Over de enige weg naar het levensdoel van de mensen.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 15 / 246 »»
[1] CYRENIUS zegt: "Ja, nu is alles mij weer helemaal duidelijk; zo is het nu eenmaal. Zoals er voor iedere grashalm één wet is waaronder en volgens welke hij zich kan ontwikkelen, zo is er ook maar één psychisch morele wet die aan het wezen van de mens is aangepast, waaronder de mens uit zichzelf zijn volle ongebonden vrije zelfstandigheid kan verkrijgen. Ofwel, er is dus altijd maar één onveranderlijke, altijd gelijke weg, waarover men zijn ware en eeuwige bestemming kan bereiken. Langs iedere andere van de talloos vele vrijheidswegen waarover de mensen moreel ook goed kunnen gaan, is het grote, alleen ware en door God vastgestelde doel onmogelijk te bereiken!
[2] Daarbij zie ik ook zonneklaar, o Heer, dat de weg die U ons hebt gewezen, de enige goede en ware is. Ook besef ik dat ieder mens, hoog of laag, onverstoorbaar de juiste weg kan gaan als hij dat maar serieus wil; maar ik zie ook wel in dat geen mens ooit uit zichzelf deze weg had kunnen vinden, die zo waarachtig is en zo volkomen aan alle levensomstandigheden beantwoordt. Zoiets moet rechtstreeks door Gods geest geopenbaard worden aan de mensen die dit verstaan!
[3] Maar hoewel de weg nu heel duidelijk is omschreven, zal hij naar mijn mening toch zelden helemaal bewandeld worden, want daartoe hebben de teveel op het materiële gerichte, wereldse gewoontes op deze enige ware en goede weg een versperring aangebracht die dat verhindert. En velen die deze weg betreden, zullen daar tegenop lopen en halverwege omkeren, vooral als ze niet al gauw een wonderbaarlijke uitwerking bij zichzelf ge waar worden voor de moeite die ze doen. Dat gebeurt namelijk niet zo snel als men zich in het begin voorstelt, zeker als men voorheen al sterke bindingen had met de buitenwereld.
[4] Ik hoop door Uw bijzondere genade het heilige, grote doel wel te bereiken; maar ik ben er maar één en de grote Romeinse staat telt er nu vele miljoenen. Hoe en wanneer zullen die echter allemaal, die toch net als wij mensen zijn, op deze weg geraken?!"
[5] De jonge FARIZEEËR voegt daar aan toe: "Hoogste gebieder! Dat dacht ik zoëven ook! Wij kunnen nu wel de weg van al het heil gerust en blij betreden, maar hoe moet het met de vele miljoenen die niet de gelegenheid hebben uit de bron te putten en iedere vraag met de grote meester des levens zelf te bespreken?"
[6] IK zeg: "Ook daar is voor gezorgd! Want na Mij blijft de hemelpoort steeds open staan en dat wat wij hier nu bespreken, zal over meer dan duizend jaar ook woordelijk gehoord en opgeschreven worden, alsof het voor de ogen plaats vond van degenen die bijna tweeduizend jaar na ons de aarde betreden zullen. En een ieder die in de toekomst ergens over zal twijfelen, zal uit de hemelen heel duidelijk ingelicht kunnen worden. Want hierna zal iedereen zelfs door God onderricht moeten worden en degene die zijn lering niet van God krijgt, zal niet in het vreugdevolle rijk der waarheid binnengaan. "
«« 15 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.