De Romeinse rechter leest Jesaja 9:5-6 en geeft daar zijn toelichting op.

Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel

«« 23 / 33 »»
[1] Nu schoof de opperpriester Mij de boekrol toe en zei: 'Hier, lees zelf maar, en overtuig jezelf van mijn gelijk!'
[2] Ik nam de boekrol aan en gaf die aan de rechter, en terwijl Ik hem de onderhavige tekst aanwees, verzocht Ik hem die hardop voor te lezen, zodat niemand zou kunnen beweren dat Ik de teksten naar Mijzelf toe gelezen had. De rechter kon aan dit verzoek daarom zo gemakkelijk voldoen, omdat hij met de meeste oosterse talen goed op de hoogte was; met name het Oud-Hebreeuws kon hij beter lezen dan alle tempelheren tesamen!
[3] De rechter nam de boekrol blijmoedig aan en begon als volgt te lezen: 'Een Kind is ons gegeven, een Zoon is ons geboren, de Heerschappij is op Zijn schouders gelegd. En Zijn naam is Wonderbare Raadsman, Goddelijke Held, Vader voor immer, Vrede-Vorst! Grote Macht zal Hij brengen en eindeloze vrede aan Davids Huis en zijn Rijk. Hij zal het steunen en stutten met recht en gerechtigheid nu en voor immer; de ijver van Jaweh der heerscharen brengt dat tot stand!' Hierna vroeg de rechter aan de opperpriester of hij de teksten zo goed gelezen had.
[4] Een instemmende buiging van de opperpriester was het antwoord.
[5] Nu ging de rechter voort in Mijn naam, zeggende: 'Hier hebt u naar mijn smaak wel precies een tekst uitgezocht, die voor zover ik het kan beoordelen, als nauwelijks een andere, exact op deze jeugdige, vrome en wijze jongen van toepassing is !
[6] Dat een maagd een zoon zal baren die zij Emanuel moet noemen, dat is nu -althans naar mijn bescheiden mening wel zó duidelijk toegelicht, dat er bij mij geen twijfel meer mogelijk is dat juist deze jongen de door de profeet tevoren aangeduide zoon is van de, volgens uw eigen getuigenis u welbekende maagd Maria -dacht ik.
[7] En als ik mij niet vergis, is mij nog niet zolang geleden, bij de een of andere gelegenheid door de hoofdman Cornelius verteld over die wondere geboorte van een jongetje in een leegstaande schaapstal te Bethlehem, bij gebrek aan een beter onderkomen; hij heeft mij dat verteld met een groot enthousiasme en hij was diep begaan met het toentertijd vreselijke noodlot van die merkwaardige familie; en ook, dat hij dikwijls naar hen heeft geïnformeerd, maar dat hij sedert hun emigratie naar Egypte niets over hen te weten is kunnen komen! Helaas moest hij voor staatszaken naar Tyrus, anders had hij gegarandeerd ook hier gezeten!
[8] Dus wat betreft de geprofeteerde geboorte van de jongen, kunnen wij het naar mijn mening nu wel eens zijn; althans tegenover het nuchter denkende, zuivere verstand lijkt een ontkenning niet langer houdbaar!
[9] En de tekst die hem boter en honing laat eten om daardoor beter in staat te zijn te oordelen en te kiezen tussen het goede en het kwaad, die tekst kan ik slechts plaatsen binnen de Oud-Egyptische wijsheid, als een verzinnebeelding, die -als ik mijn oordeel geven mag -zoveel kan betekenen als: 'Hij zal zijn vervuld van louter liefde en wijsheid, en hij zal zeer goed onderscheiden wat juist en zuiver en goed is, tegenover wat echt slecht is !'
[10] En dat hij daartoe beter in staat is dan welke wijsgeer ook, daarvan heeft hij zojuist voor u allen het zuiverste bewijs geleverd; hij moet derhalve wel maximaal verzadigd zijn met (geestelijke vert.) honing en met (geestelijke vert.) boter, hetgeen hij ook tegenover u, die de wijzen van de tempel bent, meer dan voldoende heeft aangetoond; zoals u van hem ook nog heel wat kunt leren, maar hij omgekeerd van u niets! Mij dunkt dat dat alleen al voldoende duidelijk maakt, hoeveel honing en boter hij tot nu toe reeds tot zich moet hebben genomen!
[11] Dit alles toont dus des te overtuigender aan dat juist Hij de door de oude profeten voorzegde Emanuel is, die uit een maagd is geboren! Op deze wereld zal geen maagd ooit meer zo'n Zoon baren!
[12] In heel het reusachtige Romeinse keizerrijk heb ik nog nooit een zoon van twaalf jaar gezien, die Hem ook maar in de verste verte nabij kwam, volkomen afgezien nog van zijn onvoorstelbare eigenschap wonderen te doen! Ik ben dus van mening dat die tweede tekst van de profeet, die u ons zelf hebt voorgelegd, even exact op Hem van toepassing is als de eerste, die Hij in het begin al aanvoerde als zogenaamde voorvraag!
[13] Ja, in Hem is ons werkelijk een Kind boven alle kinderen geboren, ons, sterfelijke mensen is een zoon gegeven uit goddelijke schoot -zoals wij Romeinen dat plegen te zeggen -en de mysterieuze heerschappij die daaraan eigen is, draagt Hij inderdaad alleen op eigen schouders; Hij heeft daarvoor geen helpers nodig!
[14] Met de naamsaanduidingen die wij hebben gelezen, duidde de profeet kennelijk alleen de eigenschappen van de Messias aan. U moogt zelf zeggen, of ook maar één daarvan Hem niet eigen is!
[15] Is Hij in onze ogen niet wonderbaar wat zijn verstand, zijn spreken, of zijn daden betreft?
[16] Welke wijsgeer van deze aarde zou mij beter raad kunnen geven dan deze ware en aller ontwijfelbaarst zuivere God en zoon!
[17] Dat Hij in elk opzicht -of het nu gaat over geest dan wel over materie -almachtig is, ook daaraan zal hopelijk niemand twijfelen die Hem heeft horen spreken of heeft zien handelen!
[18] Door zijn onverschrokken moed tegenover u, notoir hoogmoedige priesters, die uzelf boven alle goden laat prijzen en aanbidden, heeft Hij zijn onversaagde heldenmoed eveneens voldoende duidelijk aan de dag gelegd!
[19] Dat zijn Geest niet anders dan eeuwig kan zijn en dat Die één is met de Geest van God, heeft Hij op zo duidelijke wijze en met zo weinig woorden voor u waar gemaakt, dat men werkelijk zou moeten zijn geslagen met blindheid die erger is dan de nachtelijke duisternis, om niet onmiddellijk te kunnen aanvoelen, vanwaar deze 'Wind' komt!
[20] Dat Hij voorts als Enige de ware inwendige vrede aan de mensen weet te geven, waardoor Hij alleen een waarachtige Heer der Heren dezer aarde is en waardoor Hij als geen andere vorst op aarde ook de menselijke vrede kan garanderen, dat heb ik zelf inmiddels reeds ondervonden!
[21] Hij alleen is in staat om het rijk van Zieners en Kenners uit de tijd van David, dat jullie soort reeds zo lang geleden verwoest heeft, weer tot leven te wekken en er een heerschappij te vestigen, waaraan alle vorsten der aarde, ondanks hun vele scepters en kronen, voor goed onderdanig zullen zijn; want het rijk, waar zuiver inzicht heerst, is en blijft steeds het machtigste van de wereld, zodat het nooit door enige andere macht volledig zal kunnen worden onderworpen. Want waar het Licht heerst dat alles transparant maakt, daar zal tevens een zuiver oordeel kunnen worden gevormd, en daar zal de rechtspraak dienovereenkomstig open en eerlijk zijn !
[22] En waar het tenslotte heet: 'De ijver van Jahweh der heerscharen brengt dit tot stand', daar kan alleen maar plaats zijn voor de overtuiging dat deze knaap en niemand anders die Heer der heerscharen is -de Geest Gods zelf, Die Hem door en door vervult! Persoonlijk heb ik dat al vanaf het eerste ogenblik voorvoeld! Hoe zouden jullie dat dan niet kunnen hebben begrepen, terwijl het toch kennelijk jullie nog meer zou moeten raken dan mij, die slechts een ongelovige, een heiden is ?
[23] Bij alle goden en orakels op heel de wereld tesamen! Jullie moeten welontzettend blind en dom zijn, en in en in slecht ook nog, dat jullie niet onmiddellijk vermoogt in te zien noch in te voelen waar deze Wind Zijn oorsprong heeft genomen. Jullie hadden dat op het eerste gezicht moeten inzien! En nu moet ik, een heiden, jullie nog vertellen hoe de feiten zijn!
[24] Stel dat de profeet die deze wijsheden op papier heeft gezet eens zou herrijzen, en dat hij met jullie zou worden geconfronteerd, wat zou die dan wel van jullie duistere eigenzinnigheid moeten zeggen?
[25] Komt er in jullie dan helemaal geen schaamte op, nu jullie daar zo dom en blind voor het aanschijn staat van Hem, aan Wiens welwillendheid alleen jullie het te danken hebt dat je je verworden en door eigen schuld ontluisterde leven met zijn duistere heersers praktijken nog kunt voortzetten? Zou Hij met jullie soms niet een zelfde manoeuvre kunnen maken als Hij gisteren deed met die levende ezel, en met die grote steen ?
[26] En nog breken ze zich op alle mogelijke manieren het hoofd over wat in hun kraam beter te pas zou kunnen komen, namelijk of wel voor een God, die zij niet kennen en aan wie ze ook nooit hebben geloofd, dan wel voor de wereld, die hen allen reeds bijzonder veel voordelen heeft bezorgd, en waarvan zij hopen nog veel meer voordeel te kunnen verwachten! En dat, terwijl zij nota bene oog in oog staan met een allergoddelijkst denkbare God, Die is toegerust met alle eigenschappen welke de menselijke fantasie zich maar zou kunnen voorstellen aan wat werkelijk verheven, voortreffelijk en volmaakt is!
[27] Nu zou ik van jullie, ouwe domkoppen, toch wel eens willen horen hoe jullie je in werkelijkheid een god voorstelt! Want enig begrip zullen jullie je van Hem toch wel gevormd moeten hebben! Spreekt nu want nu gelast ik u mij te antwoorden!'
«« 23 / 33 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.