Mathaël wordt vicekoning.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 118 / 246 »»
[1] OURAN zegt: "Zo'n heerlijke en bijzonder menslievende instelling heb ik nog nooit meegemaakt! Zelf ben ik mens, en heerser over vele honderdduizenden mensen en men zegt in de wijde omtrek dat mijn onderdanen de gelukkigste aan de Pontus zijn. Toch moest ik de wet toepassen zoals Rome die voorschreef. Rome gaf mij als regerend leenheer wel toestemming om enige matiging te betrachten, maar ik vond alle door mij sterk verzachte wetten toch nog altijd hard!
[2] Hoe weinig wordt daarbij aandacht geschonken aan de aard van de mensen en er wordt helemaal geen rekening mee gehouden of een mens naar aard en karakter wel in staat is een wet te houden! Hoe dwaas zou het zijn om te beweren dat één schoen voor iedereen past en hoeveel dwazer lijkt dan een wet die helemaal geen rekening houdt met de menselijke aard en eigenschappen!
[3] Maar ieder mens kan, ongeacht zijn aanleg, zich gemakkelijk richten naar de levenswetten die U, o Heer en Meester, nu heeft meegedeeld, en die zeer menslievende wet ook heel gemakkelijk houden! Als ik nu weer thuis zal komen, zal het er gauw anders uitzien in mijn land!
[4] Mathaël en zijn vier metgezellen, zullen, hoewel ze allen nu helemaal Romeins gekleed zijn, Griekse staatskleding van mij krijgen en helpen mijn kleine staat zo goed mogelijk in te richten, en Mathaël benoem ik hier reeds tot eerste raadsman en, omdat ik geen zoon heb, tevens tot vicekoning."
[5] Dan stapt CYRENIUS naar voren en zegt: "En ik, als Romeins opperstadhouder over geheel Azië en een deel van Afrika, voorzien van alle volmachten uit de hand van keizer caesar Augustus, die mijn broer was, en nu ook van zijn zoon, bevestig deze uitstekende keus! Ouran jij zou nergens ter wereld een betere hebben kunnen vinden! DIXI! (Ik heb gezegd) - Cyrenius."
[6] Dan zeg IK: "Ook Ik bevestig hem nu, want Mijn geestelijke zalving daarvoor kreeg hij al eerder. Maar jij, Ouran, kunt hem thuis ook nog met nardusolie zalven voor het volk en voor alle groten van jouw rijk, opdat zij weten met wie zij te doen hebben en wat zij hem schuldig zijn. Hij zal jouw rijk beter beschermen tegen de invallen van de Scythen dan een groot leger met de meest uitgelezen soldaten. Ik zal hem daarvoor ook een buitengewone macht geven zodra hij zijn ambt gaat uitoefenen. Nu heeft hij die nog niet nodig en heeft hij voldoende aan zijn wijsheid!"
[7] OURAN zegt: "Heer, zou het dan nog geen tijd worden en zou het niet mogelijk zijn om de zo gevaarlijke Scythen tot beter inzicht in Uw wezen te brengen? Het is immers erg jammer dat dit overigens zo prachtig slag mensen in zo'n onbeschaafde toestand blijft. Men ziet onder hen zulke heerlijk gevormde mensen als waarschijnlijk nergens anders op aarde, maar hun geestelijke ontwikkeling staat nog op het nulpunt.
[8] Het is vaak verbazingwekkend zo'n majesteitelijke mannengestalte of een meer dan paradijselijk mooie vrouw te zien die beiden meestal geen taal kennen, maar net als varkens slechts grommende geluiden laten horen, die noch zijzelf noch iemand anders verstaat. Ik zou deze Scythen onder mij willen hebben, niet uit veroveringszucht, maar wel om mensen van hen te maken. Zou zo iets, natuurlijk zonder geweld, niet mogelijk zijn?"
[9] IK zeg: "Mathaël's metgezellen zullen je daarbij goede diensten verlenen en je wens zal nog vele malen in vervulling gaan, maar alle Scythen zul je moeilijk onder je bestuur kunnen brengen, want hun rijk is erg uitgestrekt. Maar die om de Pontus (Zwarte Zee) wonen, mag je hebben en naar je goeddunken opvoeden."
[10] OURAN zegt: "Heer, U zij daarvoor eeuwig dank uit naam van mij en alle mensen die door Uw leer geestelijk gewekt worden! Waarlijk, aan mijn inspanningen en aan mijn standvastige wil zal het nooit ontbreken. Wilt U daaraan slechts Uw genade verbinden!"
[11] CYRENIUS zegt: "En ik zeg je, dat je de Scythen die je onderdanen worden tot je eigen volk kunt rekenen! Als je dat in het geheim aan Rome wilt meedelen, zal je daarvoor gedurende tien opeenvolgende jaren het betalen van de leengelden voor je gehele, grote land kwijtgescholden worden en aan je nakomelingen zal het algehele erfrecht worden gegeven. Verder zal na beëindiging van de volle dertig jaar je land niet aan de meestbiedende overgedaan worden. De bevestiging van alles wat ik je nu heb gezegd, zul je morgen al op perkament voor altijd van mij ontvangen. Slechts een vreemde, van buiten komende vijand zou het je nog kunnen ontnemen, maar wat Rome betreft is het voor altijd je eigendom."
[12] IK zeg tegen Cyrenius: "Geef hem dat vandaag nog schriftelijk, want morgen is het sabbat en wij willen de geestelijk zwakken geen ergernis bezorgen!"
[13] CYRENIUS zegt: "Heer! Hoe kan ik hier nu midden in de nacht de gemaakte afspraak opschrijven? Maar morgen wil Ik het wel voor zonsopgang doen, dat zal toch niemand storen!" .
[14] IK zeg: "Kijk eens, Raphaël is er al mee klaar. Hier neem deze oorkonde en lees haar na of zij voldoet aan wat je wilde!"
[15] CYRENIUS pakt de oorkonde, loopt naar een fakkel en leest haar en vindt haar woord voor woord in orde en zegt dan: Als dit de eerste keer zou zijn, dan zou ik mij ontzettend verbazen, maar ik heb al meer dan één bewijs van Raphaël en dus verbaast het mij ook helemaal met meer. Voor hem is dat net zo gemakkelijk als het voor een mens is om met zijn blik plotsklaps tot aan de verst verwijderde sterren door te dringen. Wel, nu de oorkonde klaar is, moet Ouran haar ook maar meteen ontvangen.
[16] Hierop overhandigde Cyrenius de. oorkonde aan .Ouran met de woorden: "Aanvaard deze ter bescherming van jou en je opvolgers en probeer de mensen te winnen voor het rijk van. God, voor het rijk van de Liefde, voor het rijk van de eeuwige Waarheld, dat in Jezus, de Heer uit Nazareth, zo heerlijk uit de hemelen is neergedaald naar ons stervelingen! Wij zijn in Hem en wij leven nu en eeuwig in Hem!"
«« 118 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.