De grote rijkdom van de dierenwereld op Miron. De tweevoetige dieren

Jakob Lorber - De natuurlijke zon

«« 60 / 74 »»
[1] Bij de beschrijving van de planeet Saturnus hebben we al duidelijk gehoord, dat er op iedere planeet soortgelijke of verwante dingen voorkomen als ook aanwezig zijn op een andere planeet, die tot één en dezelfde zon behoort. - We kunnen dus ook gevoeglijk aannemen dat op deze planeet, die wij juist onder ogen hebben, ook beslist soortgelijke dieren als op jullie aarde voorkomen, die evenwel in bijzonderheden verschillen van die van jullie, zowel qua gestalte als qua grootte en kleur. Desondanks zouden jullie met niet al teveel moeite snel de dieren van deze planeet ontdekken, die verwant zijn aan die van jullie planeet. - Maar niet alleen de dieren van jullie planeet, maar ook de dieren van andere planeten bestaan hier in vele variaties van zowel grootte als vorm en kleur.
[2] Ja, hier ontbreekt zelfs het modderdier van Saturnus niet, dat eveneens alleen op enkele eilanden buiten het eigenlijke continent van de gordel woont; maar er is een groot verschil in grootte tussen het modderdier van de planeet Miron en dat van de planeet Saturnus. Want op de planeet Miron is dit dier nauwelijks twintig keer als een olifant bij jullie. Als jullie dat met elkaar vergelijken, zal net verschil jullie zeker opvallen.
[3] Zo zijn er ook nog andere dieren, die op de andere planeten van onze zon voorkomen, maar zoals reeds gezegd met de nodige wijzigingen; voor het doel van onze mededeling zou het echter teveel tijd kosten om alles te vertellen. Want alleen op deze planeet al zijn er meer dan honderdduizend soorten viervoetige dieren, die niet onderhevig zijn aan veranderingen van vorm. - En stel je dan eens het enorme aantal dieren voor, die men daar overgangsdieren noemt; en tenslotte het even talrijke rijk van de tweevoeters. Daarmee zal jullie duidelijk worden, hoeveel tijd ervoor nodig zou zijn om iedere diersoort aanschouwelijk te beschrijven. - Daarom zij dit algemene overzicht voldoende voor het hele dierenrijk, met daarbij de verzekering, dat er op vrijwel geen enkele planeet zo’n bonte mengeling van wezens is als hier - zonder dat daardoor de mens op enig vlak van zijn bestaan en werken nadelig beïnvloed wordt. Want ruimte, die alleen deze dierengeslachten in bezit kunnen nemen, is er meer dan genoeg - en wel heel uitgestrekt. Daarvoor dienen met name de oevergebieden van de zeeën aan de andere kant van de bergen, waar het werkelijk wemelt van allerlei soorten wezens, die slechts heel zelden - en sommige nooit - over de twee grote bergketens heen komen om in het eigenlijke, voor mensen bewoonbare land te gaan wonen; en als sommige al over deze bergen heen komen, worden ze als vreemdelingen door de inheemse dieren ook heel gauw weer gedwongen terug te gaan.
[4] Aangezien wij ons met de viervoeters niet speciaal meer zullen bezighouden, gaan wij direct over naar de tweevoeters. - Nu zullen jullie wel de vraag stellen: Wat voor wonderen moeten die dieren dan wel niet zijn? Zijn het vogels of apen? Want deze twee diersoorten zijn zo gebouwd, dat een vogel zich op twee poten moet voortbewegen en een aap zich meestal op zijn achterpoten kan voortbewegen.
[5] Maar Ik zeg jullie: Met de tweevoeters zit het hier heel anders in elkaar; want het zijn noch vogels noch apen. - Jullie zullen je hierbij misschien voorstellen dat daaronder wellicht een kwart-, eenderde- of halfmens verstaan moet worden? - Ook dat is niet zo; want deze dieren hebben niet zelden nauwelijks enige overeenkomst met de mens. - Maar dan is het de vraag, wat voor dierlijke wezens het eigenlijk zijn? - Kijk, omdat alles op deze planeet een zeker wonderbaarlijk tintje heeft, is dat ook het geval met deze diersoort, die alleen voor deze planeet specifiek is!
[6] Maar om, zoals jullie plegen te zeggen, de boom met één slag te doen vallen en net als de held van Macedonië een zeer ingewikkelde knoop te ontwarren, zeg Ik jullie om deze diersoort met één straal te belichten: in feite zijn deze dieren niets anders dan een herhaling van alle viervoetige dieren, die zich echter in plaats van op vier poten slechts op twee poten voortbewegen.
[7] Wat de lichamen betreft bestaat er qua vorm enkel een verschil, dat zij in ieder geval meer dan vijf keer zo klein zijn als de eigenlijke viervoeters, en dat de twee poten natuurlijk enigszins verschillen van de voor- en achterpoten van de viervoeters. Want ten eerste zijn de twee poten in verhouding absoluut sterker dan bij de viervoeters; en ten tweede zijn de passen van de poten langgerekter en nadrukkelijker. Desondanks verschillen ze over het algemeen van de voeten van de mens, doordat de knie van hun poten achterwaarts buigt, terwijl die van de mens naar voren buigt.
[8] Een bijzonder merkwaardig verschil tussen de poten van de tweevoeters en die van de viervoeters is, dat de poten van de tweevoeters van de buik tot de knie door een heel licht en rekbare huid verbonden en er in zekere zin mee vergroeid zijn, waarbij deze huid de dieren bij het lopen toch niet in het minst belemmert. Waarom de dieren deze huid hebben zal in het navolgende duidelijk worden. Als deze dieren grote, langgerekte passen als met vogelachtige klauwen maken, zijn deze klauwen door een dergelijke huid verbonden, maar dan hebben de poten de genoemde huid slechts tot aan de knie.
[9] Die dieren, waarvan de poten van boven tot beneden met de huid verbonden zijn hebben in de streek, waar de hals uit het lichaam komt, verhoudingsgewijs grote en sterke waaiervormige armen, die wel lijken op vinnen van de vissen bij jullie. Die dieren echter, die slechts tot aan de knie een huis hebben, omdat ze met huid beklede klauwen hebben, hebben deze waaiervormige armen niet, maar in plaats daarvan een tamelijk lange, eveneens waaiervormige staart.
[10] Waarom zijn deze dieren zo gebouwd? - Dat is omdat ze allemaal bewoners van zowel het land als de lucht zijn - op bijna dezelfde manier als bij jullie de vleermuizen en andere handvleugelige dieren. - Door een buitengewoon fijn en licht soort gas, dat ze in hun organisme ontwikkelen, kunnen al deze dieren zich net als jullie ballonnen in de op deze planeet bijzondere dichte lucht verheffen; en als ze zich in de lucht hebben verheven, kunnen ze zich met behulp van de huid tussen hun poten en de waaiervormige armen, ofwel met behulp van de huid tussen de klauwen en de waaiervormige staart, in de lucht even handig in alle richtingen bewegen als de handvleugelige dieren bij jullie.
[11] Nu zullen jullie wel vragen: Wat voor doel hebben deze dieren eigenlijk op deze planeet? - Een heel belangrijk doel. Want ten eerste vormen ze in metafysisch opzicht het overgangsniveau van het eigenlijke dierenrijk naar de mens. Ten tweede zijn ze in natuurlijk opzicht de meest beproefde schoonmakers van de lucht, die op deze planeet zeer noodzakelijk zijn. Want hoe sterk de lucht van deze planeet niet zelden tot een hoogte van vijftig tot honderd Duitse mijl van allerlei in de lucht zwevende en tegelijk vormveranderlijke dierlijke en plantaardige wezens vervuld is, die daarin leven, is voor een deel al genoemd. Maar desondanks blijft er nog heel veel te vermelden, en jullie kunnen met grote zekerheid aannemen, dat dergelijke verschijnselen met name tegen de avond zo sterk op komen zetten, dat de zon daardoor geheel en al verduisterd wordt, zoals jullie nog nooit gezien hebben, behalve bij een totale zonsverduistering. Wanneer zo’n vormveranderlijk luchtverschijnsel in aantocht is, stijgen er al gauw miljoenen van zulke dieren met grote snelheid uit de bergen en soms ook uit de onherbergzame dalen en kloven op, die heel snel zo’n vormveranderlijke, in de lucht zwevende wolk bereiken. Dat deze dieren hier een goed smakend maal houden, hoeft nauwelijks gezegd te worden. Ze eten niet zelden een meer dan honderd kubieke mijl grote, goed gevulde wolk binnen een tijdsbestek van enkele uren vrijwel helemaal op. Dat dat voor de mensen een grote weldaad is, hoeft eveneens nauwelijks gezegd te worden.
[12] Ook het rijk der vogels, dat op deze planeet vrijwel geheel aan vormverandering onderhevig is, en dat eveneens in ieder opzicht zeer uitgebreid is, wordt door deze gasten goed in toom gehouden.
[13] Nu zullen jullie vragen: Vallen deze eigenaardige tweevoetigen niet af en toe de mensen lastig? - O nee! Deze dieren zijn buitengewoon schuw en wonen daarom steeds alleen op zulke plaatsen en streken van het land van deze planeet, die voor mensen en ook andere dieren niet gemakkelijk toegankelijk zijn of, als ze nog toegankelijk zijn, zo onherbergzaam en kaal zijn, dat mensen en andere wezens daar niet veel te zoeken hebben.
[14] Daarmee zijn we ook klaar met deze diersoort en zullen we ons dus naar de mensen van deze planeet wenden.
«« 60 / 74 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.