Raphaël verjaagt de menselijke zorgen.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 131 / 246 »»
[1] ZAHR zegt: "Moeten we de slapenden niet wakker maken?"
[2] RAPHAËL antwoordt: "Zij zullen wel wakker worden zodra de Heer persoonlijk weer bij ons is!"
[3] JARAH springt vlug op en vraagt met een hartstochtelijk liefdevolle heftigheid: "Waar, waar komt Hij vandaan, de liefde van alle liefde!? Mijn ogen zien nog niets!"
[4] RAPHAËL zegt glimlachend: "Dat is niet erg, als je hart Hem maar ziet, zullen je ogen al gauw daarna ook niets te kort komen! Als de zon op is zal Hij hier zijn!"
[5] HELENA, die ook wakker gebleven was, zegt: "Jarah, laten we Hem snel tegemoet gaan! O, wat is dat zalig om Hem tegemoet te gaan!"
[6] JARAH zegt: "Ja, ja, vriendin, ga maar mee! O, wat zal dat fijn zijn als we Hem zullen zien terwijl hij ergens uit de verte naar ons toekomt!"
[7] Dan gaan de beiden vlug in de richting van het bos in het westen en verdwijnen al spoedig daarin.
[8] OURAN, die ook wakker was, keek de twee na en zei toen zij in het bos verdwenen: "Zullen ze straks niet verdwalen? Het gebergte gaat daar naar het schijnt in zuidelijke richting tamelijk steil omhoog en kon zich wel eens over een paar uur gaans uitstrekken!? Zij zullen in hun haast verkeerd lopen en de Meester kan van een andere kant komen en zij zullen Hem zoeken en tenslotte toch niet vinden!"
[9] RAPHAËL zegt: "Maak je daar maar niet druk over! Die beiden zullen net zo min verdwalen als ik zou of zou kunnen verdwalen. Als het hart door de liefde zo geweldig verlicht is, is van verdwalen nooit enige sprake! Ze zullen best behoorlijk diep het bos ingaan, maar zij zullen de Meester vinden!"
[10] Dat stelt OURAN gerust, hij kijkt nogmaals naar de nog hevig brandende en ook erg rokende stad en ontdekt met zijn verziende, scherpe blik, dat men uit de stad in alle richtingen op pad gaat. Ook hier naar onze berg ziet hij hele optochten komen en hij zegt: "Nou, wel bekome het iedereen! -Als die allemaal hierheen komen, waar zal dan al het brood vandaan moeten komen? Die eten de oude Marcus met zijn huis helemaal met huid en haar op!"
[11] RAPHAËL zegt: "Maak je ook dáár maar geen zorgen over! De gehele aarde en alle schepsels daarop hebben toch zeker elk moment ook veel van alles nodig, en toch verzadigt de Heer Zelf de grote aarde en alle daarop aanwezige wezens! En wat is de aarde vergeleken bij de zon, die meer dan tienmaal honderdduizend maal groter is dan deze aarde en altijd onmetelijk veel voedsel nodig heeft voor de instandhouding van haar machtige licht en voor het behoud van de talloze schepselen op haar uitgestrekte lichtgebieden. De Heer zorgt zowel voor hen als voor jou, edele vriend!
[12] Stel je dan eens de in eeuwigheid nooit te meten, eindeloze scheppingsruimte vol zonnen en aarden voor, die nog veel groter zijn dan deze aarde en haar stralende zon! Alle worden door één en dezelfde Heer altijd op dezelfde wijze rijkelijk van alles voorzien wat nodig is voor hun bestaan. Nergens gebrek, maar overal de grootste overvloed! Als dit nu zo en eeuwig onmogelijk anders is, wat maak je je dan zorgen over het brood voor die velen die nu vanuit de stad naar ons hier onderweg zijn?"
[13] OURAN zegt: "Ja, ja, je hebt gelijk! Ik ben immers geen wijze, maar een mens, en vergeet vaak even waar ik me bevind, maar nu zit ik al weer op het goede spoor!"
[14] HEBRAM, die als enige van zijn dertig metgezellen ook wakker is gebleven, komt er nu ook bij en zegt: "Dat zal me vandaag, nu het strikt genomen sabbat is, een verwarring geven! Als deze brand op een werkdag had plaatsgevonden, zou men de slachtoffers die naar ons toe zullen komen met raad en daad terzijde kunnen staan, maar nu zal het zelfs voor de grote Meester een zware opgave worden!"
[15] RAPHAËL zegt: "Maak je maar geen zorgen! Heb je de zon al eens sabbat zien vieren, of de maan, of de sterren, of de wind, de regen, of het groeien der planten en nog meer van die zaken? Waarom vieren die schepselen dan geen sabbat? Omdat de ononderbroken werkzame wil van de Heer nooit en te nimmer een sabbat viert, want Hij is Heer van de sabbat!
[16] Of hoe kun je God tot het geven van een hinderlijke wet in staat achten, terwijl God die juist tot heiliging van de mensen voor zó lang heeft voorgeschreven als Hem dat raadzaam toe leek?!
[17] Als God echter van jou de sabbat en het vieren daarvan niet eist, wat wil je dan nog bereiken met je dwaze sabbat? Zou je mij soms ook nog de sabbat willen aanpraten? Moet ik soms ook de sabbat heiligen door nutteloos, doelloos en zinloos nietsdoen? O, wacht, juist vandaag op sabbat zal ik jullie eens wat mee laten maken dat horen en zien je voor maandenlang zal vergaan!"
[18] HEBRAM zegt: "O bovenaardse vriend, je moet me mijn vraag maar niet kwalijk nemen! Bedenk steeds dat wij mensen zijn en hoe goed wij ook willen, bij bepaalde gelegenheden toch steeds nog in de oude gewoonte terugvallen als een varken in de modderpoel! Machtige dienaar en engel van God, bescherm ons in het vervolg allen daarvoor, want wij zijn allemaal slechts zwakke en zeer gebrekkige mensen!"
[19] RAPHAËL zegt: "Ga naar je broeders en stel hen gerust, want dezelfde domme zorg voor de sabbat waarmee jij hier bent gekomen, houdt hen ook bezig! Toon hun aan hoe dom hun bezorgdheid is! Ze worden nu gaandeweg wakker." -Hebram gaat en doet met goed gevolg wat Raphaël hem heeft opgedragen.
[20] Wanneer dat in orde is, ontwaakt Ebahl uit Genezareth en vraagt meteen aan Ouran waar Jarah is. Deze vertelt hem wat er is gebeurd en dat Jarah met Helena de Heer in het bos zijn gaan zoeken.
[21] Dan zegt EBAHL: "Ei, ei, dat hadden ze niet moeten doen! Het bos zal waarschijnlijk reeds vanuit Caesarea bevolkt zijn met allerlei vreemde snuiters! Er kan hun gemakkelijk iets overkomen dat voor hen heel onaangenaam zou zijn!"
[22] RAPHAËL zegt: "Maak jij je nu ook maar over andere zaken druk! De beiden zijn allang op de juiste plaats en zullen al gauw weer hier zijn. Met zonsopgang komt de Heer en de twee zullen niet ver van Hem verwijderd zijn!"
[23] OURAN zegt: "Hoe lang duurt het nog tot de zon helemaal op is?"
[24] RAPHAËL zegt: "Nog ongeveer een half uur!"
«« 131 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.