De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 116 / 246 »»
[1] Toen ontwaakte Helena uit haar zachte en gelukzalige liefdessluimer en schrok behoorlijk toen zij de drukte bij de mensen op de berg opmerkte en tevens de brandende stad zag. Maar Jarah pakte haar meteen bij de hand en legde haar de gehele toedracht uit, waarna HELENA al gauw rustig werd en zei: "In mijn hart voelde ik een uur geleden al dat deze stad direkt na het abrupte verdwijnen van de schijnzon haast onvermijdelijk zo'n lot te wachten stond, en zie nu eens, daar voltrekt zich reeds zichtbaar en hoorbaar mijn vage verwachting! U, Heer, was dat beslist al van plan met de schijnzon en pas nu komt de ware reden te voorschijn waarom U haar hebt laten schijnen!"
[2] IK zeg: " Ja, ja, lieve kind, dat zou wel eens zo kunnen zijn! Een licht, dat Ik aan de hemel heb geplaatst, is daar steeds om een aantal goede redenen en niet alleen om te schijnen, wat eigenlijk slechts een zeer ondergeschikt nevendoel is.
[3] Kijk maar eens naar het licht van de zon! Het licht op zichzelf heeft een heelondergeschikte betekenis, maar als je het uiterlijk van alle vrije en onvrije schepsels der aarde bekijkt, zul je gevolgen van het licht en de warmte der zon ontdekken waarvan nog geen natuurgeleerde op aarde ooit heeft gedroomd! Allemaal gevolgen van het zonlicht!
[4] Alleen deze aarde al zou je zoveel verschillende wonderen als gevolg van het zonlicht kunnen laten zien, dat je die in duizenden jaren met de lichamelijke ogen niet zou kunnen overzien en nog minder zou kunnen tellen!
[5] Maar om deze zon, waarvan het licht op deze aarde al zulke grote wonderen te weeg brengt, cirkelen nog vele andere en nog grotere aarden. Hetzelfde licht brengt daar geheel nieuwe en voor deze aarde onvoorstelbare wonderen te weeg en wel op ieder hemellichaam dat door deze zon verlicht wordt geheel nieuwe, die op geen ander hemellichaam voorkomen! En dat alles ontstaat door de uitwerking van één en hetzelfde licht!
[6] En zo kun je wel met zekerheid aannemen dat Ik de schijnzon ook niet alleen maar liet schijnen vanwege het wat langer blijvende licht! Wat denk je daarvan, lieflijke dochter?"
[7] HELENA zegt: "O Heer, U Machtige, U alleen Heilige, daarbij schiet elke menselijke mening te kort! Want U bent zo eindeloos groot en wijs en wie kan de diepten van Uw almacht doorgronden?!
[8] Het is al iets oneindig verhevens dat ik U boven alles kan liefhebben en mij gelukkig kan voelen in die liefde, die mijn hart nooit helemaal waardig kan zijn! Maar ik zou het voor een menselijk hart de dwaasheid ten top vinden om Uw heilig, goddelijk onnaspeurbare wezen nader te willen onderzoeken! Dat is mijn mening, o Heer!
[9] Men kan U wel boven alles liefhebben en dat vind ik al de hoogste zaligheid, maar U bent eeuwig door geen geest te doorgronden!"
[10] Na deze van grote liefde tot Mij nog natrillende woorden van de mooie Helena, komt de oude MARCUS en zegt: "Heer, door dat vuur zullen waarschijnlijk al die mooie vissen, die ik aan de Joodse priesters als tiende moest afstaan, ook flink gekookt en gebraden worden!? U weet, o Heer, dat ik van ganser harte voor iedereen zoveel als in mijn vermogen ligt gastvrij ben. Heus, wanneer ik iemand wat kon geven, deed mij dat waarschijnlijk altijd meer plezier dan degene, die wat van mij kreeg, maar de tiende voor de Farizeeën heeft mij tot in mijn hart geërgerd! En zoals ik zie, staan voor het merendeel de huizen van de Joodse priesters nu prachtig te branden! Dat is een beste betaaldag voor deze gewetenloze leeglopers en volksverlakkers! Dat bevalt mij nu beter dan wanneer iemand mij tien van de mooiste huizen in de stad geschonken zou hebben! Ik ben nooit een mens geweest die leedvermaak had, maar dit keer - vergeef mij o Heer, - zit ik er vol mee!
[11] Een behoeftige wat geven, is een genot voor een goed mensenhart, en een arbeider het verdiende loon en iets extra's geven, is de heiligste plicht van een mens. Een landheer de vastgestelde, wettelijke belasting betalen, is ook een heilige plicht voor ieder rechtschapen staatsburger, want de vorst heeft grote zorgen en kosten voor de orde en zekerheid in zijn landen en de onderdanen zijn door naastenliefde verplicht alles te doen wat de landvoogd heilzaam vindt voor de gehele staat en wat hij van de onderdanen eist.
[12] Er kunnen onder de vorsten ook wel zelfzuchtige tirannen voorkomen, die het volk volledig uitzuigen, maar na een tiran volgt gewoonlijk weer een goed vorst en dan komt het volk weer snel op krachten.
[13] Maar het priesterdom verandert niet. Het tiranniseert als een vampier vele jaren lang een volk, heft vaak op een ongehoorde, schandelijke wijze belastingen en geeft het volk daarvoor niets terug dan het grofste bedrog en dat zo mogelijk op alle denkbare manieren! Ja, dan moet een man van eer God de Heer toch loven en prijzen als Hij eens een oordeel over deze zevenvoudige mensenhaters en mensenbedriegers Iaat komen! En daarom is het nu echte balsem voor mijn ziel dat ik vooral de mooie woonhuizen en synagogen van de Joodse Farizeeën overdekt zie met de prachtigste vlammen en dat nog wel op een voorsabbat. Morgen is het sabbat en die kerels mogen niets inzamelen of iets anders doen. O, zo'n goede les hebben deze oude, onverzadigbare booswichten allang verdiend!"
[14] IK zeg: "Maar hoe weet je dan dat deze stadsverlichting juist gericht is tegen de Farizeeën en ook tegen de heidense priesters?"
[15] "O" zegt MARCUS, "Ik was net beneden in huis om voor morgen wat aanwijzingen te geven ten behoeve van de armen die mij morgen zouden kunnen opzoeken. Toen kwamen er drie jonge Grieken voor u, die ik brood en wijn liet geven en die mij vliegensvlug vertelden hoe het er nu in de stad aan toe gaat. Ik had ieder van hun woorden wel met een grote parel willen vergoeden, zo'n genoegen deed mij dat! De schijnzon heeft dit prachtige resultaat veroorzaakt!"
[16] IK zeg: "Maar morgen zul je toch voor je vreugde moeten boeten, want van de Farizeeën zullen er veel bij je komen eten."
[17] MARCUS antwoordt: "Heel graag, voor dit plezier wil ik de kerels wel acht dagen lang te eten geven, misschien wordt daardoor één van hen nog eens mens; -bij U, o Heer, zijn alle dingen mogelijk!"
«« 116 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.