zich voeden met gras. Deze soort wormen heeft ongeveer de eigenschappen van jullie zijderups en spint lange draden over de grond, ongeveer zoals een spin bij jullie. Deze draden verzamelen de bewoners van deze gordel ook, en ze maken daar een stof van, die bij voorkeur door het vrouwelijk geslacht voor mantels wordt gebruikt.
[11] In de lucht leeft slechts één enkel soort vogels, maar deze komen tamelijk veel voor. De bewoners houden deze soort vogels ook als huisdier en gebruiken hun veren voor het maken van rustbanken, die uit niets anders bestaan dan een kleine, van aarde opgeworpen wal, waar de veren overheen worden gelegd, die daarna toegedekt worden met het materiaal, waar zij ook hun mantels van maken.
[12] Maar in de rivieren en meren, die door de gordelbewoners met kleine boten langs de oevers bevaren worden, zit tamelijk veel leven. Dat is dus weer een natuurlijke armzaligheid.
[13] Ten derde bestaat de armzaligheid ook nog uit de woongebouwen; want die bestaan gewoonlijk uit een soort nisachtig hol in een opgeworpen aarden wal. De aarden wal steekt ongeveer drie klafter boven de aarde uit. In deze aarden wal worden nissen gemaakt, die eveneens ongeveer drie klafter diep zijn. Rond de opening van de nis is een hiervoor reeds beschreven rustbank aangebracht; en achterin staat een soort tafel, die eveneens uit aarde bestaat, waar ze eventueel hun maaltijd kunnen houden.
[14] Hier en daar, met name in de richting van de bergen, zijn er ook grotere woningen, die in de bergen zijn uitgegraven.
[15] In deze woningen worden ook de gebrekkige gereedschappen vervaardigd, die zij voor hun (povere) werk nodig hebben. Dat is ook wel de hele nijverheid en de hele natuurlijke rijkdom van de bewoners van deze gordel.
[16] Kijk, op die manier is deze gordel evenals de daarmee overeenkomende planeet in natuurlijk opzicht uiterst armzalig toegerust. Maar in geestelijk opzicht is deze gordel niet zo armzalig. Want tegenover het feit, dat deze bewoners weinig bekoring vinden in de uiterlijke vorm van hun wereld, bezitten zij een voortdurende innerlijke beschouwing, waardoor hun uiterst armzalige wereld in henzelf zodanig opgehemeld en verheerlijkt wordt, dat die hun een veel grotere vreugde schenkt dan de wereld van de middengordel zijn bewoners doet.
[17] Ze zijn weliswaar geen wilshelden, maar in plaats daarvan zijn ze des te grootser in alle mogelijke zelfverloochening. In dit opzicht zijn zij ware Diogenessen. Om deze reden krijgt hun innerlijke, geestelijke leven dan ook een des te grotere speelruimte, en in de meest onbeduidende dingen zien zij dus heerlijkheden, die nog geen wijze op jullie aarde zich heeft kunnen dromen.
[18] Dat ook hun maatschappelijke , huiselijke en religieuze regels heel eenvoudig zijn, kan wel heel gemakkelijk geconcludeerd worden uit wat er tot nu toe over hen gezegd is.
[19] Hun maatschappelijke inrichting is eigenlijk niets anders dan een familieverband, op grond waarvan nader verwante gezinnen hun woningen heel dicht bij elkaar bouwen en daarin in constante vrede en onafscheidelijke eenheid met elkaar wonen.
[20] Hun ontwikkeling richt zich puur op het geestelijke. Want het enige waar zij voor zorgen is, dat de geest van de kinderen zo snel mogelijk een innerlijke zelfstandigheid bereikt. Als de kinderen daar door hun doen en laten de vereiste bewijzen van hebben geleverd, worden ze naar de ‘Godsmens’ gebracht, die zij als de basis van alle dingen en als de enige leider van het menselijke geslacht moeten erkennen.
[21] Want zij zeggen: Wanneer je in een vreemd huis bent, valt er voor jou niet veel te regelen en te zorgen; maar als je in het huis van je ouders bent, ben je daar toch al verzorgd. - Wij zijn op de wereld als in een vreemd huis; wat zouden we daar moeten zorgen? - Maar als we in de zelfstandigheid van onze geest zijn, zijn wij als het ware in ons ouderlijk huis; want God, de allerbeste mens, zorgt in dit huis voor al Zijn schepselen als een allerbeste Vader voor Zijn kinderen in zijn eigen woonhuis. Daarom hebben wij maar één zorg, en die is, dat wij vooral in dat woonhuis komen! Als wij daar binnen zijn, zijn wij in alle opzichten verzorgd; want hoewel de allerbeste Godsmens onze uiterlijke wereld maar armzalig heeft toegerust, omdat die een vreemde woning voor ons is - heeft Hij toch des te rijker die vaderlijke woning voor ons toegerust, waarin Hij alleen als een allerbeste Vader voor Zijn kinderen voor ons zorgt.
[22] Kijk, als gevolg van dit heel eenvoudige grondbeginsel bestaat hun religieuze instelling enkel en alleen daaruit, dat iedereen ernaar streeft om ten eerste de zelfstandigheid van zijn geest te bereiken, en wel langs de weg van deemoed en zelfverloochening - en ten tweede de Godsmens steeds meer te leren kennen en door Hem geleid te worden.
[23] Dat is dan ook wel alles wat de bewoners van deze gordel met betrekking tot hun vorming laten zien. - Jullie treffen daar geen tempels aan, geen gebedshuizen en absoluut geen scholen. Maar de vaderlijke nis, die in ieder gezinshuis aanwezig is, is alles in alles; want in deze nis verzamelt de vader van tijd tot tijd zijn hele gezin, dat soms wel uit dertig personen bestaat, en dan onderwijst hij hun over het innerlijke thuis en leert hij hun daarin de enige, ware Huisvader te vinden. En als hij dat onderricht door middel van allerlei passende gesprekken en verhalen heeft beëindigd, dan zegent hij zijn gezin en kan het gezin weer aan een of ander klein werk beginnen of zich ook naar de eigen, kleine nis begeven; daar kan iedereen dan in eenzaamheid nadenken over wat hij heeft gehoord en tegelijkertijd uitzoeken, in hoeverre de innerlijke woning en het Vaderhuis zich bij hem al heeft geopenbaard.
[24] Het bidden en dus ook de hele godsdienst bestaat uit niets anders dan het constante, innige verlangen om zo snel mogelijk kennis te maken met de allerbeste Godsmens, die tevens ook de allerbeste Huisvader is - een kennismaking waar iedereen boven alles naar verlangt.
[25] Dat iemand vlak voor de deur naar de woning van de grote Huisvader staat, die weldra voor hem geopend zal worden, wordt gekenmerkt door het feit dat hij een buitengewoon vol klinkend gezang van de sferen hoort. Als gevolg van dit verschijnsel hebben deze bewoners ook een gezegde, dat als volgt luidt: Wanneer je hoort hoe de grote werelden een verheven loflied voor de grote Huisvader zingen, bedenk dan, dat je op de drempel van die deur staat, die naar de heilige woning van de enig ware en meer dan goede Huisvader leidt!
[26] Wanneer dan iemand kan meedelen dat hij dat heeft gehoord, zijn alle anderen daar erg blij om en wensen hem geluk en volharding bij het volgen van zijn weg.
[27] Wanneer iemand deze innerlijke Vaderwoning echter volkomen is binnengegaan, wordt er in het huis van dat gezin een stil feest van vreugde gevierd, waar ook de buren bij uitgenodigd worden. Dat feest is echter ook het enige, dat jullie hier te zien kunnen krijgen, en het bestaat uit een vrolijk en altijd sober maal en tenslotte een algemeen loven van de enig ware Huisvader.
[28] Diegenen, die reeds volledig thuis zijn in de innerlijke woning, worden ook op de hoogte gebracht van de menswording van de Heer en beleven daar heel veel vreugde aan. Er wordt hun echter niet meegedeeld hoe ondankbaar de mensen van die planeet tegenover deze meer dan goede Huisvader zijn, die hun aarde de onuitsprekelijke genade bewees, dat Hij daar zelfs de menselijk-lichamelijke natuur wilde aannemen.
[29] Welnu, daarmee hebben we de hele noordelijke gordel gehad. - Wat zijn zuidelijke tegenhanger betreft, die sluit de vier kleine planeten in, waarvan we de overeenstemmende betrekking tot deze gordel de volgende keer willen behandelen, om daarna direct naar de vierde gordel door te gaan. - Genoeg dus weer voor vandaag!
«« 34 / 74 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.