Hoe men God kan en moet danken.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 112 / 246 »»
[1] IK zeg: "O lieve Helena! Wat ter wereld zou je Mij kunnen offeren dat toch al niet van Mij zou zijn en dat Ik al niet eerder aan de wereld had geschonken?!
[2] Kijk, dat zou dan toch een heel overbodige eis van Mij zijn volledig in tegenspraak met Mijzelf en Mijn eeuwige orde.
[3] De liefde doet alles! Wie Mij boven alles liefheeft, brengt Mij ook het grootste offer en de dank die Ik het meest waardeer want daarmee offert hij Mij de gehele wereld.
[4] Maar samen met de liefde voor Mij is er nog een andere liefde, namelijk de naastenliefde. De armen van geest en zij die arm zijn aan tijdelijk noodzakelijke, aardse goederen, zijn de ware naasten. Wat iemand in Mijn naam voor hen doet, doet hij voor Mij.
[5] Wie een arme opneemt in Mijn naam, neemt Mij op en het zal hem op de jongste dag vergolden worden. Wie een wijze opneemt terwille van de wijsheid, zal ook het loon van een wijze oogsten. Wie een dorstige ook maar een beker water geeft, zal in Mijn rijk met wijn vergolden worden.
[6] Als je echter de armen wel doet, doe dat dan in alle vriendelijkheid in het verborgene en laat de wereld het niet weten, want de Vader in de hemel ziet het en de gave van de vriendelijke gever zal Hem welkom zijn en Hij zal het de gever honderdvoudig vergelden.
[7] Maar wie met zijn weldadigheid slechts wil pronken voor de wereld heeft zijn wereldse loon ook al genomen en hoeft verder geen loon mee; te verwachten.
[8] Kijk, dat is de enige manier van offeren en danken die Ik waardeer en, andere manieren zijn er niet. Want al de brand en overige offers ruiken weerzinwekkend voor Gods neusgaten en alle gebeden met de lippen zijn een gruwel voor God, omdat de harten daarbij ver verwijderd zijn van de ware liefde tot God en de naaste, arme broeders!
[9] Wie kan er enig nut hebben van het onzinnige geblèr in de tempels, als men mets doet voor de vele arme en hongerige broeders buiten de tempel?!
[10] Ga en help eerst de noodlijdenden, voed de hongerigen geef de dorstigen te drinken, de naakten kleding, troost de treurenden, verlos de gevangenen en predik de geestelijk armen het evangelie, dan zul je iets veel beters doen dan wanneer je dag en nacht met je mond zou staan te jammeren in de tempels, terwijl jullie harten daarbij koud en ongevoelig zouden blijven ten opzichte van je arme broeders!
[11] Kijk naar de lucht, de aarde, de zee; kijk naar de maan, de zon de sterren; kijk naar de bloemen op de velden en de bomen en bekijk de vogel~,in de lucht, de vissen in het water en alle dieren op de uitgestrekte aarde; kijk naar de hoge bergen en al de wolken en de winden. En zie, dat alles verkondigt luid de eer van God en toch kijkt God er niet met menselijke ijdelheid naar. Hij kijkt slechts naar een mensenhart dat Hem erkent en lief heeft als de enig ware, goede, heilige Vader. Hoe zal Hij dan genoegen scheppen in een verkeerd hart of een zinloze ceremonie met allerlei lippendiensten, waarachter niets anders schuil gaat dan de schreeuwendste zelfzucht, eerzucht, heerszucht en allerlei hoererij en leugen en bedrog?!
[12] Nu weetje dus dat God het vooreerst niet nodig heeft eer te aanvaarden van de misbaarmakende mensen, want de gehele oneindigheid is vol van Zijn eer.
[13] Welke eer wil de domme, blinde mens dan aan God geven als hij toch geen andere heeft dan die, welke hij eerder zelf van God heeft ontvangen door de genade van het mens zijn?! of kan er voor God enige eer in liggen als de mensen Hem een os offeren, maar hun ongeslachte harten behouden en na het gebrachte offer nog tienmaal erger zijn dan vóór het offer?!
[14] O, Ik aanvaard geen eer van mensen, want de Vader in de hemel eert Mij meer dan genoeg! Als de mensen echter Mijn geboden houden en Mij daardoor boven alles liefhebben, eren zij daarmee Mij en Mijn Vader, en Ik en de Vader zijn volkomen Eén.
[15] Als het dus volgens de totale en eeuwige waarheid zo is, kan niemand Mij oneer aandoen als hij de wil van God doet zoals Mozes en al de profeten die verkondigd hebben en die Ik Zelf jullie allen luid verkondig.
[16] Begrijp je nu hoe God gedankt en geprezen moet worden voor al het ontvangen goede?"
«« 112 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.